Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Varkensbeziender: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 23: Regel 23:
 
in: 't Gruun Buukske 1898, 9
 
in: 't Gruun Buukske 1898, 9
 
[[Categorie:Mensen]]
 
[[Categorie:Mensen]]
[[categorie:Handel en industrie]]
+
[[categorie:Middenstand]]
[[Uitgestorven beroepen]]
+
[[categorie:Uitgestorven beroepen]]

Huidige versie van 24 aug 2015 om 12:48

Het ambacht van “varkens bezien”

In het tijdschrift de Brabantse Leeuw heeft J.Th.M. Melssen zijn lezers gedocumenteerd geïnformeerd over het bestaan van een curieus ambacht in Stad en Meierij van Den Bosch, dat van 'de varkens bezien'. Het was hem tot in de finesses gelukt uit te zoeken door wie dat ambacht door de eeuwen heen was verheven, verpacht en gepacht, onder andere ook door de Prinsen van Oranje in Eindhoven, maar wat het ambt inhield was hem een volslagen raadsel gebleven. Hij was dan ook benieuwd of iemand de oplossing kende.(1)

Beatrix Jacobs wist al gauw een tipje van de sluier op te lichten. Uit het grote boek van Van Uytven over de Stadsfinanciën en stadseconomie te Leuven van de Xlle tot het einde van de XVIe eeuw (Brussel 1961) was haar niet alleen gebleken dat daar het ambt jaarlijks aan de hoogste bieder werd verpacht, en wel door de stad zelf, maar ook wat de pachter daarvoor moest doen: de varkens keuren 'om te sijn (te lezen als 'zien') oft gaaf zijn". Een keuring die betaald werd door de koper en waar varkens die voor eigen gebruik bestemd waren niet aan onderhevig waren.(2) Helemaal duidelijk was het nog wel niet, maar men kon er zich nu tenminste iets bij voorstellen.

Bladerend in een recente antiquarische aankoop betreffende de heerlijkheid van Heenvliet(3), stuitte ik onlangs op een passage die wel eens de oplossing van het raadsel zou kunnen zijn.
Ook de heer van Heenvliet had het recht van varkensschouw. Wat dat recht inhield, blijkt uit de verschillende eden van de "gesworen verckensbesiender" van 26 april 1566 en 8 maart 1578. Bij die eed verklaart genoemde functionaris 'die vercken die gans zijn gans te schouwen ende die ongans zijn ongans te schouwen ende een stuck van der oore te snyden'. Waren de varkens gans (=gezond), dan betaalde de koper het schouwgeld, waren ze ongans, dan de verkoper, naar oud gebruik.

Op 5 maart 1588 bepaalde de toenmalige heer van Heenvliet, Maximiliaan van Cruyningen, dat ook alle varkens die uit de heerlijkheid verkocht mochten worden aan schouw onderhevig waren. Voor elk varken diende daarbij een blanck betaald te worden.(4) Of voor eigen gebruik vetgemeste varkens net als in Leuven ook in Heenvliet en de Meierij van Den Bosch buiten het bezien vielen, is niet bekend. Mocht dat zo geweest zijn, dan zal de verleiding bij de 'besienders' groot geweest zijn, zich daar niet zo streng aan te houden.

In 1558/59 liep er eentje tegen de lamp. In de schoutsrekening van Jacob van Brecht over dat jaar staat de dader vermeld: Laureysse Wouterssoene, 'woenende ten Bossche ende wesende een vercken besiendere'. 'Commende buyten legher' was hij, naar zijn eigen zeggen, in het 'quat geselschap' geraakt van lieden die hem 10 à 12 dagen lang met zich mee 'op den huysman geleyd hadden'. De boer op dus. Wat men daar precies uitgespookt heeft, wordt er helaas niet bij gezegd. Alleen dat het de schout niet gelukt was ieders aandeel in de overtredingen vast te stellen, ook niet dat van de beziender in kwestie. Het lijkt mij niet onmogelijk, dat er toentertijd iets te veel varkensoren zijn verkleind. Dat zal een luidruchtige bedoening zijn geweest. Maar dat was het bij de beziender thuis ook. Want op grond van het feit dat deze met een huis vol kleine kinderen zat, nam de schout genoegen met een redelijke compositie (=schikking).

Noten:
1- J.Th.M. Melssen, 'Het ambacht van de varkens bezien in Stad en Meierij... een raadsel?, De Brabantse Leeuw 28 (1979), 160-162.
2- Beatrix C.M. Jacobs, 'Het ambacht van de varkens bezien... geen volledig raadsel meer?, De Brabantse Leeuw 29, (1980), 174-175.
3- Historische beschrijving der vrije en hoge heerlijkheid van Heenvliet, met inventaris en regestenlijst van het huisarchief der vrijheren van Heenvliet, G. ’t Hart, uitg. Lamaison-Merula Stichting, Heenvliet 1949.
4- G. 't Hart, genoemde Historische Beschrijving ..., 63.
5- Rijksarchief in Noord-Brabant, Collectie schaduwarchieven, inv. nr. A VII 13: film van de schcutsrekening van Jacob (Jacques) van Brecht over 1558/1559, zoals aanwezig in het Algemeen Rijksarchief te Brussel, Archief Chambres des Comptes, inv. nr. 12998.

J.W. Hagen
in: 't Gruun Buukske 1898, 9