Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Woenselse joden

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

Woenselse joden in de periode 1766 tot 1771

Behalve in Eindhoven woonden er ook joden in Woensel. De meesten hadden daar hun intrek genomen op de Fellenoord, het verstedelijkte gehucht dat aan de stad grensde.
De eerste Woenselse joden vond ik ik 1766. Het waren de elders genoemde Elias en (zijn broer?) Lasarus Benedictus. Vijf jaar later bleken zij inmiddels gezelschap te hebben gekregen van de gezinnen van Salomon en Israël Levi, die vanuit Eindhoven naar Woensel waren verhuisd en van een "Jood Joseph". In de volgende jaren nam het aantal joden weer iets af, om daarna in de jaren tachtig weer wat toe te nemen.

Maar intussen was er toen in de kleine joodse gemeenschap al heel wat gebeurd! In 1747 of 174-8 waren op de Woenselse heide twee Engelse joden vermoord, die op de plaats van de misdaad waren begraven. Eindhoven telde in die jaren nog maar één joods gezin en de leden ervan hadden, toen hun tijd gekomen was, op dezelfde plek een laatste rustplaats gekregen. Langzamerhand was het stukje hei zo een vaste begraafplaats geworden, niet alleen voor de joden uit Eindhoven, maar ook voor die uit de aangrenzende dorpen.
Rond 1770 bleken jongens en schaapherders weinig respect voor de graven te tonen. In 1771 verzochten daarom de Eindhovenaar Joseph Isaacq en de Woenselse Elias Benedictus mede namens de andere joodse inwoners van Eindhoven, Woensel, Gestel, Stratum en Strijpl aan de prinselijke domeinraad om een stuk heide van 40 vierkante roeden (ongeveer 230 m2) in eigendom te mogen verkrijgen, zodat zij de graven met een sloot, een gracht of op een andere manier zouden kunnen beveiligen. Alleen het laatste werd toegestaan. Het afgeschoten stuk hei is het begin geweest van de huidige joodse begraafplaats aan de Marconilaan.

noten:
1 Het is onwaarschijnlijk, dat in 1771 in alle dorpen joden hebben gewoond. De rekwestranten zullen hebben bedoeld, dat zij de begraafplaats op de Woenselse heide, als de enige joodse begraafplaats beschouwden in de stad en de vier heerlijkheden. Later zal blijken, dat de joden in Tongelre inderdaad elders ter aarde werden besteld.

Jan Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1983, 64