Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Kapper Rooijmans

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

Kapper H.Th.J. Rooijmans

Een bekende Eindhovense kapper uit het begin van de 19e eeuw was Hubertus Theodorus Jacobus Rooijmans, wiens moeder (Maria Josepha Huberdina) een dochter was van kapper J.L. Derpen. Rooymans werd in 1876 in Eindhoven geboren en zal het vak bij zijn grootvader hebben geleerd. Toen hij twintig jaar oud was, verliet hij de stad om elders vakkennis op te doen. Hij werkte enige tijd in Amsterdam en vervolgens een korte periode bij de firma Bouwmeester in Zutphen. Vervolgens vertrok hij naar het zuiden om enkele seizoenen te gaan werken bij een eerste klas zaak in de luxe badplaats Oostende.
Rijke dames die aan de kust hun vakantie doorbrachten waren er zijn klanten. In een koets met koetsier werd hij naar hen toe gebracht. Om te voorkomen dat de concurrentie hem zou wegkopen, betaalde zijn patroon hem elke maand slechts de helft van zijn salaris uit, de rest kreeg hij op het einde van het seizoen in oktober. Tijdens de wintermaanden werkte de jonge kapper enkele malen bij de opera in Namen.(1) Later zou hij zich in Eindhoven dan ook met recht de voormalige coiffeur van de Stadsopera van Namen kunnen noemen.

Advertentie uit circa 1903, waar Rooijmans als ex-coiffeur aan de Stads-Opera te Namen reclame maakt voor zijn zaak. (afbeelding uit 't Gruun Buukske)
In 1900 was hij weer in Eindhoven terug en opende hij in het ouderlijke huis, Willemstraat l, een eigen zaak. Blijkens en advertentie een jaar later, behandelde hij zowel dames als heren. Eerder zagen wij dat Derpen in 1901 de eerste dameskapsalon heeft geopend; we mogen daarom aannemen, dat Rooijmans zijn vrouwelijke clientièle nog thuis heeft bezocht. In de krant vroeg de jonge kapper speciale aandacht voor de "antiseptische hoofdwassing" die hij zijn klanten kon geven en maakte hij ook reclame voor het kappen voor toneel en partijen. Zijn bedrijf liep goed, want nog datzelfde jaar vroeg hij een jongen om hem te assisteren. Toch vertrok hij enkele maanden later naar Nijmegen. Maar einde 1902 was hij al weer in zijn geboortestad terug en nam hij de draad weer op. In 1904 trad hij in het huwelijk met Dina Cornelis Rovers (* Leiden 1880), waarna hij zich in de Rechtestraat vestigde, in het pand De Kattendans.

In 1906 haalde zijn bediende Jan van Beugen de pers. En terecht! Want tijdens de kermis van dat jaar schoor deze dappere Eindhovenaar ten aanschouwen van een ademloos toekijkend publiek in de leeuwenkooi de baard van een van de rijders van de dodenrit.

In 1914 opende Rooijmans in zijn kapperswinkel de eerste Eindhovense electrische inrichting voor vibro-massage en pedicure. Bij een vibro-massagebehandeling werd het gezicht d.m.v. een electrische vibrator gemasseerd. Vooraf kreeg het gelaat een stoombad om de poriën te openen en een bestraling met gloeilampen om de bloedtoevoer te stimuleren. Het zal duidelijk zijn: Rooijmans ging met de tijd mee.

Advertentie van omstreeks 1912. (afbeelding uit 't Gruun Buukske)
Een jaar later deed hij zijn herensalon over aan Willem Gielen, die de zaak naar de Demer verplaatste. Zelf ging hij verder met zijn "Eerste Eindhovensche Electrische Inrichting voor Dames-Haarwassing met Electrische droging", zijn oude specialiteit het antiseptisch haarwassen en verder met zijn pedicure-inrichting en zijn atelier voor alle mogelijke haarwerken. Daarnaast konden de Eindhovenaren natuurlijk nog steeds terecht in zijn winkel in bijouterieën, parfumerieën en toiletartikelen, die door zijn vrouw werd gedreven en door haar zakelijke talenten een succes was geworden.

In 1921 beëindigde Hub. Rooijmans zijn activiteiten in het kappersbedrijf. Volgens de familietraditie hadden niet de ontwikkelingen in het damesvak hadden hem tot dat besluit gebracht, maar zijn bedienden, die - zoals toen niet ongebruikelijk was - bij hem aan huis woonden en die teveel zijn knappe echtgenote lastig vielen.

Intussen had hij zijn winkel- en woonhuis kunnen kopen, en de huur opgezegd van de winkel in breigoederen die er ook in was gevestigd.(1) Het pand werd verbouwd tot een zaak die - volgens de krant - in de Amsterdamse Kalverstraat niet zou misstaan en waarin een uitgebreid assortiment in luxe- en toiletartikelen, manicures en fijne lederwaren werd opgenomen. De winkel was volgens de krant een voor dames en heren moeilijk te passeren trekpleister geworden. En dat was het City-magazijn van de familie Rooijmans aan de Rechtestraat nog een lange tijd.

Noten:
1. De gebeurtenissen buiten Eindhoven werden medegedeeld door de heer P.H.J. Rooijmans.

Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1993-16 e.v.