Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

De Roode Leeuw: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 2: Regel 2:
 
Gemeentelijk monument
 
Gemeentelijk monument
  
Tijdens een uitgebreide bouwhistorische verkenning onder leiding van de Utrechtse bouwhistoricus Jan van der Hoeve is vastgesteld, dat de kapconstructie van het woonhuis nummer 14 in circa 1600 gebouwd is is en nog bijna volledig intact is. De datering van een kap vindt plaats op basis van diverse specifieke kenmerken. Zo wordt onder andere gelet op de opbouw van de spanten, het gebruikte materiaal en het aanwezig zijn van [http://www.agriwiki.nl/wiki/Telmerken telmerken].
+
Tijdens een uitgebreide bouwhistorische verkenning onder leiding van de Utrechtse bouwhistoricus Jan van der Hoeve is vastgesteld, dat de kapconstructie van het woonhuis nummer 14 circa 1600 gebouwd is is en nog bijna volledig intact is. De datering van een kap vindt plaats op basis van diverse specifieke kenmerken. Zo wordt onder andere gelet op de opbouw van de spanten, het gebruikte materiaal en het aanwezig zijn van [http://www.agriwiki.nl/wiki/Telmerken telmerken].
  
 
Deze kapconstructie bestaat uit 4 spanten. Elk spant bestaat uit 2 schaargebinten, namelijk een zoldergebint en een vlieringgebint en verder een nokstijl. Het zoldergebint bestaat uit krommers , een dekbalk en korbeels. De spanten van het nokgebint en ook de sporen van de kap zijn gemaakt van eikenhout en in verschillende spanten zijn gehakte en gesneden telmerken aangebracht. Essentieel voor de kap zijn de houtverbindingen in de vorm van pen-gatverbindingen, de tanden en de borsten. De krachten worden van hout op hout overgebracht en de houten toognagels zorgen er voor, dat de verbindingen strak worden aangetrokken. Bouten en schroeven werden voor deze kapconstructie nog niet gebruikt. Voor de verbinding van verschillende dragende houtdelen werd sporadisch gebruik gemaakt van gesmeed ijzer, zoals de nagels door korbeels en spantbenen.
 
Deze kapconstructie bestaat uit 4 spanten. Elk spant bestaat uit 2 schaargebinten, namelijk een zoldergebint en een vlieringgebint en verder een nokstijl. Het zoldergebint bestaat uit krommers , een dekbalk en korbeels. De spanten van het nokgebint en ook de sporen van de kap zijn gemaakt van eikenhout en in verschillende spanten zijn gehakte en gesneden telmerken aangebracht. Essentieel voor de kap zijn de houtverbindingen in de vorm van pen-gatverbindingen, de tanden en de borsten. De krachten worden van hout op hout overgebracht en de houten toognagels zorgen er voor, dat de verbindingen strak worden aangetrokken. Bouten en schroeven werden voor deze kapconstructie nog niet gebruikt. Voor de verbinding van verschillende dragende houtdelen werd sporadisch gebruik gemaakt van gesmeed ijzer, zoals de nagels door korbeels en spantbenen.

Versie van 20 apr 2013 om 12:48

Deel van de kapspanten uit circa 1600 van het huis De Roode Laauw
De Roode Leeuw, pand aan Rechtestraat 12a-14 uit circa 1600

Gemeentelijk monument

Tijdens een uitgebreide bouwhistorische verkenning onder leiding van de Utrechtse bouwhistoricus Jan van der Hoeve is vastgesteld, dat de kapconstructie van het woonhuis nummer 14 circa 1600 gebouwd is is en nog bijna volledig intact is. De datering van een kap vindt plaats op basis van diverse specifieke kenmerken. Zo wordt onder andere gelet op de opbouw van de spanten, het gebruikte materiaal en het aanwezig zijn van telmerken.

Deze kapconstructie bestaat uit 4 spanten. Elk spant bestaat uit 2 schaargebinten, namelijk een zoldergebint en een vlieringgebint en verder een nokstijl. Het zoldergebint bestaat uit krommers , een dekbalk en korbeels. De spanten van het nokgebint en ook de sporen van de kap zijn gemaakt van eikenhout en in verschillende spanten zijn gehakte en gesneden telmerken aangebracht. Essentieel voor de kap zijn de houtverbindingen in de vorm van pen-gatverbindingen, de tanden en de borsten. De krachten worden van hout op hout overgebracht en de houten toognagels zorgen er voor, dat de verbindingen strak worden aangetrokken. Bouten en schroeven werden voor deze kapconstructie nog niet gebruikt. Voor de verbinding van verschillende dragende houtdelen werd sporadisch gebruik gemaakt van gesmeed ijzer, zoals de nagels door korbeels en spantbenen.

Opmerkelijk is, dat in de constructie gebruik gemaakt is van hergebruikt materiaal, dat afkomstig is uit een voorgaande kapconstructie. Zo werd een onderdeel uit een houten voorgevel (de voorganger?) ontdekt. Aan de hand van al deze gegevens mag worden aangenomen dat de bouw van dit pand op het eind van de 16e of in het begin van de 17e eeuw heeft plaatsgevonden.

De zoldervloer is vermoedelijk in 1911 een meter verhoogd om meer hoogte op de eerste verdieping te krijgen. De relatief lage ruimte op de eerste verdieping werd tot die tijd vooral als slaapgedeelte of opslagruimte gebruikt. Maar op de begane grond werd sinds die tijd alle ruimte in beslag genomen door de winkel, zodat de eigenaars genoodzaakt werden om op de eerste verdieping te gaan wonen. De eerste verdieping werd een leef-verdieping, hetgeen ook een verhoging van de plafondhoogte vereiste. Bouwkundig is de verhoging onder meer opgelost door de zijmuren ter hoogte van de zolder te verhogen en ook de laagste dakdelen in zijn geheel te verhogen, waardoor een knik in de daklijn ontstaan is.

Door de verhoging van de zoldervloer ontstond een knik in de kap van De Roode Leeuw
Brouwerij De Roode Leeuw

Voor de eerste keer vinden we in 1643 in de schepenregisters van de stad Eindhoven een akte die betrekking heeft op de brouwerij met de naam 'De Roode Leeuw'. In 1700 werd het pand door Guilliam Neijnens en zijn vrouw Catalijn de With gekocht. Guilliam was van beroep meester schrijnwerker, fijn-meubelmaker. De huisnaam 'De Roode Leeuw' werd in alle aangetroffen aktes met betrekking tot aan- en verkoop in de periode tussen 1643 en 1800 consequent vermeld. En steeds opnieuw werd in de schepenakten melding gemaakt van een "aanzienlijk en welgelegen huis met achterhuis en stalling".

Uit de archiefstukken is op te maken, dat achter het pand ook een brouwerij gevestigd was. Maar omdat het grondgebied helemaal tot aan de huidige Keizersgracht doorliep, is het best mogelijk, dat de brouwerij aan de oude gracht, de brandgraaf, heeft gestaan. In een verkoopakte uit 1720 werden het pand, een achterhuis, de brouwerij, tonnen, kuipen, brouwketels en een aantal gereedschappen na het overlijden van Arnoldus Eijke voor 1.310 gulden verkocht aan Allegonda de Haes, die toen weduwe was van oud schepen en burgemeester Adriaen van Rijsingen. Op de plaats waar nu het warenhuis van V&D op de hoek Rechtestraat / Vrijstraat staat, heeft tot het begin van deze eeuw brouwerij de Haes gestaan. Of er enig verband is tussen deze brouwerij en Allegonda de Haes is (nog) niet bekend.

Artsen en predikantenwoning In een akte uit 1734 staat vermeld dat de oude brouwerij als woonhuis voor predikant Thielen werd gebruikt. Gerardus Thielen heeft van 1730 tot 1772 de hervormde kerk in Eindhoven gediend. In januari 1749 kocht medicine doctor (arts) Andreas le Heu het pand, terwijl predikant Thielen nog steeds de bewoner van de omgebouwde brouwerij was. Nadat Andreas le Heu was overleden, hertrouwde zijn weduwe met Guilielmus Paschalius Goltfius, die ook arts was.

Rechtestraat 12a en 14a
In oktober 1795 werd het huis publiekelijk voor 3.450 gulden verkocht aan Jan Willem Hoefnagels. Die was destijds winkelier in koffie, thee, chocolade, kruidenierswaren, tabak en snuif. Die verkocht het huis in 1837 aan (zijn zoon?) tabaksfabrikant Petrus Andreas Hoefnagels. Petrus was in het midden van de 19e eeuw een van de meest vooraanstaande inwoners van de stad Eindhoven, hij was lid van de gemeenteraad en ook van de Provinciale Staten. Van de in 1845 opgerichte tabaksfabriek van deze Petrus is bekend, dat zij in 1847 al 27 werknemers had.

In april 1872 kwan het pand in handen van Johannes Henricus van Lierop. Ook deze Van Lierop was een belangrijke Eindhovense tabaksfabrikant, die in 1847 een fabriek met 29 werknemers bezat.

In augustus 1886 werd Martinus Franciscus van Piere, de later zo bekende boekdrukker uit Eindhoven, de nieuwe eigenaar. Van Piere kreeg toestemming om de open ruimte tussen de nummers 12 en 14, die tot die tijd door het kadaster werd omschreven als erf, te bebouwen. Tegen de zijgevels van het pand De Roode Leeuw en het rechts ernaast gelegen huis De Eenhoorn liet hij toen een kamer bouwen. Op de begane grond handhaafde hij de doorgang, een poort waar men te voet of met paard en wagen onder door kon. De huidige bovenwoning hoort nu bij huisnummer 12a.

In augustus 1890 werd het pand gekocht door Johannes Franciscus Pompen uit Sterksel. Die was onder andere lid van de Provinciale Staten. Het buurpand De Eenhoorn en de kamer boven de poort waren eigendom van zijn dochter Maria Anna Dimphna Pompen. Samen waren zij verantwoordelijk voor het samenvoegen van de gevels van de twee huizen. Achter het pand liet Pompen een remise bouwen.

Tot circa 1934 werd melding gemaakt van een 'invaart', een doorgang tussen Rechtestraat en de achterzijde van het pand. Bij een verbouwing in 1933/1934 is die poort, de invaart, gedicht en liet de eigenaar, kleermaker Grünfeld, de voorgevel veranderen tot één geheel met de erboven gelegen verdieping. Dat kreeg huisnummer 12a. Daarin vinden we achtereenvolgens de bijouteriewinkel Mille Couleurs (Souvenirs), in 1975 Bom-Bar-don, in 1988 modezaak Tango, in 1991 modezaak Chacon Lingerie.

Nummer 14 Een aanvraag voor een bouwvergunning uit 1934 duidde op een kleine ramp. Bouwbedrijf C. Bakx & Co. kreeg een vergunning om een afgebrande winkel te herstellen. Bij die brand is gelukkig de volledige kapconstructie gespaard gebleven, en daarom niet vervangen door een plat dak, zoals we in die tijd vaker hebben gezien. In februari 1935 kocht schoenfabrikant Hieronymus Jacobus Coolen uit Weert het pand. Zijn dochter Maria Elisabeth, gehuwd met Petrus Johannes Antonius Peels runden hier tot 1957 de schoenenzaak met de winkelnaam 'De Kroon'.

In 1957 kwam de NV Bata in het pand. In 1966 gevolgd door de dames- en herenmodewinkel van Wenting. In 1999 volgde kledingwinkel Setpoint.