Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Jacob van Gaesbeek

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

Jacob van Gaesbeek, heer van Cranendonk en Eindhoven

  • circa 1390, mogelijk 25 juli, de naamdag van St. Jacobus

† tussen 1 en 4 februari 1459 te Brussel, bijgezet in het kartuizerklooster te Utrecht

Zoon van Zweder III, heer van Gaesbeek, Putten en Strijen (†1400) en Anna, gravin van Leiningen.


Huwde in 1411 met Johanna van Ligne, de dochter van hertog Anton van Brabant. Zij overlijdt in 1429, waarna Jacob op 5 december 1430 trouwt met Margaretha van Schoonvorst († tussen 4 en 7 juli 1458), een achternicht van Jan II van Schoonvorst. (Volgens andere bronnen (wikipedia.nl) zou Jacob in 1417 zijn hertrouwd met Margaretha, de moeder van Jan II van Schoonvorst. Dat laatste is niet waarschijnlijk).

Jacob is volgens zijn geschiedschrijver een “neteligh ende grijnigh man, die van sijne sinnen verruckt ende verduyzelt was”. Hij zou zijn enige zoon Anton “onverhoeds met een spitsroede op den dun-egh vant hooft hebben doodgeslagen” toen hij tijdens een rijtoer in de buurt van Soest in toorn ontstak omdat hij van mening was, dat zijn zoon niet “manmoedig” genoeg op zijn paard zat. Nog een verhaal: Johanna, dochter van zijn overleden broer Willem, gehuwd met Jan van Brederode, was enige erfgename van een groot aantal goederen, die Jacob van Gaesbeek graag zou willen bezitten. Omdat Johanna en haar man Jan beiden tot een klooster waren toegetreden, was Jacob van mening, dat beiden geen recht hadden op de erfenis en de titels die daar bij hoorden. Jan verliet daarop het klooster en haalde zijn vrouw Johanna met een klein legertje gewapende mannen uit het klooster waar zij in die dagen verbleef. Jacob nam Jan van Brederode gevangen en dwong Johanna terug te keren naar haar klooster. Toen zij daar in 1411 was overleden, werd Jan vrijgelaten. Jacob kon zich daarna het slot Abcoude, de stad Wijk en het slot Duurstede en de nodige bezittingen in Holland en Utrecht toeëigenen.

Jacob was op 22 mei 1434 met Eindhoven en Cranendonk beleend. De archiefstukken uit de periode tot 1460 (met uitzondering van het jaar 1437) zijn helaas in Eindhoven verloren gegaan. Afgaande op de (bewaarde) Eindhovense burgemeestersrekening uit 1437 en een andere oorkonde uit 1650 mag geconcludeerd worden, dat Jacob van Gaesbeek zich ook met de gang van zaken in Eindhoven bemoeide.

Jacob koos het kamp van Bourgondië. Hertog Jan IV en hertog Philips van St. Pol konden op zijn trouw en hulp rekenen als zich weer eens een probleem voordeed. Met de bisschop van Utrecht leefde hij in staat van oorlog. In 1449 werd hij door de bisschop gevangen gezet en gedwongen zijn bezit in Wijk en de sloten in Duurstede en Abcoude aan hem af te staan. Daarnaast een som gelds van 13.000 rijnse guldens. Na zijn vrijlating eiste Jacob echter via de ridderschap en de stad Utrecht alles weer terug; daarin slaagde hij.

Jacob is tussen 1 en 4 februari 1459 overleden in Brussel. Hij werd bijgezet in het kartuizerklooster in Utrecht. Bezittingen had hij niet meer, omdat alles tijdens zijn leven al was verkocht. De rechten op Eindhoven en Cranendonk had hij in 1456 verkocht. Graaf Jacob I van Horne werd de volgende heer van Cranendonk en Eindhoven.


Bronnen:

  • 1 Klaversma, T., De Heren van Cranendonk en Eindhoven ±1233-1460, Eindhoven 1969.
  • 2 Klaversma, T,. Jacob I en Jacob II van Horne, Frederik van Egmond, heren van Cranendonk en Eindhoven ± 1460-1521. (in: Spoorenberg e.a., Eindhoven door de eeuwen, 1982).

Jos Hüsken 2013