Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Kapper Geenen: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Categorie:Mensen]]
+
<big>'''De familie Geenen'''</big><br />
 +
 
 +
Ofschoon de familie Geenen geen continue reeks barbiers heeft opgeleverd, is de familie toch interessant, omdat enkele Geenens het barbiersvak als een nevenverdienste hebben beschouwd. De eerste was Johannes Franciscus, die in 1815 in Stratum werd geboren. Bij zijn huwelijk in 1847 noemde hij zich weliswaar barbier, maar bij de geboorte van zijn eerste kind en bij het sluiten van zijn tweede huwelijk in resp. 1847 en 1849 beweerde hij wever te zijn.<br />
 +
Van 1856 tot 1875 betaalde hij in Stratum patentbelasting als barbier, maar bij zijn derde huwelijk in 1868 noemde hij zich desondanks opnieuw wever. In hetzelfde jaar verhuisde hij naar naar het Stratumseind in Eindhoven, waar hij in 1880 in het bevolkingsregister als barbier werd ingeschreven. Hij overleed in 1891. We mogen aannemen, dat hij zeker in zijn Stratumse periode het barbiersvak als bijverdienste heeft uitgeoefend.<br />
 +
 
 +
Zijn oomzegger Gerardus Cornelis, die in 1840 in Gestel was geboren, staat in het Gestelse bevolkingsregister over 1860-1880 ingeschreven als pellenwever, in het register over de periode 1880-1890 als barbier en daarna opnieuw als pellennwever. Bij de aangifte van de geboorte van zijn kinderen in 1877, 1878, 1880 en 1882 gaf hij op herbergier te zijn, in 1883 wever, in 1886 opnieuw herbergier en in 1888 tenslotte barbier. Uit bewaard gebleven patentregisters uit de jaren 1877/78 en 1882/83 blijkt, dat hij toen belasting betaalde als barbier "in de stad Eindhoven" en het laatste jaar tevens als slaapsteehouder met minder dan vijf kamers.<br />
 +
Alles bijeen lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat Gerardus het weversvak naast het barbiersvak heeft beoefend - waarbij nu eens het ene en dan weer het andere vak kan hebben gedomineerd, en dat hij daarnaast tenminste gedurende enkele jaren ook nog een herberg heeft geëxploiteerd.<br />
 +
 
 +
Ofschoon het voor dit verhaal niet belangrijk is, is het voor sommigen misschien leuk te weten, dat Gerardus Cornelis de vader was van architect Gerardus Geenen en de grootvader van de later zo bekende architect en gemeentebestuurder Cornelis Gerardus (Kees) Geenen.<br />
 +
Gerardus Cornelis had een broer Jacobus Cornelis, die in 1847 in Gestel was geboren en die aanvankelijk als pellenwever in het bevolkingsregister werd opgenomen, maar in dat over de periode 1900-1910 als barbier staat ingeschreven. Daarna wordt hij opnieuw als wever vermeld. Zijn zoon Johannes Cornelis, die in 1879 in Gestel was geboren, stond aanvankelijk als kleermaker ingeschreven.<br />
 +
In 1907 maakte hij echter reclame voor scheren aan huis (voor 5 cent). Dat beviel blijkbaar goed, want in 1911 opende hij aan de Kleine Berg een eigen coiffeurszaak annex sigarenwinkel. Maar al in 1915 deed hij die over aan Arn. Peels en keerde hij naar Gestel terug, waar hij als barbier werd ingeschreven. In zijn overlijdensakte in 1920 wordt hij echter weer kleermaker genoemd.<br />
 +
<br />
 +
 
 +
Jan Spoorenberg<br />
 +
in: ’t Gruun Buukske 1993-16 e.v.<br />[[Categorie:Mensen]]
 
[[categorie:Middenstand]]
 
[[categorie:Middenstand]]
 
[[categorie:Kappers]]
 
[[categorie:Kappers]]

Huidige versie van 24 aug 2015 om 14:10

De familie Geenen

Ofschoon de familie Geenen geen continue reeks barbiers heeft opgeleverd, is de familie toch interessant, omdat enkele Geenens het barbiersvak als een nevenverdienste hebben beschouwd. De eerste was Johannes Franciscus, die in 1815 in Stratum werd geboren. Bij zijn huwelijk in 1847 noemde hij zich weliswaar barbier, maar bij de geboorte van zijn eerste kind en bij het sluiten van zijn tweede huwelijk in resp. 1847 en 1849 beweerde hij wever te zijn.
Van 1856 tot 1875 betaalde hij in Stratum patentbelasting als barbier, maar bij zijn derde huwelijk in 1868 noemde hij zich desondanks opnieuw wever. In hetzelfde jaar verhuisde hij naar naar het Stratumseind in Eindhoven, waar hij in 1880 in het bevolkingsregister als barbier werd ingeschreven. Hij overleed in 1891. We mogen aannemen, dat hij zeker in zijn Stratumse periode het barbiersvak als bijverdienste heeft uitgeoefend.

Zijn oomzegger Gerardus Cornelis, die in 1840 in Gestel was geboren, staat in het Gestelse bevolkingsregister over 1860-1880 ingeschreven als pellenwever, in het register over de periode 1880-1890 als barbier en daarna opnieuw als pellennwever. Bij de aangifte van de geboorte van zijn kinderen in 1877, 1878, 1880 en 1882 gaf hij op herbergier te zijn, in 1883 wever, in 1886 opnieuw herbergier en in 1888 tenslotte barbier. Uit bewaard gebleven patentregisters uit de jaren 1877/78 en 1882/83 blijkt, dat hij toen belasting betaalde als barbier "in de stad Eindhoven" en het laatste jaar tevens als slaapsteehouder met minder dan vijf kamers.
Alles bijeen lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat Gerardus het weversvak naast het barbiersvak heeft beoefend - waarbij nu eens het ene en dan weer het andere vak kan hebben gedomineerd, en dat hij daarnaast tenminste gedurende enkele jaren ook nog een herberg heeft geëxploiteerd.

Ofschoon het voor dit verhaal niet belangrijk is, is het voor sommigen misschien leuk te weten, dat Gerardus Cornelis de vader was van architect Gerardus Geenen en de grootvader van de later zo bekende architect en gemeentebestuurder Cornelis Gerardus (Kees) Geenen.
Gerardus Cornelis had een broer Jacobus Cornelis, die in 1847 in Gestel was geboren en die aanvankelijk als pellenwever in het bevolkingsregister werd opgenomen, maar in dat over de periode 1900-1910 als barbier staat ingeschreven. Daarna wordt hij opnieuw als wever vermeld. Zijn zoon Johannes Cornelis, die in 1879 in Gestel was geboren, stond aanvankelijk als kleermaker ingeschreven.
In 1907 maakte hij echter reclame voor scheren aan huis (voor 5 cent). Dat beviel blijkbaar goed, want in 1911 opende hij aan de Kleine Berg een eigen coiffeurszaak annex sigarenwinkel. Maar al in 1915 deed hij die over aan Arn. Peels en keerde hij naar Gestel terug, waar hij als barbier werd ingeschreven. In zijn overlijdensakte in 1920 wordt hij echter weer kleermaker genoemd.

Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1993-16 e.v.