Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Stadszegel van Eindhoven

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

Het wapen van Eindhoven

In het boekje "Heraldiek" van de heer F, van Ettro, dat door kenners een uitstekende inleiding tot de wapenkunde wordt genoemd, zijn in beknopte en toch duidelijke vorm een groot aantal termen uit de algemene wapenkunde en ook veel gegevens over de Noordbrabantse heraldiek bijeengebracht. Zodoende een vraagbaak, die nogal eens door de auteur van dit artikel, de heer Klaversma, geraadpleegd werd. Met één zin op blz. 19 had hij nogal moeite. Daar staat: "Het wapen" - bedoeld wordt dat van Eindhoven - "mag zeer geslaagd worden genoemd". Is dat wel zo? In elk geval niet op basis van historische gronden.

Afgietsel in brons van het oudste bekende in was uitgevoerde zegel van de stad Eindhoven. Gepatineerd brons, eenzijdig, diameter 60 mm, randdikte 2-4 mm. in tondo links de 'lion rampant' van de Hertog van Brabant , rechts de drie horens van de graven van Horne. Randschrift in romaanse minuskel: SIGILLVM OPIDI (sic) DE EINDHOVEN. Vervaardigd door Frans (Franciscus Cornelis Petrus) van den Hurk 2002. (Afbeelding Museum Kempenland)

Omdat Hertog Hendrik, die in 1232 Eindhoven tot stad maakte, zich gewoonlijk Hertog van Lotharingen, een heel enkele keer Hertog van Brabant noemde, zijn in het wapen van de stad waarschijnlijk de Lotharingse kleuren rood-wit gecombineerd met de Brabantse leeuw, zodat deze een niet-Brabants kleurtje heeft gekregen. Zolang de geboren en getogen Brabantse Eindhovenaren er geen bezwaar tegen hebben, dat de aloude Brabantse kleuren goud op zwart niet in hun stadswapen noch in hun vlag voorkomen, is dat te accepteren, evenals het feit, dat de rechterhelft van het wapen niet rode hoorns op zilver, - het wapen van de Heren van Cranendonck - maar zilveren hoorns op rood veld heeft. Want doordoor komt de vroegere tweeherigheid van de stad ongetwijfeld beter uit, dan wanneer beide helften rood op zilver waren.

Klaversma's bezwaar richt zich dan ook niet tegen de kleuren, maar tegen de vorm van de leeuw en de stand en de vorm van de hoorns. Wij Eindhovenaren zijn Hertog Hendrik I toch nog altijd dankbaar, dat hij aan Eindhoven stadsrechten heeft gegeven?
Welnu, dan hoort in het Eindhovense stadswapen de leeuw thuis, die óf van hem óf van zijn naaste nakomelingen uit het Brabantse hertogshuis is. En dat is het grappige leeuwtje met een veerachtige pluim aan het staarteinde, zonder tong en met drie vooruitgestoken pootjes, zoals men hem op het oudste, in oorsprong ongetwijfeld 13de eeuwse stadszegel van Eindhoven aantreft. Zo immers werden de leeuwen vanaf het begin van de heraldiek in de 12e eeuw afgebeeld, 1 en zo treffen we ze aan op de munten van Hertog Hendrik. 2

Als Eindhoven in zijn stadswapen deze 13e-eeuwse leeuw zou opnemen in plaats van de later in zwang gekomen protserige dikkerd, die men in een hoeveelheid van dertien in een dozijn overal in Nederland en daarbuiten aantreft, dan zou dit deel van het wapen niet alleen iets origineels hebben, maar ook een hommage zijn aan de stichter van de stad en bovendien aantonen, dat Eindhoven niet, zoals nogal eens verondersteld wordt, een uit een dorp gegroeide Philips-vestiging is, maar een oude stad, ouder dan de meeste Hollandse steden.
En natuurlijk behoren dan bij deze leeuw de hoorns van het oudste stadszegel, dat wil zeggen omgewend - zo werden ze trouwens tot in de 17de eeuw in het Eindhovense stadswapen afgebeeld 3 - en zonder enige versiering, want zo staan ze ook in het wapen van Engelbert (1212-1264) en Willem (1270-1283) van Horne, Heren van Cranendonck, die met de Hertogen van Brabant, in de 13e eeuw Heren van Eindhoven waren.
Dat zou bovendien betekenen, dat Eindhoven als enige gemeente het oudst bekende wapen van de Hornes zou voeren. Willem, de stamvader van de hoofdtak der Hornes voerde namelijk in 1230 nog de omgewende, onversierde hoorns. 4
Toen hij Heer van Altena was, heeft hij de hoorns omgedraaid en heeft zijn broer Engelbert het oude wapen behouden of aangenomen. In de terminologie van de heraldiek heten deze ongesnoerde hoorns posthoorns. Maar van oorsprong zijn de hoorns in het wapen van de Van Hornes m.i. noch posthoorns noch jachthoorns. Ze zijn, dunkt me, ontleend aan de naam Horne, en die schijnt weer afkomstig te zijn van de "horn" of uitstekende landpunt, waarop hun kasteel aan de Maas stond. Een zogenaamd sprekend wapen dus, zoals de zuilen bij de Van Zuilens, de wassenaars bij het geslacht Van Wassenaar, de kat bij de Van Catsen enz.
Onze stadsarchivaris Mr. A. van Agt heeft enkele jaren geleden het oude wapen uit de 13e eeuw in ere hersteld door het te laten aanbrengen op het briefpapier van het archief. Het stadsbestuur zou mijns inziens dit goede voorbeeld moeten volgen. Misschien is het tijd om ons eens voor wijziging van het stadswapen in te zetten?


noten
1. zie Rietstap's Handboek der Wapenkunde door C. Pama, blz, 6, 139
2. Smit, De Brabantse Beelden en Teekens van Recht, blz, 128 afb, 170-180
3. Smit, Taxandria 1932 p. 301-306)
4. Corpus Sigillorum Neerlandicorum afb, 945

Drs. T. Klaversma in ’t Gruun Buukske 1975