Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Het Hooghuis: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 1: Regel 1:
 
[[bestand:Hooghuisnw.jpg|thumb||right|500px|Afbeelding uit de Eindhovensche Illustratie van 14 maart 1930. Het witte pand heet Het Hooghuis, rechts van dat inmiddels gesloopte pand loopt nu de Hooghuisstraat]]<big>'''Het Hooghuis, huisnaam Rechtestraat 40.<br>'''</big>
 
[[bestand:Hooghuisnw.jpg|thumb||right|500px|Afbeelding uit de Eindhovensche Illustratie van 14 maart 1930. Het witte pand heet Het Hooghuis, rechts van dat inmiddels gesloopte pand loopt nu de Hooghuisstraat]]<big>'''Het Hooghuis, huisnaam Rechtestraat 40.<br>'''</big>
  
Het oude pand met de naam Het Hooghuis is in 1938 afgebroken, ofschoon daar geen urgente reden voor was. De eigenaar had waarschijnlijk alleen behoefte aan een nieuw, modern pand..<br>
+
Het oude pand met de naam Het Hooghuis is in 1938 afgebroken, ofschoon daar geen urgente reden voor was. De eigenaar had waarschijnlijk alleen behoefte aan een nieuw, modern pand.<br>
Het oude pand dat hier voor 1939 stond had de algemeen bekende naam Het Hooghuis en was sinds het midden van de achttiende eeuw in handen van de familie Smits, de beroemde textielfabrikanten..<br>
+
Het oude pand dat hier voor 1939 stond had de algemeen bekende naam Het Hooghuis en was sinds het midden van de achttiende eeuw in handen van de familie Smits, de beroemde textielfabrikanten.<br>
  
 
Een kort overzicht van de eigenaren.<br>
 
Een kort overzicht van de eigenaren.<br>
 
In 1681 was Coenraet van Boxmeer eigenaar van een huis met achterhuis aan de Rechtestraat.
 
In 1681 was Coenraet van Boxmeer eigenaar van een huis met achterhuis aan de Rechtestraat.
In 1694 wordt dat huis door Johan van Flodrop, de regerende burgemeester, gekocht..<br>
+
In 1694 wordt dat huis door Johan van Flodrop, de regerende burgemeester, gekocht.<br>
 
Die verkoopt het in 1701 aan Johan Colen, die in 1694/1695 burgemeester was. Het huis wordt in die akte omschreven als: welgelegen huis en achterhuis met recht op de invaart en een hof daaraan gelegen.<br>
 
Die verkoopt het in 1701 aan Johan Colen, die in 1694/1695 burgemeester was. Het huis wordt in die akte omschreven als: welgelegen huis en achterhuis met recht op de invaart en een hof daaraan gelegen.<br>
In 1770 is zijn zoon, Godefridus Colen (1734-1775) de eigenaar van het huis..<br>
+
In 1770 is zijn zoon, Godefridus Colen (1734-1775) de eigenaar van het huis.<br>
  
In 1790 koop Johannes Theodorus Smits (1754-1827) het huis, achterhuis en hof inclusief de strook grond tussen de Brandgraaf en de stadswal. Het perceel grond, dat bij dit huis hoorde, liep dus vanaf de Rechtestraat helemaal door tot de (huidige) Keizersgracht. Deze Jan Smits was de textielfabrikant, die zijn fabriek had bij de Dommel, in het gebied dat als De Bouw bekend stond. En uiteraard was Jan ook burgemeester van de stad Eindhoven geweest.: in 1778/1778 en 1782/1783 Hij was getrouwd met Veronica Cornelia Janssen (1754-1832). Zij kocht ook het buitenhuis, dat nu bekend is als Kasteel Eckart in Woensel..<br>
+
In 1790 koop Johannes Theodorus Smits (1754-1827) het huis, achterhuis en hof inclusief de strook grond tussen de Brandgraaf en de stadswal. Het perceel grond, dat bij dit huis hoorde, liep dus vanaf de Rechtestraat helemaal door tot de (huidige) Keizersgracht. Deze Jan Smits was de textielfabrikant, die zijn fabriek had bij de Dommel, in het gebied dat als De Bouw bekend stond. En uiteraard was Jan ook burgemeester van de stad Eindhoven geweest.: in 1778/1778 en 1782/1783 Hij was getrouwd met Veronica Cornelia Janssen (1754-1832). Zij kocht ook het buitenhuis, dat nu bekend is als Kasteel Eckart in Woensel.<br>
In 1823 is Veronica, ze is dan inmiddels weduwe, de eigenaresse. Zij overlijdt in 1832 en in dat jaar wordt haar zoon Johannes Jacobus Smits (1781-1847) de nieuwe eigenaar. Inmiddels wordt het geheel omschreven als “huis, pakhuis en erf”. Deze Jan Smits koopt later de adellijke titel en mag zich dan met de achternaam “Smits van Eckart” tooien..<br>
+
In 1823 is Veronica, ze is dan inmiddels weduwe, de eigenaresse. Zij overlijdt in 1832 en in dat jaar wordt haar zoon Johannes Jacobus Smits (1781-1847) de nieuwe eigenaar. Inmiddels wordt het geheel omschreven als “huis, pakhuis en erf”. Deze Jan Smits koopt later een adellijke titel en mag zich dan met de achternaam “Smits van Eckart” tooien.<br>
Na het overlijden van Johannes Jacobus in 1847 gaat het eigendom feitelijk over naar Josephus Smits (1766-1845), een andere zoon van Jan en Veronica. Maar omdat deze Josephus al is overleden, wordt zijn weduwe, Aldegondis Margaretha Bruijnen (1795-1865) de officiële eigenares. Haar beroep luidt: rentenierster; ze werkt niet, en zal vrij vermogend zijn geweest..<br>
+
Na het overlijden van Johannes Jacobus in 1847 gaat het eigendom feitelijk over naar Josephus Smits (1766-1845), een andere zoon van Jan en Veronica. Maar omdat deze Josephus al is overleden, wordt zijn weduwe, Aldegondis Margaretha Bruijnen (1795-1865) de officiële eigenares. Haar beroep luidt: rentenierster; ze werkt niet, en zal vrij vermogend zijn geweest.<br>
Johannes Theodorus Smits van Oyen (1823-1898), ook een oud-burgemeester en zoon van Josephus en Aldegondis, wordt na overlijden van zijn  moeder  in 1865 de nieuwe eigenaar. Hij is gehuwd met Johanna Hendrika Heere (1834-1914). Op latere leeftijd is Jan lid van de Eerste Kamer. Deze Jan laat enkele verbouwingen aan het huis uitvoeren, zodat daarna gesproken kan worden van een “huis met een stal, een koetshuis en een binnenplaats”. ”.<br>
+
Johannes Theodorus Smits van Oyen (1823-1898), ook een oud-burgemeester en zoon van Josephus en Aldegondis, wordt na overlijden van zijn  moeder  in 1865 de nieuwe eigenaar. Hij is gehuwd met Johanna Hendrika Heere (1834-1914). Op latere leeftijd is Jan lid van de Eerste Kamer. Deze Jan laat enkele verbouwingen aan het huis uitvoeren, zodat daarna gesproken kan worden van een “huis met een stal, een koetshuis en een binnenplaats”.<br>
In 1887 laat Jan een forse verbouwing uitvoeren. Dan verschijnt ook een koepel en een serre aan de achterzijde van het huis. Vermoedelijk is dat de datum, waarin de naam “Hooghuis” is ontstaan, want in de schepenbankakten is voorheen nooit melding gemaakt van een huisnaam. Dit pand Het Hooghuis kennen we dus van afbeeldingen uit de eerste helft van de twintigste eeuw..<br>
+
In 1887 laat Jan een forse verbouwing uitvoeren. Dan verschijnt ook een koepel en een serre aan de achterzijde van het huis. Vermoedelijk is dat de datum, waarin de naam “Hooghuis” is ontstaan, want in de schepenbankakten is voorheen nooit melding gemaakt van een huisnaam. Dit pand Het Hooghuis kennen we dus van afbeeldingen uit de eerste helft van de twintigste eeuw.<br>
 
Als Jan Theodoor in 1898 is overleden wordt Jans weduwe Johanna Heere de nieuwe eigenares.
 
Als Jan Theodoor in 1898 is overleden wordt Jans weduwe Johanna Heere de nieuwe eigenares.
Na het overlijden van Johanna gaat het geheel volgens testament in 1914 over op haar zoon Mr Norbertus Cornelius Maria Smits van Oyen, advocaat van beroep. Dit deel van de erfenis bestaat dan uit het huis met het koetshuis, de serre en de tuin. .<br>
+
Na het overlijden van Johanna gaat het geheel volgens testament in 1914 over op haar zoon Mr Norbertus Cornelius Maria Smits van Oyen, advocaat van beroep. Dit deel van de erfenis bestaat dan uit het huis met het koetshuis, de serre en de tuin.<br>
Tot slot zijn nog enkele kleinkinderen van het echtpaar Smits-Heere (Johannes, Theresia en Godfried) vanaf 1915 de eigenaren. Zij zijn de laatsten uit de roemruchte familie Smits die het Hooghuis in bezit hebben gehad..<br>
+
Tot slot zijn nog enkele kleinkinderen van het echtpaar Smits-Heere (Johannes, Theresia en Godfried) vanaf 1915 de eigenaren. Zij zijn de laatsten uit de roemruchte familie Smits die het Hooghuis in bezit hebben gehad.<br>
De gemeente Eindhoven koopt het pand in 1920. Zij heeft dan vermoedelijk al plannen om ergens in deze buurt een doorbraak te maken naar de Keizersgracht. Tussen 1922 en 1926 is het pand de basis geweest van de afdeling der gemeentelijke Secretarie Bevolking, de Burgerlijke Stand, de Burgerwacht, de afdeling Burgerzaken en de gemeentelijke Huurcommissie. Ook de Politie en de gemeente-ontvanger waren hier werkzaam..<br>
+
De gemeente Eindhoven koopt het pand in 1920. Zij heeft dan vermoedelijk al plannen om ergens in deze buurt een doorbraak te maken naar de Keizersgracht. Tussen 1922 en 1926 is het pand de basis geweest van de afdeling der gemeentelijke Secretarie Bevolking, de Burgerlijke Stand, de Burgerwacht, de afdeling Burgerzaken en de gemeentelijke Huurcommissie. Ook de Politie en de gemeente-ontvanger waren hier werkzaam.<br>
In 1934 wordt nog melding gemaakt van een taleninstituut dat van hier uit lessen geeft. Dit instituut heeft de naam “The Berlitzschool” en was hier gelijktijdig met het RK Openbaar bureau voor Beroepskeuze gevestigd..<br>
+
In 1934 wordt nog melding gemaakt van een taleninstituut dat van hier uit lessen geeft. Dit instituut heeft de naam “The Berlitzschool” en was hier gelijktijdig met het RK Openbaar bureau voor Beroepskeuze gevestigd.<br>
Tenslotte heeft Hendrik P. Smaling hier nog een tijd lang zijn boekhandel gehad. In de loop van 1938 en 1939 is het oude pand volledig gesloopt..<br>
+
Tenslotte heeft Hendrik P. Smaling hier nog een tijd lang zijn boekhandel gehad. In de loop van 1938 en 1939 is het oude pand volledig gesloopt.<br>
  
Het nieuwe pand is als winkelpand gebouwd; er heeft geen bewoning in plaats gehad. Vanaf de jaren veertig komen in het nieuwe winkelpand de volgende winkels tegen:.<br>
+
Het nieuwe pand is als winkelpand gebouwd; er heeft geen bewoning in plaats gehad. Vanaf de jaren veertig komen in het nieuwe winkelpand de volgende winkels tegen:<br>
 
Hunckemöller-Lexis van eigenaar De Mandt uit Nijmegen.<br>
 
Hunckemöller-Lexis van eigenaar De Mandt uit Nijmegen.<br>
Drogisterij ’t Kruidvat.<br>
+
Drogisterij ’t Kruidvat<br>
Telefoonzaak Telfort.<br>
+
Telefoonzaak Telfort<br>
 
In het zuidelijke deel van het huidige pand is in 2016 de dames-en herenmodezaak Cavallaro Napoli gevestigd. In het andere deel, het hoekpand Rechtestraat/Hooghuisstraat, is juweliersbedrijf C. van de Kerkhof gevestigd.<br>
 
In het zuidelijke deel van het huidige pand is in 2016 de dames-en herenmodezaak Cavallaro Napoli gevestigd. In het andere deel, het hoekpand Rechtestraat/Hooghuisstraat, is juweliersbedrijf C. van de Kerkhof gevestigd.<br>
  

Versie van 12 jan 2019 om 18:51

Afbeelding uit de Eindhovensche Illustratie van 14 maart 1930. Het witte pand heet Het Hooghuis, rechts van dat inmiddels gesloopte pand loopt nu de Hooghuisstraat
Het Hooghuis, huisnaam Rechtestraat 40.

Het oude pand met de naam Het Hooghuis is in 1938 afgebroken, ofschoon daar geen urgente reden voor was. De eigenaar had waarschijnlijk alleen behoefte aan een nieuw, modern pand.
Het oude pand dat hier voor 1939 stond had de algemeen bekende naam Het Hooghuis en was sinds het midden van de achttiende eeuw in handen van de familie Smits, de beroemde textielfabrikanten.

Een kort overzicht van de eigenaren.
In 1681 was Coenraet van Boxmeer eigenaar van een huis met achterhuis aan de Rechtestraat. In 1694 wordt dat huis door Johan van Flodrop, de regerende burgemeester, gekocht.
Die verkoopt het in 1701 aan Johan Colen, die in 1694/1695 burgemeester was. Het huis wordt in die akte omschreven als: welgelegen huis en achterhuis met recht op de invaart en een hof daaraan gelegen.
In 1770 is zijn zoon, Godefridus Colen (1734-1775) de eigenaar van het huis.

In 1790 koop Johannes Theodorus Smits (1754-1827) het huis, achterhuis en hof inclusief de strook grond tussen de Brandgraaf en de stadswal. Het perceel grond, dat bij dit huis hoorde, liep dus vanaf de Rechtestraat helemaal door tot de (huidige) Keizersgracht. Deze Jan Smits was de textielfabrikant, die zijn fabriek had bij de Dommel, in het gebied dat als De Bouw bekend stond. En uiteraard was Jan ook burgemeester van de stad Eindhoven geweest.: in 1778/1778 en 1782/1783 Hij was getrouwd met Veronica Cornelia Janssen (1754-1832). Zij kocht ook het buitenhuis, dat nu bekend is als Kasteel Eckart in Woensel.
In 1823 is Veronica, ze is dan inmiddels weduwe, de eigenaresse. Zij overlijdt in 1832 en in dat jaar wordt haar zoon Johannes Jacobus Smits (1781-1847) de nieuwe eigenaar. Inmiddels wordt het geheel omschreven als “huis, pakhuis en erf”. Deze Jan Smits koopt later een adellijke titel en mag zich dan met de achternaam “Smits van Eckart” tooien.
Na het overlijden van Johannes Jacobus in 1847 gaat het eigendom feitelijk over naar Josephus Smits (1766-1845), een andere zoon van Jan en Veronica. Maar omdat deze Josephus al is overleden, wordt zijn weduwe, Aldegondis Margaretha Bruijnen (1795-1865) de officiële eigenares. Haar beroep luidt: rentenierster; ze werkt niet, en zal vrij vermogend zijn geweest.
Johannes Theodorus Smits van Oyen (1823-1898), ook een oud-burgemeester en zoon van Josephus en Aldegondis, wordt na overlijden van zijn moeder in 1865 de nieuwe eigenaar. Hij is gehuwd met Johanna Hendrika Heere (1834-1914). Op latere leeftijd is Jan lid van de Eerste Kamer. Deze Jan laat enkele verbouwingen aan het huis uitvoeren, zodat daarna gesproken kan worden van een “huis met een stal, een koetshuis en een binnenplaats”.
In 1887 laat Jan een forse verbouwing uitvoeren. Dan verschijnt ook een koepel en een serre aan de achterzijde van het huis. Vermoedelijk is dat de datum, waarin de naam “Hooghuis” is ontstaan, want in de schepenbankakten is voorheen nooit melding gemaakt van een huisnaam. Dit pand Het Hooghuis kennen we dus van afbeeldingen uit de eerste helft van de twintigste eeuw.
Als Jan Theodoor in 1898 is overleden wordt Jans weduwe Johanna Heere de nieuwe eigenares. Na het overlijden van Johanna gaat het geheel volgens testament in 1914 over op haar zoon Mr Norbertus Cornelius Maria Smits van Oyen, advocaat van beroep. Dit deel van de erfenis bestaat dan uit het huis met het koetshuis, de serre en de tuin.
Tot slot zijn nog enkele kleinkinderen van het echtpaar Smits-Heere (Johannes, Theresia en Godfried) vanaf 1915 de eigenaren. Zij zijn de laatsten uit de roemruchte familie Smits die het Hooghuis in bezit hebben gehad.
De gemeente Eindhoven koopt het pand in 1920. Zij heeft dan vermoedelijk al plannen om ergens in deze buurt een doorbraak te maken naar de Keizersgracht. Tussen 1922 en 1926 is het pand de basis geweest van de afdeling der gemeentelijke Secretarie Bevolking, de Burgerlijke Stand, de Burgerwacht, de afdeling Burgerzaken en de gemeentelijke Huurcommissie. Ook de Politie en de gemeente-ontvanger waren hier werkzaam.
In 1934 wordt nog melding gemaakt van een taleninstituut dat van hier uit lessen geeft. Dit instituut heeft de naam “The Berlitzschool” en was hier gelijktijdig met het RK Openbaar bureau voor Beroepskeuze gevestigd.
Tenslotte heeft Hendrik P. Smaling hier nog een tijd lang zijn boekhandel gehad. In de loop van 1938 en 1939 is het oude pand volledig gesloopt.

Het nieuwe pand is als winkelpand gebouwd; er heeft geen bewoning in plaats gehad. Vanaf de jaren veertig komen in het nieuwe winkelpand de volgende winkels tegen:
Hunckemöller-Lexis van eigenaar De Mandt uit Nijmegen.
Drogisterij ’t Kruidvat
Telefoonzaak Telfort
In het zuidelijke deel van het huidige pand is in 2016 de dames-en herenmodezaak Cavallaro Napoli gevestigd. In het andere deel, het hoekpand Rechtestraat/Hooghuisstraat, is juweliersbedrijf C. van de Kerkhof gevestigd.