Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Arjen D. Kakebeeke: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[bestand:A.D. Kakebeeke.jpg|thumb|300px|right|''Arjen Kakebeeke, gefotografeerd in het archief'']]
[[bestand:A.D. Kakebeeke.jpg|thumb|300px|right|''Arjen Kakebeeke, gefotografeerd in het archief'' (afbeelding Jan Spoorenberg)]]
<big>'''Kakebeeke, Adriaan Dirk (Arjen), gemeente-archivaris en schrijver'''</big><br />
 
* 31 mei 1916 Rotterdam<br />
† 10 februari 1990 Eindhoven<br />
 
Er zullen weinig heemkundigen in Noord-Brabant zijn die deze veelzijdige en onbaatzuchtige heemkundige pur sang niet hebben gekend of nooit van hem hebben gehoord. Want een lange reeks van jaren is hij op vele fronten actief geweest.<br />
Zowel in de Koerier van Brabants Heem als in het blad Brabants Heem is aandacht geschonken aan zijn persoon en aan zijn belang voor de heemkunde in het algemeen. Wij beperken ons hier daarom tot zijn activiteiten in het werkgebied van de Heemkundige Studiekring Kempenland Eindhoven.<br />
 
De Zeeuw Arjen Kakebeeke kwam in 1947 naar Eindhoven waar hij in dienst was getreden bij boekhandel Van Piere. Op uitnodiging van de eigenaar nam hij in juli van dat jaar deel aan een excursie van de heemkundige studiekring, waarbij hij onder meer kennis maakte met het echtpaar Mandos. Spoedig daarna liet hij zich inschrijven als lid. In 1951 werd hij in het kringbestuur gekozen. Zijn naam als actief heemkundige was toen al gevestigd, onder meer door een aantal artikelen in het blad Brabants Heem. In zijn bestuursperiode werkte hij onder meer mee aan de publicatie van het boek Oud Eindhoven, waarvoor hij zelf een uitvoerig artikel schreef over problemen rond het ontstaan en de vroegste geschiedenis van de stad en daarnaast nog een korter artikel over de orgels van de St.Catharinakerk.<br />
In 1958 nam hij afscheid als bestuurslid in verband met zijn verhuizing naar Eersel, waar hij leraar was geworden aan het Rythoviuscollege. Deze nieuwe baan zou een tijdelijke blijken, want nadat mr. A. L. G. M. van Agt in 1969 A.Tops als gemeente-archivaris was opgevolgd, trad Arjen Kakebeeke in dienst bij het gemeentearchief. Hij bleef echter in Eersel wonen. In zijn nieuwe functie kreeg en greep hij de kans om de kennis van het eigen heem via het onderwijs onder de jeugd te verspreiden.<br />
Gestimuleerd door binnen- en buitenlandse literatuur had hij een heel eigen visie ontwikkeld op de vroegste geschiedenis van onze nederzettingen. In 1971 zou hij die ideeën uitvoerig vastleggen in de bundel De Acht Zaligheden, die dat jaar door de Stichting Brabants Heem werd gepubliceerd. Maar al in 1970 schreef hij een boekje voor de leerlingen van het basisonderwijs over de geschiedenis van Eindhoven, waarin die theorieën verwerkt waren. Van dit werkje werden het eerste jaar al direct 1.200 exemplaren verspreid. Arjen Kakebeeke begreep dat met een boekje alleen weinig kon worden bereikt. Om lessen in heemkunde te kunnen geven had het onderwijzend personeel meer kennis nodig. Daarom ging hij aan de hand van het boekje en een door hem geschreven syllabus cursussen geven over de prehistorie en de geschiedenis van Eindhoven en omgeving aan leden van de Katholieke Onderwijzersbond en aan de studenten van de pedagogische academies. Op de pedagogische academies zou hij dat tot kort voor zijn pensioen blijven doen.<br />
Als afsluiting van zijn lessenreeksen maakte hij al spoedig met de studenten bus-excursies door de Kempen. Zo konden de jongeren met eigen ogen onder meer de driehoekige dorpspleintjes zien, de oude grafheuvels van Toterfout en Halve Mijl en de imposante grote heuvel van de Zwarte Berg in Hoogeloon. De zo enthousiast gemaakte jonge onderwijzers werden de beste propagandisten voor de heemkunde die men zich wensen kan.<br />
 
Ofschoon Arjen een grote belangstelling had voor de jeugd, werden de overige geïnteresseerden niet vergeten. Toen in 1974 behoefte bleek te bestaan aan een boekje voor buitenlanders over de geschiedenis van Eindhoven, schreef hij zijn 'Short History of Eindhoven', dat door het archief werd uitgegeven. Het tweede deel van dit werkje werd een jaar later als Beknopt Overzicht van de Ontwikkelingen te Eindhoven in de 19e en 20e Eeuw ook in het Nederlands gepubliceerd en is in een herdruk nog steeds te koop.<br />
Al eerder waren er plannen geweest voor de uitgave van een nieuwe, wetenschappelijk verantwoorde studie over de geschiedenis van Eindhoven, maar geen daarvan was ooit gerealiseerd. Mede dank zij de inspanningen van Arjen Kakebeeke gaf het gemeentebestuur in 1976 tenslotte toch het groene licht en kon Jan van Oorschot met een team redactieleden en een grote stoet medewerkers aan de slag gaan. Tragisch was dat Arjen Kakebeeke al spoedig nadat de werkzaamheden waren begonnen ziek werd en niet meer in staat bleek op een zodanige wijze leiding te geven aan de ondersteunende activiteiten op het archief als hij zich had voorgenomen.<br />
 
Arjen Kakebeeke was een veelzijdig man. Hij was thuis op het terrein van de geologie en de pre- en protohistorie, maar had ook grote belangstelling voor de natuur. Hij zette zich in als bestuurslid van Museum Kempenland, dat in deze periode verhuisde naar het Stratumseind. Ook bewoog hij zich op het terrein van de monumentenzorg, zowel in als buiten Eindhoven. Zonder hem zou er in onze stad geen monumentenlijst zijn en zou het Waalrese Loon geen beschermd dorpsgezicht zijn geworden. Zijn activiteiten op dit laatste terrein werden beloond toen hij uit handen van Z.K.H. Prins Claus de legpenning Monumentenjaar 1975 mocht ontvangen.<br />
In 1982 ging Arjen Kakebeeke met pensioen. Voor zover zijn gezondheid dat toeliet, bleef hij ook daarna actief. Zo verscheen er in 1989 nog een bijdrage van hem in het boek Eersel Duizel Steensel Drie Zaligheden.<br />
 
In: 't Gruun Buukske 1990: 34


[[Categorie:Mensen]]
[[Categorie:Mensen]]
[[Categorie:Eindhoven-schrijvers]]
[[Categorie:Eindhoven-schrijvers]]
[[Categorie:Schrijvers-K]]

Huidige versie van 23 jan 2017 om 10:19

Arjen Kakebeeke, gefotografeerd in het archief (afbeelding Jan Spoorenberg)

Kakebeeke, Adriaan Dirk (Arjen), gemeente-archivaris en schrijver

  • 31 mei 1916 Rotterdam

† 10 februari 1990 Eindhoven

Er zullen weinig heemkundigen in Noord-Brabant zijn die deze veelzijdige en onbaatzuchtige heemkundige pur sang niet hebben gekend of nooit van hem hebben gehoord. Want een lange reeks van jaren is hij op vele fronten actief geweest.
Zowel in de Koerier van Brabants Heem als in het blad Brabants Heem is aandacht geschonken aan zijn persoon en aan zijn belang voor de heemkunde in het algemeen. Wij beperken ons hier daarom tot zijn activiteiten in het werkgebied van de Heemkundige Studiekring Kempenland Eindhoven.

De Zeeuw Arjen Kakebeeke kwam in 1947 naar Eindhoven waar hij in dienst was getreden bij boekhandel Van Piere. Op uitnodiging van de eigenaar nam hij in juli van dat jaar deel aan een excursie van de heemkundige studiekring, waarbij hij onder meer kennis maakte met het echtpaar Mandos. Spoedig daarna liet hij zich inschrijven als lid. In 1951 werd hij in het kringbestuur gekozen. Zijn naam als actief heemkundige was toen al gevestigd, onder meer door een aantal artikelen in het blad Brabants Heem. In zijn bestuursperiode werkte hij onder meer mee aan de publicatie van het boek Oud Eindhoven, waarvoor hij zelf een uitvoerig artikel schreef over problemen rond het ontstaan en de vroegste geschiedenis van de stad en daarnaast nog een korter artikel over de orgels van de St.Catharinakerk.
In 1958 nam hij afscheid als bestuurslid in verband met zijn verhuizing naar Eersel, waar hij leraar was geworden aan het Rythoviuscollege. Deze nieuwe baan zou een tijdelijke blijken, want nadat mr. A. L. G. M. van Agt in 1969 A.Tops als gemeente-archivaris was opgevolgd, trad Arjen Kakebeeke in dienst bij het gemeentearchief. Hij bleef echter in Eersel wonen. In zijn nieuwe functie kreeg en greep hij de kans om de kennis van het eigen heem via het onderwijs onder de jeugd te verspreiden.
Gestimuleerd door binnen- en buitenlandse literatuur had hij een heel eigen visie ontwikkeld op de vroegste geschiedenis van onze nederzettingen. In 1971 zou hij die ideeën uitvoerig vastleggen in de bundel De Acht Zaligheden, die dat jaar door de Stichting Brabants Heem werd gepubliceerd. Maar al in 1970 schreef hij een boekje voor de leerlingen van het basisonderwijs over de geschiedenis van Eindhoven, waarin die theorieën verwerkt waren. Van dit werkje werden het eerste jaar al direct 1.200 exemplaren verspreid. Arjen Kakebeeke begreep dat met een boekje alleen weinig kon worden bereikt. Om lessen in heemkunde te kunnen geven had het onderwijzend personeel meer kennis nodig. Daarom ging hij aan de hand van het boekje en een door hem geschreven syllabus cursussen geven over de prehistorie en de geschiedenis van Eindhoven en omgeving aan leden van de Katholieke Onderwijzersbond en aan de studenten van de pedagogische academies. Op de pedagogische academies zou hij dat tot kort voor zijn pensioen blijven doen.
Als afsluiting van zijn lessenreeksen maakte hij al spoedig met de studenten bus-excursies door de Kempen. Zo konden de jongeren met eigen ogen onder meer de driehoekige dorpspleintjes zien, de oude grafheuvels van Toterfout en Halve Mijl en de imposante grote heuvel van de Zwarte Berg in Hoogeloon. De zo enthousiast gemaakte jonge onderwijzers werden de beste propagandisten voor de heemkunde die men zich wensen kan.

Ofschoon Arjen een grote belangstelling had voor de jeugd, werden de overige geïnteresseerden niet vergeten. Toen in 1974 behoefte bleek te bestaan aan een boekje voor buitenlanders over de geschiedenis van Eindhoven, schreef hij zijn 'Short History of Eindhoven', dat door het archief werd uitgegeven. Het tweede deel van dit werkje werd een jaar later als Beknopt Overzicht van de Ontwikkelingen te Eindhoven in de 19e en 20e Eeuw ook in het Nederlands gepubliceerd en is in een herdruk nog steeds te koop.
Al eerder waren er plannen geweest voor de uitgave van een nieuwe, wetenschappelijk verantwoorde studie over de geschiedenis van Eindhoven, maar geen daarvan was ooit gerealiseerd. Mede dank zij de inspanningen van Arjen Kakebeeke gaf het gemeentebestuur in 1976 tenslotte toch het groene licht en kon Jan van Oorschot met een team redactieleden en een grote stoet medewerkers aan de slag gaan. Tragisch was dat Arjen Kakebeeke al spoedig nadat de werkzaamheden waren begonnen ziek werd en niet meer in staat bleek op een zodanige wijze leiding te geven aan de ondersteunende activiteiten op het archief als hij zich had voorgenomen.

Arjen Kakebeeke was een veelzijdig man. Hij was thuis op het terrein van de geologie en de pre- en protohistorie, maar had ook grote belangstelling voor de natuur. Hij zette zich in als bestuurslid van Museum Kempenland, dat in deze periode verhuisde naar het Stratumseind. Ook bewoog hij zich op het terrein van de monumentenzorg, zowel in als buiten Eindhoven. Zonder hem zou er in onze stad geen monumentenlijst zijn en zou het Waalrese Loon geen beschermd dorpsgezicht zijn geworden. Zijn activiteiten op dit laatste terrein werden beloond toen hij uit handen van Z.K.H. Prins Claus de legpenning Monumentenjaar 1975 mocht ontvangen.
In 1982 ging Arjen Kakebeeke met pensioen. Voor zover zijn gezondheid dat toeliet, bleef hij ook daarna actief. Zo verscheen er in 1989 nog een bijdrage van hem in het boek Eersel Duizel Steensel Drie Zaligheden.

In: 't Gruun Buukske 1990: 34