Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Jan Renders: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Renders, drs Jan (Johan Michel), Neerlandicus, heemkundige en hoofdinspecteur lager onderwijs.
+
<big>'''Renders, drs Jan (Johan Michel), neerlandicus, heemkundige en hoofdinspecteur lager onderwijs'''</big><br />
  
* Woensel 3 september 1904
+
* Woensel 3 september 1904<br />
† Eindhoven 28 juni 1980
+
† Eindhoven 28 juni 1980<br />
  
Hij wordt geboren als zoon van Wilhelmus Renders (1868-1940) en Henrica Francisca Jansen (1879-1945), wanneer vader hoofd van de school te Acht is. Het gezin verhuist naar Oudenbosch en hij volgt na de U.L.O. de H.B.S. in Bergen op Zoom en later de Kweekschool in Oudenbosch. Vervolgens is hij onderwijzer in Roosendaal en Nijmegen-Hatert. Daar studeert hij tevens Nederlands aan de Katholieke Universiteit bij o.a. Jac. van Ginneken s.j. (1877-1945) – overigens uit Oudenbosch geboortig en met wie hij bevriend raakt.  
+
Hij wordt geboren als zoon van Wilhelmus Renders (1868-1940) en Henrica Francisca Jansen (1879-1945), wanneer vader hoofd van de school te Acht is. Het gezin verhuist naar Oudenbosch en hij volgt na de U.L.O. de H.B.S. in Bergen op Zoom en later de Kweekschool in Oudenbosch. Vervolgens is hij onderwijzer in Roosendaal en Nijmegen-Hatert. Daar studeert hij tevens Nederlands aan de Katholieke Universiteit bij o.a. Jac. van Ginneken s.j. (1877-1945) – overigens uit Oudenbosch geboortig en met wie hij bevriend raakt.<br />
 +
Afgestudeerd is hij leraar Nederlands in Roosendaal en verhuist dan naar Eindhoven, waar hij aan het [[St.Joriscollege]] en [[St.Catharinalyceum]], en ook op het [[Lorentzlyceum]] doceert. Als sociaal bewogen mens geeft hij lezingen over drankmisbruik, volkscultuur en toneel.<br />
  
Afgestudeerd is hij leraar Nederlands in Roosendaal en verhuist dan naar Eindhoven, waar hij aan het [[St.Joriscollege]] en [[St.Catharinalyceum]], en ook op het [[Lorentzlyceum]] doceert. Als sociaal bewogen mens geeft hij lezingen over drankmisbruik, volkscultuur en toneel.
+
Hij trouwt de oudste dochter van [[Henri van der Putt]], de burgemeester van Geldrop, Mia (Maria Vicentia) van der Putt (1913-1976), en ze betrekken het woonhuis van de schoonfamilie aan de Elzentlaan 28. Tijdens de tweede wereldoorlog werkt hij aan een proefschrift Dialecten in de Kempen, dat hij vrijwel gereed zou hebben, maar tot een promotie komt het niet.<br />
 +
Wel geeft hij voor de dialecten-commissie de lezing ‘Stijgende diphtongen in de dialecten van Oost-Noordbrabant’. In een co-productie met A. Weynen en Jac. van Ginneken wordt dit gepubliceerd in ''Oost-Noordbrabantsche dialectproblemen: lezingen gehouden voor de dialecten-commissie der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen op 12 april 1944'' (Amsterdam 1946).<br />
 +
In 1946 wordt hij inspecteur voor het lager onderwijs over een grote regio, in 1959 wordt zijn domein Eindhoven, Aalst en Waalre en Son. Bij het afscheid van de zuidelijke gemeenten krijgt hij het Delfts blauwe bord aangeboden, dat zich nu in de collectie van [[Museum Kempenland]] Eindhoven bevindt.<br />
 +
Uit hoofde van zijn functie zit hij in talloze regionale en nationale onderwijs- en adviescommissies. Begin september 1965 is hij 40 jaar werkzaam in het onderwijs en wordt hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau.<br />
  
Hij trouwt de oudste dochter van [[Henri van der Putt]], de burgemeester van Geldrop, Mia (Maria Vicentia) van der Putt (1913-1976), en ze betrekken het woonhuis van de schoonfamilie aan de Elzentlaan 28. Tijdens de tweede wereldoorlog werkt hij aan een proefschrift Dialecten in de Kempen, dat hij vrijwel gereed zou hebben, maar tot een promotie komt het niet.
+
Vanuit zijn wetenschappelijke interesses voor dialecten, Middelnederlandse taal- en letterkunde, de geschiedenis van Eindhoven en Kempen, bibliofilie en cartografie is hij lid van Brabantia Nostra en het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant.<br />
  
Wel geeft hij voor de dialecten-commissie de lezing ‘Stijgende diphtongen in de dialecten van Oost-Noordbrabant’. In een co-productie met A. Weynen en Jac. van Ginneken wordt dit gepubliceerd in ''Oost-Noordbrabantsche dialectproblemen: lezingen gehouden voor de dialecten-commissie der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen op 12 april 1944'' (Amsterdam 1946).
+
Hij publiceert weinig, zit vaker in de redactieraad van uitgegeven boeken, maar is bestuurlijk zeer actief:<br />
 
+
*voorzitter [[Heemkundige Studiekring Kempenland]] (1945-1954 en 1956-1972)
In 1946 wordt hij inspecteur voor het lager onderwijs over een grote regio, in 1959 wordt zijn domein Eindhoven, Aalst en Waalre en Son. Bij het afscheid van de zuidelijke gemeenten krijgt hij het Delfts blauwe bord aangeboden, dat zich nu in de collectie van [[Museum Kempenland]] Eindhoven bevindt.
 
 
 
Uit hoofde van zijn functie zit hij in talloze regionale en nationale onderwijs- en adviescommissies. Begin september 1965 is hij 40 jaar werkzaam in het onderwijs en wordt hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau.
 
 
 
Vanuit zijn wetenschappelijke interesses voor dialecten, Middelnederlandse taal- en letterkunde, de geschiedenis van Eindhoven en Kempen, bibliofilie en cartografie is hij lid van Brabantia Nostra en het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant.
 
 
 
Hij publiceert weinig, zit vaker in de redactieraad van uitgegeven boeken, maar is bestuurlijk zeer actief:
 
*voorzitter Heemkundige Studiekring Kempenland (1945-1954 en 1956-1972)
 
 
*bestuurslid Kunststichting Eindhoven
 
*bestuurslid Kunststichting Eindhoven
 
*bestuurslid RK Openbare Bibliotheek Eindhoven
 
*bestuurslid RK Openbare Bibliotheek Eindhoven
Regel 30: Regel 26:
 
*bestuurslid Anjercomité en voorzitter toneelgroep Proloog
 
*bestuurslid Anjercomité en voorzitter toneelgroep Proloog
  
Voor zijn maatschappelijk-culturele inzet ontvangt hij in 1972/3 (?) de [[prof. dr. ir. H.L.M. Jonkerpenning]], terwijl hij bij zijn vertrek als voorzitter van Museum Kempenland niet alleen tot erevoorzitter benoemd wordt, maar ook de (enige) gouden penning van verdienste uitgereikt krijgt.
+
Voor zijn maatschappelijk-culturele inzet ontvangt hij in 1972/3 (?) de [[prof. dr. ir. H.L.M. Jonkerpenning]], terwijl hij bij zijn vertrek als voorzitter van Museum Kempenland niet alleen tot erevoorzitter benoemd wordt, maar ook de (enige) gouden penning van verdienste uitgereikt krijgt.<br />
  
Verder is hij door de kerk geëerd met het ridderschap in de Orde van Gregorius de Grote. Zijn huwelijk is kinderloos gebleven, maar hij heeft altijd veel op gehad met de jeugd. Zijn omvangrijke boekencollectie is gelegateerd aan de Openbare Bibliotheek in Eindhoven, waar die inmiddels is "opgelost". Pastoor Gerard Renders (1911-1978) te Valkenswaard, Oirschot en Lierop is een jongere broer van hem.  
+
Verder is hij door de kerk geëerd met het ridderschap in de Orde van Gregorius de Grote. Zijn huwelijk is kinderloos gebleven, maar hij heeft altijd veel op gehad met de jeugd. Zijn omvangrijke boekencollectie is gelegateerd aan de Openbare Bibliotheek in Eindhoven, waar die inmiddels is "opgelost". Pastoor Gerard Renders (1911-1978) te Valkenswaard, Oirschot en Lierop is een jongere broer van hem.<br />
  
Bronnen:
+
'''Bronnen:'''<br />
*Oost-Brabant van 18 september 1959, 11: Na splitsing onderwijsinspectie: Inspekteur Drs. J. Renders nam afscheid onderwijzend personeel negen gemeenten. Kostbare geschenken bewijs van erkentelijkheid voor opbloei onderwijs. Steeds voortreffelijke samenwerking
+
*Oost-Brabant van 18 september 1959, 11: Na splitsing onderwijsinspectie: Inspekteur Drs. J. Renders nam afscheid onderwijzend personeel negen gemeenten. Kostbare geschenken bewijs van erkentelijkheid voor opbloei onderwijs. Steeds voortreffelijke samenwerking<br />
  
Peter Thoben 2013
+
Peter Thoben 2013<br />
  
 
[[Categorie:Mensen]]
 
[[Categorie:Mensen]]
[[Categorie:Eindhovense kopstukken]]
 
 
[[Categorie:Scholen en opleidingsinstituten]]
 
[[Categorie:Scholen en opleidingsinstituten]]
 
[[Categorie:Voortgezet onderwijs]]
 
[[Categorie:Voortgezet onderwijs]]
 
[[Categorie:St.Joriscollege]]
 
[[Categorie:St.Joriscollege]]

Huidige versie van 23 jan 2017 om 10:39

Renders, drs Jan (Johan Michel), neerlandicus, heemkundige en hoofdinspecteur lager onderwijs

  • Woensel 3 september 1904

† Eindhoven 28 juni 1980

Hij wordt geboren als zoon van Wilhelmus Renders (1868-1940) en Henrica Francisca Jansen (1879-1945), wanneer vader hoofd van de school te Acht is. Het gezin verhuist naar Oudenbosch en hij volgt na de U.L.O. de H.B.S. in Bergen op Zoom en later de Kweekschool in Oudenbosch. Vervolgens is hij onderwijzer in Roosendaal en Nijmegen-Hatert. Daar studeert hij tevens Nederlands aan de Katholieke Universiteit bij o.a. Jac. van Ginneken s.j. (1877-1945) – overigens uit Oudenbosch geboortig en met wie hij bevriend raakt.
Afgestudeerd is hij leraar Nederlands in Roosendaal en verhuist dan naar Eindhoven, waar hij aan het St.Joriscollege en St.Catharinalyceum, en ook op het Lorentzlyceum doceert. Als sociaal bewogen mens geeft hij lezingen over drankmisbruik, volkscultuur en toneel.

Hij trouwt de oudste dochter van Henri van der Putt, de burgemeester van Geldrop, Mia (Maria Vicentia) van der Putt (1913-1976), en ze betrekken het woonhuis van de schoonfamilie aan de Elzentlaan 28. Tijdens de tweede wereldoorlog werkt hij aan een proefschrift Dialecten in de Kempen, dat hij vrijwel gereed zou hebben, maar tot een promotie komt het niet.
Wel geeft hij voor de dialecten-commissie de lezing ‘Stijgende diphtongen in de dialecten van Oost-Noordbrabant’. In een co-productie met A. Weynen en Jac. van Ginneken wordt dit gepubliceerd in Oost-Noordbrabantsche dialectproblemen: lezingen gehouden voor de dialecten-commissie der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen op 12 april 1944 (Amsterdam 1946).
In 1946 wordt hij inspecteur voor het lager onderwijs over een grote regio, in 1959 wordt zijn domein Eindhoven, Aalst en Waalre en Son. Bij het afscheid van de zuidelijke gemeenten krijgt hij het Delfts blauwe bord aangeboden, dat zich nu in de collectie van Museum Kempenland Eindhoven bevindt.
Uit hoofde van zijn functie zit hij in talloze regionale en nationale onderwijs- en adviescommissies. Begin september 1965 is hij 40 jaar werkzaam in het onderwijs en wordt hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau.

Vanuit zijn wetenschappelijke interesses voor dialecten, Middelnederlandse taal- en letterkunde, de geschiedenis van Eindhoven en Kempen, bibliofilie en cartografie is hij lid van Brabantia Nostra en het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant.

Hij publiceert weinig, zit vaker in de redactieraad van uitgegeven boeken, maar is bestuurlijk zeer actief:

  • voorzitter Heemkundige Studiekring Kempenland (1945-1954 en 1956-1972)
  • bestuurslid Kunststichting Eindhoven
  • bestuurslid RK Openbare Bibliotheek Eindhoven
  • lid van het dagelijkse bestuur van het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen
  • mede-oprichter en bestuurslid van de Middelbare Kunstnijverheidsschool en later Akademie voor Industriële Vormgeving
  • mede-oprichter en bestuurslid Eindhovense Wetenschappelijke Bibliotheek (1954-1970)
  • voorzitter Stichting Kunstzinnige Vorming Eindhoven (SKVE)
  • bestuurslid, voorzitter en erevoorzitter Museum Kempenland Eindhoven (1949-1976)
  • lid Straatnamencommissie (vanaf 1967)
  • bestuurslid Anjercomité en voorzitter toneelgroep Proloog

Voor zijn maatschappelijk-culturele inzet ontvangt hij in 1972/3 (?) de prof. dr. ir. H.L.M. Jonkerpenning, terwijl hij bij zijn vertrek als voorzitter van Museum Kempenland niet alleen tot erevoorzitter benoemd wordt, maar ook de (enige) gouden penning van verdienste uitgereikt krijgt.

Verder is hij door de kerk geëerd met het ridderschap in de Orde van Gregorius de Grote. Zijn huwelijk is kinderloos gebleven, maar hij heeft altijd veel op gehad met de jeugd. Zijn omvangrijke boekencollectie is gelegateerd aan de Openbare Bibliotheek in Eindhoven, waar die inmiddels is "opgelost". Pastoor Gerard Renders (1911-1978) te Valkenswaard, Oirschot en Lierop is een jongere broer van hem.

Bronnen:

  • Oost-Brabant van 18 september 1959, 11: Na splitsing onderwijsinspectie: Inspekteur Drs. J. Renders nam afscheid onderwijzend personeel negen gemeenten. Kostbare geschenken bewijs van erkentelijkheid voor opbloei onderwijs. Steeds voortreffelijke samenwerking

Peter Thoben 2013