Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Karel Vermeeren

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
Karel Vermeeren, afgebeeld in een boekwerkje van Museum Kempenland: Een leven verknocht aan Eindhoven, 1987. {Verzameling Hüsken}

Vermeeren, Karel (Karel Johannes Franciscus Maria), Eindhovenaar, kunstschilder, tekenaar en dichter

  • Eindhoven 1 februari 1912

† Eindhoven 4 mei 1998

Hanteert de pseudoniemen Charles de la Montagne en Karel van Gendermondt als dichter. Zijn leven lang is hij met trots Eindhovenaar en heeft dat als Eindhoven-kenner uitgedragen.

Zijn vader Piet Vermeeren (1870-1938) is werkzaam bij de Eindhovensche en Meierijsche Courant en zijn moeder Cato Holtus (1876-1964) drijft het sigarenmagazijn Cuba. Na de Mulo wordt hij tot onderwijzer op de kweekschool aan het Hemelrijken opgeleid. Via de Eindhovensche Schetsclub behaalt hij in 1931 de akten L.O. Tekenen en Handenarbeid en studeert vervolgens naast een onderwijsbaan bij Cees Timmering voor de akte M.O. Hand- en Lijntekenen, waarvoor hij in 1939 slaagt. In dat jaar trouwt hij met de Limburgse Corry Limpens (1915-1995?), met wie hij zeven kinderen krijgt.


De St.Catharinakerk, geschilderd door Karel Vermeeren. Omslag voorzijde van het boekwerkje van Museum Kempenland: Een leven verknocht aan Eindhoven, 1987. (Verzameling Hüsken)

Samen met Jacques Aarts en Jan Louwers begint hij een teken- en schilderschool voor de opleiding tot L.O. Tekenen aan de Gagelstraat.
Dit tekeninstituut St. Lucas gaat in 1951 op in de door René Smeets gestarte Middelbare Kunstnijverheidsschool, sinds 1955 Akademie voor Industriële Vormgeving. Vanaf 1942 is hij leraar tekenen en kunstgeschiedenis aan het St. Joriscollege en St. Catharinalyceum (later Van Maerlantlyceum) en adjunct-directeur van de avondopleiding van de Academie voor Industriële Vormgeving te Eindhoven tot zijn pensionering in 1977.

Door zijn maatschappelijke betrokkenheid zit hij in vele besturen en commissies. Hij is in 1953 de drijvende kracht achter de heroprichting van het Sint-Catharinagilde Eindhoven-Stad. Alles met betrekking tot Eindhoven – en St. Catharina – verzamelt hij en publiceert daarover. Hij schrijft niet alleen over de kunstenaars Constant Daniël van Renesse, Ernst Willem Jan Bagelaar en Hendrik Turken, maar ook over velerlei wetenswaardigheden. Die hebben tot een lange reeks artikelen geleid, die werden gepubliceerd in het Bisdomblad, Brabants Heem, De Gildetrom, Nieuwe Eindhovense Krant, Oost-Brabant enzovoort.

Hij schreef vijf boeken: Eindhoven tussen gloeikouske en gloeilamp (Den Haag 1976), Eindhoven toen Eindhoven nog Eindhoven was (Den Haag 1977), Eindhoven verleden tijd (Rijswijk 1982), Eindhoven vroeger en nu (Rijswijk 1984), Eindhoven vroeger en nu deel II (Rijswijk 1985).

Zijn kunstenaarsloopbaan valt in twee perioden uiteen. Tussen 1932 en 1946 schildert hij in een donker palet met de nadruk op stofuitdrukking, terwijl hij exposeert o.a. als lid van de Bredasche Kunstkring (later Jeroen Bosch) en Kunstkring De Kempen.

Na zijn pensionering werkt hij van 1978 tot 1990 op een meer tekenachtige wijze in een lichter, kleuriger palet. Wekelijks aquarelleert hij dan tot 1982 bij Harry Maas met Kees Houtman en Sjef van der Voort naar naaktmodel.

In de collectie van Museum Kempenland Eindhoven bevindt zich werk van zijn hand. Nadat hij de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice en in 1980 tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau is benoemd, heeft hij in 1992 zijn inzet voor zijn geboortestad bekroond gezien met het ereburgerschap van Eindhoven

In 2009 is het stadspark aan de Ten Hagestraat naar hem vernoemd. Sinds 4 juli 2010 staat daar ook zijn borstbeeld, vervaardigd door Peter Nagelkerke.

Bronnen:

  • Peter Thoben (samenst.), Een leven verknocht aan Eindhoven. Karel Vermeeren als kunstschilder, verzamelaar en historisch publicist, tentoonstellingscatalogus Museum Kempenland Eindhoven 1987
  • Peter Thoben, In memoriam Karel Vermeeren. “Wie zijn stad liefheeft, verwaarloze haar historie niet”, in: Jaarboek Eindhoven 1998-99, Heemkundige Studiekring Kempenland Eindhoven 1999, 67-70

Peter Thoben 2013