Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Jan van der Ven

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Versie door Jfmhusken (overleg | bijdragen) op 16 aug 2015 om 15:52
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Jan van der Ven

De herenconfectiewinkel van Jan van der Ven in het in juni 1956 gesloopte pand op de hoek van het Stratumseind en de Ten Hagestraat had zijn hoofdzetel in Breda. Toen ik in de jaren zestig in Breda op de hoek van de Catharinastraat en de Ridderstraat het schitterend winkelpand van Jan van der Ven ontdekte, was ik er van onder de indruk. Maar daarmee maakte ik een vergissing, bleek me onlangs. Volgens een oude familietraditie begon het verhaal omstreeks 1870, toen de Bredase kleermaker Johannes Adrianus Abraham van der Ven in zijn geboortestad in het pand Catharinastraat 5 een kleermakerij oprichtte. Volgens het adresboek van Breda uit 1885 had hij toen nog steeds een kleermakerij, maar twee jaar later stond hij genoteerd als eigenaar van een "magazijn van gemaakte heerenkleding". Blijkbaar had hij besloten met zijn tijd mee te gaan en ook confectie te gaan verkopen.

Van der Ven was in 1830 geboren, maar was laat getrouwd. Pas op het einde van de jaren zeventig werd zijn eerste kind geboren. Dat betekende dat hij lang moest doorwerken voordat hij zijn zaak aan zijn kinderen kon overdoen. Pas in 1912 heeft hij blijkbaar besloten zich uit de zaak terug te trekken, want op 6 juni 1912 richtten zijn zoons Gijsbertus Johannes Antonius en André Johannes Antonius de vennootschap onder firma Jan van der Ven op, die tot doel had "handel te drijven in herenconfectie en hetgeen in de meest uitgebreide zin daarmee in verband staat". Deze twee zoons zetten de winkel aan de Catharinastraat voort. Nadat in het begin van de jaren twintig in Nederland het handelsregister was ingevoerd en alle winkeliers zich moesten laten registreren, lieten ook de broers hun onderneming bij de kamer van koophandel inschrijven. Bij de beantwoording van de vraag wanneer de onderneming was gevestigd gingen zij niet terug tot de oprichting door hun vader, maar noemden zij 15 juli 1912. Nauwelijks twee maanden later lieten de broers weten, dat hun vennootschap m.i.v. 1 augustus werd opgeheven.

Het confectiemagazijn werd daarna door broer André alleen voortgezet. Hij bouwde in een van de volgende jaren het schitterende winkelpand Catharinastraat 1 t/m 5, waar ik in de jaren vijftig mijn oog op liet vallen. Zijn onderneming zou tot 1978 blijven bestaan; het pand is ook daarna behouden gebleven. Gijsbert en André hadden niet het beheer over heel de oude zaak gekregen, want er was nog een derde broer die in het vak zat. In 1912 of kort daarvoor had Jan van der Ven sr. een tweede vestiging geopend aan de Bredase Tolbrugstraat. Het beheer daarover had hij in 1912 toevertrouwd aan zijn zoon Johannes Antonius Maria, die in 1884 was geboren. Opvallend is dat Jan jr. er voor koos om deze zaak onder de oude naam voort te zetten. Toen hij op 15 juni 1921 op zijn beurt zijn onderneming bij de Kamer van Koophandel liet inschrijven, werd die daarom ook als Jan van der Ven geregistreerd. Inmiddels had Jan jr. zijn winkel overgeplaatst van de Tolbrugstraat naar de Karrestraat 27. Op de vraag van de Kamer van Koophandel sinds wanneer zijn bedrijf gevestigd was, gaf hij als datum 15 maart 1921 op; vermoedelijk is dat de dag geweest waarop hij zijn nieuwe winkel aan de Karrestraat had geopend, want in 1919 dreef hij zijn zaken nog op het oude adres.

Inmiddels bezat Jan jr. al twee winkels want op 11 oktober 1919 had hij in Eindhoven een zaak geopend op de hoek Stratumseind-ten Hagestraat, waar eerder het café van François gevestigd was geweest. Blijkens de openings- advertentie verkocht Van der Ven er heren- en jongens- kleding, zowel confectie als naar maat. In 1925 kwam er een tweede filiaal bij in Dongen, maar dat werd twee jaar later weer opgeheven. Daarna opende de onderneming in 1930 in Tilburg onder de naam Tilcofa nog een vestiging, die volgens de merkwaardige betiteling in het Tilburgse handelsregister een "kleermakerswinkeltje" betrof. Maar zij bleek evenmin een blijvertje. Nadat deze nevenvestiging in 1933 nog was omgedoopt in Necon en de aanduiding kleermakerswinkeltje was veranderd in confectiefabriek, werd zij in 1938 weer opgeheven. Blijkbaar hield Jan van der Ven van afkortingen, want in 1927 was in Eindhoven nog de handelsnaam Nacofind ingeschreven en in 1940 in Breda de naam Necon, waarna de onderneming Necon Jan van der Ven zou hebben geheten. Het lijkt erop, dat de Kamer van Koophandel ook niet goed heeft begrepen wat nu eigenlijk de bedoeling van al die vreemde namen was. In februari 1943 werden de namen Necon en Nacofind weer doorgehaald.

Intussen was de Eindhovense winkel te klein geworden. In 1928 werd daarom bij een verbouwing onder meer een deel van het gebouw tot drie verdiepingen verhoogd en werd er voor het publiek een lift in aangebracht. In 1943 zou het Eindhovense filiaal (wegens gebrek aan handelswaar?) tijdelijk worden gesloten. Kort na de bevrijding, in december 1945, liet J.A.M, van der Ven in Breda de handelsnaam Vecon inschrijven, die hij in 1949 weer liet veranderen in Necon. Het zou kunnen zijn dat onder al die vreemde namen toch activiteiten hebben plaatsgevonden, want in januari 1949 verklaarde hij dat zijn bedrijf al sinds 40 jaar (!!) volledig uitgesneden en gefourneerde heren- en jongenskleding ter verdere verwerking naar ateliers stuurde. En dat uitsnijden en fourneren van kleding moet érgens zijn gebeurd. Uit maart 1949 is een brief bewaard, waarin Van der Ven aan de Kamer van Koophandel liet weten, dat zijn Eindhovense vestiging waarschijnlijk op 1 oktober zou worden heropend; eerder kon niet, omdat de tijdelijke huurder zijn pand nog niet had verlaten. Die heropening heeft daarna inderdaad plaatsgevonden. J.A.M, van der Ven overleed in Antwerpen op 4 oktober 1955. Het heeft er alle schijn van, dat de Bredase winkel inmiddels was gesloten. Blijkbaar heeft de familie niet precies geweten wat ze verder met de onderneming wilde. In tegenstelling tot aanvankelijke plannen ging de winkel niet meer open. Na een lange correspondentie met de erfgenamen besloot de Kamer van Koophandel in Breda de onderneming op 7 januari 1958 ambtshalve uit te schrijven.

Intussen was op 7 januari 1956 namens de weduwe A.J.J. Van der Ven-Aarts aan de Kamer van Koophandel in Eindhoven medegedeeld, dat de Eindhovense vestiging als zelfstandige onderneming werd voortgezet. Maar de voortzetting van de winkel, die werd ingeschreven onder de handelsnaam Necon, werd geen succes. In verband met de verbreding van de Ten Hagestraat werd het pand onteigend en in juni 1956 gesloopt. De winkel was kort daarvoor naar de Hooghuisstraat 32 verhuisd, maar lijkt daar nog maar korte tijd open te zijn geweest. Op 29 oktober 1958 werd het bedrijf door de Kamer ambtshalve uitgeschreven uit het handelsregister. Ofschoon het bedrijf van Jan van der Ven langer heeft bestaan dan dat van Möller & Schreuder, laat het zeker geen diepe indruk achter, noch als detailhandel, noch als confectiefabriek. Wellicht had de ondernemer meer succes gehad, als hij zijn activiteiten tot een van deze sectoren had beperkt.

Jan Spoorenberg Gruun Buukske 1995


Bronnen:

Kamer van Koophandel Eindhoven, handelsregister dossier nr. 15453;
Rijksarchief In Noord-Brabant, Kamer van Koophandel Breda, handelsregister Inv. nr. 120, dossier 3315;
Kamer van Koophandel Tilburg, handelsregister dossier nr. 114.07;
Gemeentearchief Breda, bevolkingsregister, archief notaris W.J.H. Verheggen 1912 dd. 6-6-1912, nr. 237;
RHCe, Streekarchief Regio Eindhoven, Eindhovensch Dagblad 16-6-1928.