Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Roeiclub van de Mariagarde: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
Regel 1: Regel 1:
 +
<big>'''Roeiclub van de Mariagarde'''</big><br />
 +
 +
Afgezien van enkele schaarse particulieren die over een roeibootje beschikten, en de Eindhovensche Kanoclub, die tot tot ongeveer 1940 op het Eindhovensch Kanaal recreëerde, werd het kanaal - voor zover ik kon nagaan - pas vanaf juli 1954 opnieuw voor de watersport gebruikt.<br />
 +
De eerste vereniging was de roeiclub van de Mariagarde in de Villaparkparochie. Pastoor L.Holtus was een fervent watersporter en had voor de jeugd in zijn parochie een oude, ijzeren sloep aangekocht. Nadat die door een scheepswerf in 's-Hertogenbosch was opgeknapt, was zij als Maris Stella opnieuw te water gelaten. Later werden nog een grotere, aluminium sloep, de Lotus, de motorboten Mieke en De Ouwe en kajak de Zeeslang in de vloot opgenomen. En nog een twintigtal kano's, dat de leden tijdens lange winteravonden op de zolder van het inmiddels gesloopte "Monti"-gebouw aan de Fazantlaan zelf hadden gebouwd.<br />
 +
 +
Jarenlang zou de Mariagarde actief blijven en niet alleen op het Eindhovensch Kanaal, 's Zomers werden op initiatief van de pastoor in Loosdrecht zeilkampen georganiseerd, waarbij ook een sloep werd gebruikt. Die werd daar dan vanuit Eindhoven heen gesleept, maar na afloop gebeurde het dikwijls, dat de boot door de jongens van de Mariagarde naar 's-Hertogenbosch werd terug geroeid. Zo'n trip duurde drie dagen. Er waren dan steeds twee ploegen aan boord, die om de beurt een uur roeiden. Het laatste stuk van de reis, van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven, werd de sloep weer gesleept, omdat de Zuid-Willemsvaart met al haar sluizen voor roeiers geen pretje was.<br />
 +
Overigens werden door de leden ook wel kortere uitstapjes gemaakt. Bekend waren de weekends naar de Mierlose heide, waarbij de jongens in de boot overnachtten. Die tochten naar Mierlo waren meestal bedoeld als voorbereiding op een meerdaagse tocht vanuit Loosdrecht. Soms voeren ook de meisjes naar Mierlo; die sliepen niet in de boot, maar in een boerderij in de buurt van de aanlegplaats. Ook gebeurde het wel, dat de jongens via de Zuid-Willemsvaart en het Wilhelminakanaal naar de Beatrixhaven voeren om daar roeiwedstrijden te houden tegen de zeeverkenners. Overigens is bij de oud-leden behalve de herinnering aan het roeien, ook die aan het drankje na afloop bij café De Hefbrug nog opmerkelijk levendig. De vereniging is al lang geleden opgeheven.
 +
 +
Jan Spoorenberg
 +
in: ’t Gruun Buukske 1996, 82 e.v.
 +
 
[[categorie:Mensen]]
 
[[categorie:Mensen]]
 
[[categorie:Verenigingen, sport]]
 
[[categorie:Verenigingen, sport]]
 
[[categorie:Roeisport]]
 
[[categorie:Roeisport]]

Versie van 1 nov 2015 om 16:43

Roeiclub van de Mariagarde

Afgezien van enkele schaarse particulieren die over een roeibootje beschikten, en de Eindhovensche Kanoclub, die tot tot ongeveer 1940 op het Eindhovensch Kanaal recreëerde, werd het kanaal - voor zover ik kon nagaan - pas vanaf juli 1954 opnieuw voor de watersport gebruikt.
De eerste vereniging was de roeiclub van de Mariagarde in de Villaparkparochie. Pastoor L.Holtus was een fervent watersporter en had voor de jeugd in zijn parochie een oude, ijzeren sloep aangekocht. Nadat die door een scheepswerf in 's-Hertogenbosch was opgeknapt, was zij als Maris Stella opnieuw te water gelaten. Later werden nog een grotere, aluminium sloep, de Lotus, de motorboten Mieke en De Ouwe en kajak de Zeeslang in de vloot opgenomen. En nog een twintigtal kano's, dat de leden tijdens lange winteravonden op de zolder van het inmiddels gesloopte "Monti"-gebouw aan de Fazantlaan zelf hadden gebouwd.

Jarenlang zou de Mariagarde actief blijven en niet alleen op het Eindhovensch Kanaal, 's Zomers werden op initiatief van de pastoor in Loosdrecht zeilkampen georganiseerd, waarbij ook een sloep werd gebruikt. Die werd daar dan vanuit Eindhoven heen gesleept, maar na afloop gebeurde het dikwijls, dat de boot door de jongens van de Mariagarde naar 's-Hertogenbosch werd terug geroeid. Zo'n trip duurde drie dagen. Er waren dan steeds twee ploegen aan boord, die om de beurt een uur roeiden. Het laatste stuk van de reis, van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven, werd de sloep weer gesleept, omdat de Zuid-Willemsvaart met al haar sluizen voor roeiers geen pretje was.
Overigens werden door de leden ook wel kortere uitstapjes gemaakt. Bekend waren de weekends naar de Mierlose heide, waarbij de jongens in de boot overnachtten. Die tochten naar Mierlo waren meestal bedoeld als voorbereiding op een meerdaagse tocht vanuit Loosdrecht. Soms voeren ook de meisjes naar Mierlo; die sliepen niet in de boot, maar in een boerderij in de buurt van de aanlegplaats. Ook gebeurde het wel, dat de jongens via de Zuid-Willemsvaart en het Wilhelminakanaal naar de Beatrixhaven voeren om daar roeiwedstrijden te houden tegen de zeeverkenners. Overigens is bij de oud-leden behalve de herinnering aan het roeien, ook die aan het drankje na afloop bij café De Hefbrug nog opmerkelijk levendig. De vereniging is al lang geleden opgeheven.

Jan Spoorenberg in: ’t Gruun Buukske 1996, 82 e.v.