Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

De zuivelindustrie in Stratum tussen 1899 en 1919: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
Regel 35: Regel 35:
 
J. Spoorenberg<br />
 
J. Spoorenberg<br />
 
in: 't Gruun Buukske 1992-9 e.v.
 
in: 't Gruun Buukske 1992-9 e.v.
[[Categorie:Mensen]]<br />
+
[[Categorie:zakelijk]]<br />
[[categorie:Handel en industrie]]
+
[[categorie:(Detail)handel]]
 
[[categorie:Zuivelindustrie]]
 
[[categorie:Zuivelindustrie]]

Huidige versie van 25 feb 2016 om 17:18

Zuivelindustrie: nieuwe initiatieven in Stratum

In 1899 vroeg F.A.M. Crielaers in Stratum een vergunning aan om een stoommachine te mogen plaatsen in zijn boterfabriek. Die fabriek was gevestigd in zijn oude sigarenfabriek op de hoek Tongelresestraat-Lakerstraat. Het gebouw staat er nog en is nu in gebruik als opslagruimte. Blijkens het gemeenteverslag had de stoommachine een vermogen van 15 pk. In 1900 had Crielaers drie arbeiders in dienst, een aantal dat in de volgende jaren zou uitgroeien tot vijf mannen en een meisje.

Crielaers produceerde niet alleen roomboter, maar handelde ook in margarine. In 1902 werd hij ervan beschuldigd de Boterwet te hebben overtreden en partijen met margarine vermengde boter o.m. aan Duitsland te hebben verkocht. Naar het oordeel van de rechter slaagde het openbaar ministerie er echter niet in de overtreding overtuigend aan te tonen en Crielaers werd dan ook vrijgesproken.

Toen in 1903 de oude stoombierbrouwerij van F. Keunen aan de brug van de Stratumsedijk geveild werd, wist Crielaers het gebouw met het aanpalende woonhuis voor ƒ 12.975,- aan te kopen. De boterfabriek verhuisde daarna naar de brouwerij, waar zij tot 1906 in bedrijf zou zijn. De reden waarom Crielaers toen zijn bedrijf heeft gesloten is onbekend.

Intussen was in 1900 in Stratum een tweede poging gedaan om een boterfabriek op te richten. De initiatiefnemers waren dit keer A.A.C.M. Raupp en een zekere Schenaerts, die een fabriek wilden stichten in de Roosten. De aangevraagde hinderwetvergunning voor een stoommachine werd verleend, maar het heeft er alle schijn van, dat er geen gebruik van is gemaakt.

Einde 1910 of begin 1911 was er in Stratum sprake van een derde initiatief. Na een aantal propagandalezingen door de rijkszuivelconsulent J.J. Wintermans waren twintig boeren zo enthousiast geworden, dat zij besloten tot de oprichting van de Coöperatieve Moderne Melkinrichting, die later ook wel melkinrichting "Moderne" zou worden genoemd. Voor het benodigde geld zorgde de Boerenleenbank, terwijl de boeren zelf een aantal aandelen namen dat overeenkwam met hun aantal koeien. Nog hetzelfde jaar werden ook tien grote boeren uit Woensel lid van de coöperatie. In januari 1911 kon de bouw van de fabriek worden aanbesteed. Het werk werd voor ƒ 6.985,- gegund aan de firma J. Hageman in Woensel. In maart werd H.J.F. Disselhoff tot directeur aangesteld; hij was tot dan onderdirecteur van de coöperatieve melkinrichting in Roermond geweest. Disselhoff was in 1887 in Hilversum geboren en was rooms-katholiek.

Het bedrijf is waarschijnlijk in juni geopend, want toen werden in de krant melkventers gevraagd. De melkinrichting (met melksalon) was aanvankelijk alleen gevestigd aan de Bleekstraat (ook dit pand staat er nog, tegelhandel Hiva is erin gevestigd), in 1913 blijken er echter ook twee filialen in Woensel te zijn en wel aan de Kerkweg (Kruisstraat) en de Hemelrijken, terwijl er op het einde van dat jaar ook nog een filiaal was gevestigd in Geldrop, maar al die nevenvestigingen zullen ongetwijfeld alleen voor de detailhandel hebben gediend.

Disselhoff heeft het niet lang uitgehouden in Stratum. Al in november 1911 verhuisde hij naar Helmond. Hij werd in november 1912 (!) opgevolgd door A.H. Huizing, die in 1878 in Hoogezand was geboren en eveneens rooms-katholiek was. Huizing kwam vanuit Heerde naar Stratum en zou in februari 1915 naar Amsterdam verhuizen. Merkwaardig genoeg is er in zijn periode sprake van een tweede directeur, nl. R.C. Lucassen, die eveneens rooms-katholiek was, in 1889 in Nijmegen was geboren en in juni 1913 uit Groesbeek naar Stratum verhuisde. Op 3 april 1915 verhuisde hij naar Schoten.

In 1914/1915 kwam het bedrijf in andere handen. Hoe dat precies is verlopen, weten we niet, want de berichtgeving is niet erg helder. In december 1914 meldde de krant, dat het bedrijf voor ƒ 16.510 was aangekocht door de Stratumse wethouder P. Versantvoort. Op het einde van dat jaar werd de firma Van Heerturn & Cie opgericht; firmanten hiervan waren P. Versantvoort, M.W.C. van Heertum uit Dongen, die directeur van een zuivelfabriek was, A.C.J. van Heertum uit Schijndel, de Woenselse landbouwer W. Renders en de Stratummer L. van Kuyk.
In het landbouwverslag over 1915 is te lezen, dat de melkinrichting op 17 maart 1915 werd verkocht aan "een consortium". Daarmee werd ongetwijfeld deze firma Van Heertum bedoeld, want M.W.C. van Heertum werd toen directeur. In april 1919 staakte het bedrijf zijn activiteiten. Volgens een krantenbericht zou het zijn overgenomen door de melkinrichting St.Joseph, waarbij gebouwen en machinerieën buiten de transactie waren gebleven. Het jaarverslag van St.Joseph maakt alleen melding van de overname van achttien ventwagens.

bronnen:
- De vele kranten, in bezit van het RHCe, die door mevrouw P.C. de Haas — van den Boer geïndiceerd zijn.
- RHCe: de administratieve archieven van Eindhoven en de verschillende voormalige gemeenten, met name in de landbouwverslagen en de hinderwetten.
- De Nederlandsche Landbouw in het Tijdvak 1813-1913 ('s-Gravenhage, 1913).
- H. van Velthoven, De Vestiging van de Moderne Zuivelindustrie In Noord-Brabant en Limburg (In: Tijdschrift voor Economische Geographie, vijftiende jaargang, 1914, 175-185).
- Mr. J.J. Wintermans, Geschiedenis van den Noordbrabantschen Boerenbond N.C.B, (z.pl., 1946).
- Een eeuw boeren op papier, tentoonstelling over de archieven van drie landbouwcoöperaties In het zuiden: Camplna, CHV, Suiker—Unie ('s-Hertogenbosch, 1988).
- J.C. Dekker, Het ontstaan van de zuivelcoöperaties in het zuiden van Nederland (In: Industriële Archeologie nr. 40 (1991).
- Martijn Bakker, Boterbereiding in de late negentiende eeuw (Zutphen, 1991).
- De jaarverslagen uit de beginjaren van St. Joseph en St.Petrus, die aanwezig zijn in de bibliotheek van het RHCe.
- Informatie van de familie Bannenberg en de heren J. Adang en L. Vrijdag.

J. Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1992-9 e.v.