Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Garagehouder W.G.A. Kerssemakers: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
Regel 4: Regel 4:
 
Hetzelfde jaar adverteerde hij met een 'tentoonstelling' van Monarch-schrijfmachines in de etalage van behanger en stoffeerder Lebesque aan de Volderstraat.<sup>12</sup> Hij was blijkbaar van vele markten thuis. In de Eerste Wereldoorlog werd Kerssemakers gemobiliseerd. Zijn verzoek aan de Minister van Oorlog om verlof om zijn zaken gaande te houden, werd afgewezen. Daardoor was hij gedwongen om zijn technisch bureau met het daaraan verbonden garagebedrijf m.i.v. 15 februari 1915 tijdelijk te sluiten.<sup>13</sup><br>
 
Hetzelfde jaar adverteerde hij met een 'tentoonstelling' van Monarch-schrijfmachines in de etalage van behanger en stoffeerder Lebesque aan de Volderstraat.<sup>12</sup> Hij was blijkbaar van vele markten thuis. In de Eerste Wereldoorlog werd Kerssemakers gemobiliseerd. Zijn verzoek aan de Minister van Oorlog om verlof om zijn zaken gaande te houden, werd afgewezen. Daardoor was hij gedwongen om zijn technisch bureau met het daaraan verbonden garagebedrijf m.i.v. 15 februari 1915 tijdelijk te sluiten.<sup>13</sup><br>
 
   
 
   
[[bestand:Kerssemakers.jpg|thumb|500px|right|Briefhoofd van Garage Kerssemakers aan de Parallelweg. (archief fam. J. Babbenberg)]]
+
[[bestand:Kerssemakers.jpg|thumb|500px|right|Briefhoofd van Garage Kerssemakers aan de Parallelweg. (archief fam. J. Bannenberg)]]
 
Blijkbaar heeft hij zijn verdere diensttijd gebruikt om zijn toekomst nog eens te overdenken, want een jaar later liet hij aan de Parallelweg een nieuwe garage bouwen, met showroom en stallingsmogelijkheden. Dankzij de aanwezigheid van een conciërge was het gebouw dag en nacht geopend.<sup>14</sup><br>
 
Blijkbaar heeft hij zijn verdere diensttijd gebruikt om zijn toekomst nog eens te overdenken, want een jaar later liet hij aan de Parallelweg een nieuwe garage bouwen, met showroom en stallingsmogelijkheden. Dankzij de aanwezigheid van een conciërge was het gebouw dag en nacht geopend.<sup>14</sup><br>
 
De tijd zat hem echter niet mee. In verband met de aanhoudende schaarste volgde na een eerdere distributie van brandstof in december 1917 een algeheel rijverbod voor particuliere auto's. Deze maatregel werd pas op 23 november 1918 opgeheven. In 1916 kon Kerssemakers blijkens zijn briefhoofd al diverse automerken leveren, maar helaas is niet bekend welke dat zijn geweest. Zes jaar later importeerde hij Renaults, nog een jaar later was hij vertegenwoordiger voor Noord-Brabant en Limburg van Renault, Minerva en verschillende niet nader aangeduide Amerikaanse merken en in 1927 vertegenwoordigde hij Renault, Buick en de Belgische fabriek FN.<sup>15</sup> Intussen had hij in 1920 zijn rijwielafdeling opgeheven.<br>
 
De tijd zat hem echter niet mee. In verband met de aanhoudende schaarste volgde na een eerdere distributie van brandstof in december 1917 een algeheel rijverbod voor particuliere auto's. Deze maatregel werd pas op 23 november 1918 opgeheven. In 1916 kon Kerssemakers blijkens zijn briefhoofd al diverse automerken leveren, maar helaas is niet bekend welke dat zijn geweest. Zes jaar later importeerde hij Renaults, nog een jaar later was hij vertegenwoordiger voor Noord-Brabant en Limburg van Renault, Minerva en verschillende niet nader aangeduide Amerikaanse merken en in 1927 vertegenwoordigde hij Renault, Buick en de Belgische fabriek FN.<sup>15</sup> Intussen had hij in 1920 zijn rijwielafdeling opgeheven.<br>
 
Toen Kerssemakers zijn bedrijf in 1921 liet inschrijven in het toen ingevoerde handelsregister, werkte hij onder de naam Automobielgarage W. Kerssemakers.<br>
 
Toen Kerssemakers zijn bedrijf in 1921 liet inschrijven in het toen ingevoerde handelsregister, werkte hij onder de naam Automobielgarage W. Kerssemakers.<br>
Negen jaar later verkocht hij zijn onderneming aan FJ. Keunen, die haar onder zijn eigen naam voortzette en al direct reclame maakte als Chrysler-dealer. Einde 1937 nam A.F. (Frans) van Beek het bedrijf van hem over. Hij zette het voort als Van Beek-Service-Station en vertegenwoordigde de merken De Soto en D.K.W. Aan de onderneming was toen ook het taxibedrijf verbonden dat Van Beek al eerder exploiteerde onder de naam Drietax en Zestax. Vermoedelijk heeft Frans van Beek zijn onderneming in 1939 geliquideerd.<sup>16</sup><br>
+
[[bestand:Kerssemakers1.jpg|thumb|500px|right|Briefhoofd van Garage Kerssemakers aan de Parallelweg. (archief fam. J. Bannenberg)]]Negen jaar later verkocht hij zijn onderneming aan FJ. Keunen, die haar onder zijn eigen naam voortzette en al direct reclame maakte als Chrysler-dealer. Einde 1937 nam A.F. (Frans) van Beek het bedrijf van hem over. Hij zette het voort als Van Beek-Service-Station en vertegenwoordigde de merken De Soto en D.K.W. Aan de onderneming was toen ook het taxibedrijf verbonden dat Van Beek al eerder exploiteerde onder de naam Drietax en Zestax. Vermoedelijk heeft Frans van Beek zijn onderneming in 1939 geliquideerd.<sup>16</sup><br>
 
Vanuit zijn woonhuis in Stratum begon hij daarna een rijschool. Veel Eindhovenaren zullen dit instituut nog hebben gekend. Na de oorlog was het jarenlang gevestigd in het voormalige Sint-Vincentiusgebouw aan de Ten Hagestraat.<br>
 
Vanuit zijn woonhuis in Stratum begon hij daarna een rijschool. Veel Eindhovenaren zullen dit instituut nog hebben gekend. Na de oorlog was het jarenlang gevestigd in het voormalige Sint-Vincentiusgebouw aan de Ten Hagestraat.<br>
 
Kerssemakers was in 1932 met zijn vrouw naar de Haviklaan verhuisd. Daar bleef hij de auto trouw, want twee jaar later dreef hij er zijn Brabantsch Auto-Expertise-Bureau.<sup>17</sup> Blijkbaar was hij alleen omgeschakeld. Het is wel aardig hier nog aan toe te voegen, dat Kerssemakers in latere jaren belangstelling kreeg voor heemkunde. In 1938 was hij een van de oprichters van de Oudheidkundige Kring Kempenland, de voorganger van de inmiddels opgeheven Heemkundige Studiekring Kempenland. Binnen het bestuur zou hij met grote nauwgezetheid de taak van secretaris vervullen.<br>
 
Kerssemakers was in 1932 met zijn vrouw naar de Haviklaan verhuisd. Daar bleef hij de auto trouw, want twee jaar later dreef hij er zijn Brabantsch Auto-Expertise-Bureau.<sup>17</sup> Blijkbaar was hij alleen omgeschakeld. Het is wel aardig hier nog aan toe te voegen, dat Kerssemakers in latere jaren belangstelling kreeg voor heemkunde. In 1938 was hij een van de oprichters van de Oudheidkundige Kring Kempenland, de voorganger van de inmiddels opgeheven Heemkundige Studiekring Kempenland. Binnen het bestuur zou hij met grote nauwgezetheid de taak van secretaris vervullen.<br>

Huidige versie van 27 jan 2019 om 14:10

W.G.A. Kerssemakers, Eindhovens eerste garagehouder
Het eerste bericht over een echt Eindhovens garagebedrijf dateert van 19 november 1907. W.G.A. Kerssemakers maakte toen reclame voor zijn benzine 'aan concurrerende prijzen', originele Orion Valvoline in bussen van l tot 30 liter en Orion carbid (voor de verlichting) in bussen van 1/10 tot 10 kg. Tevens bood hij zijn klanten de mogelijkheid gedurende het winterseizoen gewone en motorrijwielen bij hem te stallen. Zijn bedrijf was te vinden aan de Parallelweg, nu 18 Septemberplein, ongeveer waar nu de hoek van de Hermanus Boexstraat is.11
Walter Kerssemakers was in 1884 in Eindhoven geboren, waar zijn vader, de bekende kunstschilder Anton, een leerlooierij bezat. In tegenstelling tot veel toekomstige collega's was hij geen smid. Al in 1906 adverteerde hij in de Meierij sche Courant met zijn Technisch Bureau, dat toen o.m. de originele 'Otto' Deutz motoren kon leveren en twee jaar later maakte hij reclame voor een stronken-rooimachine.
Hetzelfde jaar adverteerde hij met een 'tentoonstelling' van Monarch-schrijfmachines in de etalage van behanger en stoffeerder Lebesque aan de Volderstraat.12 Hij was blijkbaar van vele markten thuis. In de Eerste Wereldoorlog werd Kerssemakers gemobiliseerd. Zijn verzoek aan de Minister van Oorlog om verlof om zijn zaken gaande te houden, werd afgewezen. Daardoor was hij gedwongen om zijn technisch bureau met het daaraan verbonden garagebedrijf m.i.v. 15 februari 1915 tijdelijk te sluiten.13

Briefhoofd van Garage Kerssemakers aan de Parallelweg. (archief fam. J. Bannenberg)

Blijkbaar heeft hij zijn verdere diensttijd gebruikt om zijn toekomst nog eens te overdenken, want een jaar later liet hij aan de Parallelweg een nieuwe garage bouwen, met showroom en stallingsmogelijkheden. Dankzij de aanwezigheid van een conciërge was het gebouw dag en nacht geopend.14
De tijd zat hem echter niet mee. In verband met de aanhoudende schaarste volgde na een eerdere distributie van brandstof in december 1917 een algeheel rijverbod voor particuliere auto's. Deze maatregel werd pas op 23 november 1918 opgeheven. In 1916 kon Kerssemakers blijkens zijn briefhoofd al diverse automerken leveren, maar helaas is niet bekend welke dat zijn geweest. Zes jaar later importeerde hij Renaults, nog een jaar later was hij vertegenwoordiger voor Noord-Brabant en Limburg van Renault, Minerva en verschillende niet nader aangeduide Amerikaanse merken en in 1927 vertegenwoordigde hij Renault, Buick en de Belgische fabriek FN.15 Intussen had hij in 1920 zijn rijwielafdeling opgeheven.
Toen Kerssemakers zijn bedrijf in 1921 liet inschrijven in het toen ingevoerde handelsregister, werkte hij onder de naam Automobielgarage W. Kerssemakers.

Briefhoofd van Garage Kerssemakers aan de Parallelweg. (archief fam. J. Bannenberg)
Negen jaar later verkocht hij zijn onderneming aan FJ. Keunen, die haar onder zijn eigen naam voortzette en al direct reclame maakte als Chrysler-dealer. Einde 1937 nam A.F. (Frans) van Beek het bedrijf van hem over. Hij zette het voort als Van Beek-Service-Station en vertegenwoordigde de merken De Soto en D.K.W. Aan de onderneming was toen ook het taxibedrijf verbonden dat Van Beek al eerder exploiteerde onder de naam Drietax en Zestax. Vermoedelijk heeft Frans van Beek zijn onderneming in 1939 geliquideerd.16

Vanuit zijn woonhuis in Stratum begon hij daarna een rijschool. Veel Eindhovenaren zullen dit instituut nog hebben gekend. Na de oorlog was het jarenlang gevestigd in het voormalige Sint-Vincentiusgebouw aan de Ten Hagestraat.
Kerssemakers was in 1932 met zijn vrouw naar de Haviklaan verhuisd. Daar bleef hij de auto trouw, want twee jaar later dreef hij er zijn Brabantsch Auto-Expertise-Bureau.17 Blijkbaar was hij alleen omgeschakeld. Het is wel aardig hier nog aan toe te voegen, dat Kerssemakers in latere jaren belangstelling kreeg voor heemkunde. In 1938 was hij een van de oprichters van de Oudheidkundige Kring Kempenland, de voorganger van de inmiddels opgeheven Heemkundige Studiekring Kempenland. Binnen het bestuur zou hij met grote nauwgezetheid de taak van secretaris vervullen.

Noten:
11 Meierijsche Courant (MC) 19-11-1907
12 MC resp. 28-6-1906, 16-5-1908 en 29-2-1908
13 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Archief Kamer van Koophandel Correspondentie 1914-1917, brief 18-2-1915
14 MC, 12-4-1916
15 RHCeCollectie briefhoofden W. Kerssemakers
16 Rijks Archief Noord-Brabant, Archief Kamer van Koophandel Eindhoven, dossiers handelsregisters nrs. 1171 en 7224
17 MC, 1-2-1908

Jan Spoorenberg 2004

Bronnen:
Uit: Jaarboek Eindhoven 2003/2004 blz 41-59
DE VROEGSTE GESCHIEDENIS VAN DE AUTO IN EINDHOVEN