Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

De Bouw van de Witte Dame: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 26: Regel 26:
 
Daartoe wordt alle shedbouw aan de Emmasingel gesloopt en komt in drie bouwfasen de bouw van de in die jaren nog "grijze dame" tot stand. Van oktober 1925 dateren de eerste tekeningen met de uiteindelijk ook gerealiseerde gevelaanzichten, maar pas in mei 1927 wordt een eerste bouwaanvraag bij het gemeentebestuur van Eindhoven ingediend. Het betreft de betonhoogbouw die loodrecht staat op de Willemstraat.<br />
 
Daartoe wordt alle shedbouw aan de Emmasingel gesloopt en komt in drie bouwfasen de bouw van de in die jaren nog "grijze dame" tot stand. Van oktober 1925 dateren de eerste tekeningen met de uiteindelijk ook gerealiseerde gevelaanzichten, maar pas in mei 1927 wordt een eerste bouwaanvraag bij het gemeentebestuur van Eindhoven ingediend. Het betreft de betonhoogbouw die loodrecht staat op de Willemstraat.<br />
  
Het ontwerp is van Philips Technisch Bedrijf afd. Bouwvakken, dan onder leiding van Ir. J.R. Bouten, de opvolger van Ing. De Broekert. Deze bouw werd al omstreeks maart 1928 in gebruik genomen. Twee maanden nadien, op 7 mei 1928, wordt de bouwvergunning verstrekt voor de tweede fase, In de loop van 1929 worden de lage shedgebouwen aan de Emmasingel gesloopt. In 1930 wordt een aanvang gemaakt met de bouw van "De Witte Dame" waarna meteen begonnen wordt met de verst van de Licht toren verwijderde hoogbouwvleugels aan de Emmasingel.<br />
+
Het ontwerp is van Philips Technisch Bedrijf afd. Bouwvakken, dan onder leiding van Ir. J.R. Bouten, de opvolger van Ing. De Broekert. Deze bouw werd al omstreeks maart 1928 in gebruik genomen. Twee maanden nadien, op 7 mei 1928, wordt de bouwvergunning verstrekt voor de tweede fase, In de loop van 1929 worden de lage shedgebouwen aan de Emmasingel gesloopt.<br />
Op 31 augustus 1929 ten slot te wordt de bouwvergunning aangevraagd voor de laatste bouwfase van de grijze dame die zal worden verstrekt op 3 januari 1930. In de loop van 1931 wordt de bouw voltooid. Het grootste deel van het gebouw wordt aangewend voor de massafabricage van radiobuizen.<br />
+
Op 31 augustus 1929 ten slot te wordt de bouwvergunning aangevraagd voor de laatste bouwfase van de grijze dame die zal worden verstrekt op 3 januari 1930. In 1930 wordt een aanvang gemaakt met de bouw van "De Witte Dame" waarna meteen begonnen wordt met de verst van de Licht toren verwijderde hoogbouwvleugels aan de Emmasingel. In de loop van 1931 wordt de bouw voltooid. Het grootste deel van het gebouw wordt aangewend voor de massafabricage van radiobuizen.<br />
  
 
In de oorlogsjaren werd het gebouw door bombardementen weliswaar zwaar gehavend, maar het kon toch in de oorspronkelijke gedaante worden hersteld. Vermeldenswaard ten slotte is het gegeven dat het fabriekscomplex tot in 1953 haar grijze betonkleur behield. Toen pas werd het bouwwerk "wit" geverfd.<br />
 
In de oorlogsjaren werd het gebouw door bombardementen weliswaar zwaar gehavend, maar het kon toch in de oorspronkelijke gedaante worden hersteld. Vermeldenswaard ten slotte is het gegeven dat het fabriekscomplex tot in 1953 haar grijze betonkleur behield. Toen pas werd het bouwwerk "wit" geverfd.<br />

Versie van 11 mrt 2016 om 13:07

De Witte Dame

In korte tijd is "De Witte Dame" in Eindhoven een begrip geworden. In 1992 had er nog niemand van gehoord, vandaag is zij algemeen bekend. De naam duikt voor het eerst op bij de presentatie op 4 februari 1993 van een plan tot hergebruik van de voormalige Philips-fabriek aan de Emma singel.

Dit gebouw, dat van 1930 dateert, had nog nooit een naam gehad; in het plan van de "Stichting Emmasingel" werd het heel poëtisch "De Witte Dame" genoemd. In de weken daaraan voorafgaand had het Eindhovens Dagblad al bol gestaan van artikelen die aandacht opeisten voor het ambitieuze plan van de gemeenten Eindhoven en Veldhoven onder de kop "Sleutelproject West-Corridor", waarvan de kosten werden geraamd op een kleine miljard gulden. Dit plan, eerder ook wel Sleutelproject Eindhoven-Veldhoven Welschap genoemd, bestaat uit een aantal deelprojecten, met elkaar verbonden door een centrale verbindings-as die onder meer loopt over de Philipscomplexen Strijp en Emma singel. Ook in de Philips Koerier werd hieraan aandacht besteed met het artikel "West-corridor verandert het gezicht van Philips".
Bij realisering van de plannen zouden de Philips-complexen openbaar terrein worden, een aantal gebouwen worden gesloopt en andere worden "vervreemd".
Op dezelfde dag dat de Philips Koerier met dit nieuws van de persen rolde stond de kort tevoren in het leven geroepen Stichting Emmasingel bij het College van B & W van Eindhoven op de stoep met het plan "De Witte Dame", dat opteerde voor een culturele bestemming van de witte Philipsgebouwen aan de Emmasingel. De "Witte Dame" viel in de smaak. Het tegenover de "dame" gelegen voormalige hoofdkantoor van Philips stond binnen afzienbare tijd in heel Eindhoven bekend als "De Bruine Heer".

Voorgeschiedenis Witte Dame begint in 1908
De eerste paal voor de Witte Dame werd weliswaar pas geheid in 1927, maar toch neemt haar bouwgeschiedenis bijna twintig jaar daarvoor een aanvang.
In het najaar van 1908 werd namelijk begonnen aan de eerste betonhoogbouw van Philips aan de Emmasingel, die de vorm en de oriëntering van de nadien gerealiseerde hoogbouwen alsook de uiteindelijke uitstraling van het totale fabriekscomplex in hoge mate bleef bepalen. Onder de kop "Een Wereldindustrie" berichtte de Meierijsche Courant van 3 november 1908 over de aanbesteding "door de Heeren Philips en Co." van een fabrieksgebouw, vijf verdiepingen hoog en een grondoppervlak van 2000 vierkante meter in beslagnemend. Het artikel werd afgesloten met de enthousiaste mededeling dat het gebouw "het eerste in Nederland" betrof "geheel uit gewapend beton".

Met het heien van 1600 funderingspalen was toen al begonnen. "De bouw, die zes maanden in beslag zal nemen, zal worden uitgevoerd onder toezicht van de architecten G. Beltman AGzn. te Enschedé en de gemeentearchitect van Eindhoven Louis Kooken", aldus het krantebericht. Nauwelijks een jaar later besluit Philips nog zo'n bouwwerk te stichten. Het komt te staan in het verlengde van het eerste en reikend tot aan de Mathildelaan.

Hierna volgt een citaat uit De Peel- en Kempenbode van 22 december 1909: "Verbaasd heeft iedereen staan zien bij de oprichting van het groote betongebouw, dat zich verheft hoog in de lucht, zwaar massief en toch licht en bevallig. Nog zoo’n tweede gebouw zal in dezelfde lijn worden opgericht, omvangrijker dan het eerste, met een verdieping meer, die echter haar ruimte zal vinden onder den grond. Dit werk is opgedragen aan dezelfde firma die 't eerste gebouw leverde, de Hollandsche Beton Maatschappij voor de som van ƒ 125.000,- buiten de grondwerken." Medio 1911 werd deze tweede betonbouw betrokken.

Bouw van de Lichttoren 1920-1921

In maart 1920 vraagt de inmiddels in een N.V. omgedoopte Philips' Gloeilampenfabrieken bij het gemeentebestuur van Eindhoven om een bouw- en hinderwetvergunning voor de uitbreiding van de gloeilampenfabriek. Het betreft de bouw van onder meer de 48 meter hoge Lichttoren op de kop van de Emmasingel. Twee maanden later worden de vergunningen afgegeven. De Lichttoren werd ontworpen door het te Utrecht gevestigde TABROS, Technisch Advies Bureau ir. D. Roosenburg, Jhr. A.H. Op ten Noort en ir. L.S.P. Scheffer, waarin de drie genoemde architecten participeerden.
Van 1919 dateert een tussen Philips en dit architecten-collectief gesloten samenwerkingsverband. Gedurende een drietal jaren wordt vanaf 1919 bijna alle nieuwbouw bij Philips, voor zowel kantoren als fabrieken, ontworpen door TABROS.
De bouwtekeningen van de Lichttoren - een naam die 'vaneigens' ontstond, omdat op de bovenste etages van oudsher lampen worden beproefd op levensduur - blijken vrijwel allemaal gesigneerd door ir. Scheffer, die om die reden als de eigenlijke architect van de Lichttoren kan worden aangemerkt. De bouw werd evenals de voorgaande betonnen hoogbouwen uitgevoerd door de Hollandsche Betonmaatschappij (HBM) te 's-Gravenhage in samenwerking met De Vries Robbé uit Gorinchem.
De coördinerende tevens leidinggevende instantie was Philips' Technische Bedrijven onder directie van de sedert 1899 bij Philips in dienst zijnde Ing. A. de Broekert. Van de ontwerper Ir. Scheffer kan nog gezegd worden, dat hij vanaf de tweede helft jaren twintig hoofd is van de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente Amsterdam. De bouw van 'diens' Lichttoren vormde in 1921 het (voorlopige) sluitstuk van het fabriekscomplex-Emmasingel. Tussen Willemstraat, Emmasingel en Mathildelaan was immers alles volgebouwd.

Bouw van "grijze dame" 1927-1931
Na een jarenlange periode van research en proeffabricages op het gebied van de radiozend- en ontvangsttechniek zet het gloeilampenconcern Philips in 1925 definitief stappen op zijn weg naar het verwerven van een aandeel in de wereldmarkt van de radio-industrie.
Philips staat dan aan de vooravond van de achteraf bezien meest stormachtige ontwikkeling uit haar geschiedenis. Het personeelbestand in Eindhoven zal zich in de loop van vijf jaren verdrievoudigen tot ruim 22.000. In diezelfde periode verrijst op het fabriekscomplex Strijp de ene betonnen hoogbouw na de andere, maar ook het complex aan de Emmasingel wordt door Philips in de expansiedrift ten behoeve van de radio-industrie betrokken.
Daartoe wordt alle shedbouw aan de Emmasingel gesloopt en komt in drie bouwfasen de bouw van de in die jaren nog "grijze dame" tot stand. Van oktober 1925 dateren de eerste tekeningen met de uiteindelijk ook gerealiseerde gevelaanzichten, maar pas in mei 1927 wordt een eerste bouwaanvraag bij het gemeentebestuur van Eindhoven ingediend. Het betreft de betonhoogbouw die loodrecht staat op de Willemstraat.

Het ontwerp is van Philips Technisch Bedrijf afd. Bouwvakken, dan onder leiding van Ir. J.R. Bouten, de opvolger van Ing. De Broekert. Deze bouw werd al omstreeks maart 1928 in gebruik genomen. Twee maanden nadien, op 7 mei 1928, wordt de bouwvergunning verstrekt voor de tweede fase, In de loop van 1929 worden de lage shedgebouwen aan de Emmasingel gesloopt.
Op 31 augustus 1929 ten slot te wordt de bouwvergunning aangevraagd voor de laatste bouwfase van de grijze dame die zal worden verstrekt op 3 januari 1930. In 1930 wordt een aanvang gemaakt met de bouw van "De Witte Dame" waarna meteen begonnen wordt met de verst van de Licht toren verwijderde hoogbouwvleugels aan de Emmasingel. In de loop van 1931 wordt de bouw voltooid. Het grootste deel van het gebouw wordt aangewend voor de massafabricage van radiobuizen.

In de oorlogsjaren werd het gebouw door bombardementen weliswaar zwaar gehavend, maar het kon toch in de oorspronkelijke gedaante worden hersteld. Vermeldenswaard ten slotte is het gegeven dat het fabriekscomplex tot in 1953 haar grijze betonkleur behield. Toen pas werd het bouwwerk "wit" geverfd.

De weg naar een nieuwe bestemming
In 1973 werd bij Philips uitgebreid stilgestaan bij de herbestemming van het gigantische betonnen fabriekscomplex "Emmasingel". De functie van de in het stad beeld van Eindhoven markante "Lichttoren", vanaf haar ingebruikname in 1921 vereenzelvigd met het Philipsconcern, leidde al gauw tot het besluit dat dit gebouw met de aanleunende vleugel uit 1911 aan de Mathildelaan gehandhaafd moest blijven.

Het werd bestemd als huisvesting van het bestuurscentrum van de Hoofdindustriegroep Licht (nu: Philips Lighting). De consequentie van dit besluit betekende een grondige renovatie en aanpassing, die in de periode 1981-1988 volgens plan werd uitgevoerd. Daarop aansluitend werd in 1988 de dan 80 jaar oude eerste betonhoogbouw - midden in het Emmaingelcomplex gelegen - door de ijzeren "kaken" van een zogenaamde betonkraker van boven naar beneden gesloopt. De lotsbestemming van wat nu bekend is als De Witte Dame, met een totale vloeroppervlakte van 36.000 vierkante meter, was toen nog onbekend.

In februari 1995 schrijft Jacques Grijpink onder de titel "De Witte Dame wordt designcentrum van internationale allure" in het tijdschrift Brabantia. We citeren daaruit: "Het gebouw kwam leeg te staan en de sloop ervan leek een logisch gevolg. Ten stadhuize maar ook daarbuiten, gaf dat een onbehaaglijk gevoel. Of een beschuttende deken van de binnenstad zou worden weggetrokken.
De groeiende belangstelling van de Eindhovense burgerij voor het wel en wee van de stad kwam in dit geval tot uiting in de oprichting van de Stichting Emmasingel. Voorzitter werd dr. Wisse Dekker, de vroegere Philipspresident. Dat het gebouw behouden blijft, lijkt nu wel zeker." Grijpink eindigt zijn artikel met: "Er gaat daar de komende jaren heel wat gebeuren. Maar dat is weer een ander verhaal."
In maart 1995, een maand na het verschijnen van bovengenoemd artikel in Brabantia, verhuizen de allerlaatste gebruikers van de oude Witte Dame naar elders. De sleutel werd via de portier van Philips ingeleverd bij de (Her-)Ontwikkelingscombinatie De Witte Dame.


Bronnen:
Regionaal Historisdch Centrum Eindhoven (RHCe): Bouwvergunningen Eindhoven dossier 1920/151 (Lïchttoren), 1927/233, 1928/273, 1929/735 (alle drie Emmasingelcomplex); Philips Concern Archief, dossier 33 Eindhoven Emmasingel (uitbreidingen complex E).

Ad Otten
in: ’t Gruun Buukske 1995-118