Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Witteveen: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 43: Regel 43:
  
  
'''BRONNEN'''<br />
+
'''Bronnen'''<br />
 
:Roger Miellet, a.w., (Zwolle 1993), 218-224;
 
:Roger Miellet, a.w., (Zwolle 1993), 218-224;
 
:Aantekeningen In typeschrift door R.L. Miellet over de winkelbedrijven van Witteveen en met name over M.J. Witteveen's Modemagazijnen N.V., die de schrijver voor dit artikel beschikbaar stelde;
 
:Aantekeningen In typeschrift door R.L. Miellet over de winkelbedrijven van Witteveen en met name over M.J. Witteveen's Modemagazijnen N.V., die de schrijver voor dit artikel beschikbaar stelde;

Versie van 27 aug 2014 om 21:16

Reclame-afbeelding van modehuis Witteveen in het weekblad Roomsch Leven uit 1920.

N.V. M.J. Witteveen’s mode magazijnen

Het begin
Meindert Witteveen werd in 1857 in Joure geboren. Ter onderscheiding van de andere Meinderts in de familie zou hij zichzelf later naar zijn vader Meindert Jozefs noemen, vandaar de latere bedrijfsnaam M.J. Witteveen's Mode- magazijnen. Toen Meindert elf jaar oud was overleed zijn vader en hij moest een betrekking gaan zoeken om bij te dragen aan het levensonderhoud van het gezin. Na enkele baantjes kwam hij in 1873 in dienst bij C & A Brenninkmeijer in Sneek, waar zijn belangstelling werd gewekt voor het textielvak. Later zou hij zijn vakkennis nog verbreden door bij een neef te gaan werken die een grossierderij bezat in manufacturen. In 1883 besloot Meindert dat hij genoeg wist om een eigen bedrijf te beginnen en hij opende in Heerenveen in een pand van zijn schoonvader een manufacturenzaak. Het mes sneed toen aan twee kanten, want terwijl zijn vrouw voor de winkelverkoop zorgde, trok hij er zelf als marskramer op uit.

De zaken gingen voorspoedig en niet alleen door de manufacturen. Veel dames vervaardigden in die jaren zelf hun kleding. Nu zal ook een leek begrijpen, dat het knippen en naaien van een winterjas meer inspanning vraagt dan het maken van een jurk of rok. Als zij het zich konden veroorloven, kochten de dames hun dikke jassen dan ook liever kant en klaar. Uit een advertentie uit 1887 blijkt dat Meindert handig op die wens had ingehaakt door ook wintermantels in zijn assortiment op te nemen. Later zouden de zomer- en regenmantels volgen. De mantelomzet werd tenslotte zo belangrijk, dat Meindert zijn manufacturenwinkel in 1900 zelfs "Mantelmagazijn Witteveen" durfde noemen. Hij was inmiddels gestopt met het werk langs de weg.

In 1919 werd de oude firma omgezet in de N.V. M.J. Witteveen 's Mode-Magazijnen met als plaats van vestiging Heerenveen. Meindert hield de meerderheid van het aandelenpakket, de rest werd verdeeld onder zijn tien kinderen.

Een tweede bedrijf
Intussen had zoon Josephus Theodorus in 1913 een winkel geopend in Heerlen, een stad die door de ontwikkeling van de steenkolenindustrie een sterke groei doormaakte. In tegenstelling tot het ouderlijk bedrijf lag de nadruk hier sterk op de damesconfectie, die Josephus zelf voor een groot deel in Berlijn ging inkopen. Ofschoon zij een zelfstandige onderneming was, zou de Heerlense winkel nog in de jaren dertig vermeld worden in reclame van het ouderlijk bedrijf. In 1946 opende Josephus nog een filiaal in Geleen, dat later naar Maastricht zou worden verplaatst, maar tenslotte weer werd opgeheven. Het Heerlense bedrijf J.Th.Witteveen N.V. bleef bestaan tot in 1964; toen verkocht de familie het aan Vinke's Verenigde Modemagazijnen n.v. in Utrecht, die de naam in 1966 wijzigde in Modemagazijn Vinke Heerlen n.v.

Een Eindhovens filiaal
In 1919 vatte Josephus Theodorus het idee op om een filiaal te openen in Eindhoven, maar zijn vader had andere plannen. Op 13 september 1919 opende die zelf een winkel in onze stad. De 24-jarige zoon Gregorius Vincent Witteveen werd met de leiding belast. De zaak was gevestigd in een deel van het voorhuis van het oude Hof van Holland aan de Rechtestraat, waarvan het achterste deel in gebruik was bij de Openbare Leeszaal. De verkoopruimte besloeg niet meer dan 110 m2 en de etalage was 10 m2 groot. De collectie verschilde van die van de moederzaak en bestond uit mantels, regenmantels, japonnen, mantelkostuums, peignoirs en meisjeskleding. Gregorius verzorgde de inkoop, administratie en publiciteit zelf en nam twee verkoopsters in dienst voor de winkel en een ateliermeisje voor het veranderwerk. Evenals zijn broer in Heerlen, betrok hij een deel van zijn kleding van handelaars in Berlijn.

De jonge Witteveen wist de Eindhovense vestiging al snel tot een succes te maken. In 1920 werd zaak voor het eerst verbouwd, waarbij de naburige parapluwinkel bij het bedrijf werd getrokken. In februari 1924 werd geadverteerd met de opening van de nieuwe etalages, in 1926 en 1929 volgden verbouwingen, waarbij onder meer een andere pui werd aangebracht. Bij een volgende uitbreiding in 1934 werd de verkoopruimte verdubbeld en in 1938 kreeg de winkel 10 meter meer diepte, terwijl in de portiek 150 m2 etalage ruimte werd gecreëerd.

Nieuwe ontwikkelingen
Intussen had een derde broer, Theodorus Josephus, in 1927 nog een tweede filiaal geopend aan de Karrestraat in Breda. Omdat de zaak in Heerenveen kort daarvoor was gesloten, werd Breda de hoofdzetel. In 1930 opende Th.J. Witteveen vanuit Breda nog een zaak op de Heuvel in Tilburg.

Ansichtkaart van een deel van de Rechtestraat met de winkel van Witteveen uit circa 1965
(Collectie Hüsken)

Meindert was intussen in 1926 via Den Haag naar een deel van Princenhage verhuisd dat spoedig daarna door Breda werd geannexeerd. Daar overleed hij op 20 augustus 1927. Na zijn dood werd de hoofdzetel van het bedrijf overgeplaatst naar Eindhoven. Van hieruit werd op 15 maart 1940 een filiaal geopend in de Amsterdamse Kalverstraat. Gebruikmakend van het Liquidatiebesluit 1941 werd de vennootschap in 1941 omgezet in de firma M.J. Witteveen's Modemagazijnen, met als statutaire plaats van vestiging Amsterdam en de twee broers Gregorius Vincent en Josephus Theodorus als firmanten. Er waren toen nog steeds vier winkels. Na de oorlog opende de firma in 1947 nog een filiaal in Rotterdam, aanvankelijk onder de naam De Hollandsche Lelie, later onder de vertrouwde naam M.J. Witteveen's Modemagazijnen.

Een jaar later werd de firma ontbonden, waarna de zaken werden voortgezet in de N.V. Kledingmagazijnen M.J. Witteveen te Amsterdam. Omdat de twee broers een verschillende visie hadden op het te voeren beleid, besloten zij enige tijd later om uiteen te gaan. Met ingang van 1 januari 1950 werden de zaken in Breda, Tilburg en Rotterdam overgedragen aan Theodorus Josephus Witteveen, die samen met zijn zoon M.S. Witteveen de N.V. Kledingmagazijnen Th.J. Witteveen oprichtte, die statutair eveneens in Amsterdam was gevestigd. De winkels in Eindhoven en Amsterdam werden onder de oude naam voortgezet door Gregorius.

Hoe het in Eindhoven verder ging
In Eindhoven werd de winkel in 1956 verbouwd, waarbij de gevel een facelift kreeg. Veel lezers zullen zich nog herinneren hoe schitterend het pand met de twee trapgevels er toen uitzag. Op de vaste luifel boven de etalages stond een halve meter hoog wapen van Eindhoven en daarboven in kersenrode neonletters de naam Witteveen. Helaas heeft die weelde maar kort geduurd. In 1960 besloot de onderneming het schitterende oude pand te slopen en door een nieuwe bouw te vervangen. Daarbij werd de 400 m2 bedrijfsruimte van het oude pand op het dubbele gebracht.

De begane grond werden ingericht voor de verkoop van truien, blouses en rokken, de eerste verdieping voor japonnen, pakjes en mantels en de tweede verdieping voor kinderconfectie. Op 15 september 1961 werd het pand geopend. In 1972 zou het weer voor de eerste keer verbouwd worden.

Het einde als familiebedrijf
Ook buiten Eindhoven gingen de zaken goed. In de naoorlogse jaren werden een groot aantal nieuwe filialen geopend. Nadat de naamloze vennootschap in 1972 was omgezet in een besloten vennootschap, besloot de vergadering van aandeelhouders einde 1977 om de naam te wijzigen in Witteveen Beheer b.v., eveneens te Amsterdam. De exploitatie van de winkels werd daarna voorgezet door de nieuwe M.J. Witteveen's Modemagazijn b.v.

In 1986 werden de aandelen van het familiebedrijf overgenomen door E.H. de Waal Holdingmaatschappij b.v., die al eigenaar was van Hij Herenmode b.v. Witteveen had bij de overname 34 winkels in Nederland en 14 in België. De nieuwe eigenaar veranderde de winkelformule door zich meer te richten op kwaliteit en modebewuste vrouwen tussen 25 en 40 jaar. In verband daarmee gingen de winkels werken onder de nieuwe handelsnaam ZIJ. Op of omstreeks 24 februari 1987 werd ook de Eindhovense winkel na een verbouwing als ZIJ-filiaal heropend. In juni van dat jaar werd ZIJ Mode b.v. opgericht, waarin de winkels werden ondergebracht. Onder de naam ZIJ kunt u de modezaak nog steeds aan de Rechtestraat vinden.

Intussen was de hoofdzetel van de tweede Witteveenvennootschap, N.V. Kledingmagazijnen Th.J. Witteveen, in 1961 overgeplaatst van Amsterdam naar Breda. Ook hier trok de familie Witteveen zich terug. Bij een statutenwijziging in 1991 werd de onderneming omgezet in de beleggingsmaatschappij Karrestraat Beleggingen b.v., met als plaats van vestiging Amsterdam en werd de detailhandel voortgezet in de nieuwe onderneming Witteveen Mode b.v., die in Breda werd gevestigd. Ik noem deze niet-Eindhovense tak hier, omdat hij in augustus 1992 een deel van de Eindhovense onderneming Hoogenbosch Fashion b.v. heeft overgenomen. Ik denk dat weinig lezers ooit van dit laatste bedrijf zullen hebben gehoord en dat is ook niet zo vreemd.

In feite was Hoogenbosch Fashion b.v. een koepel waaronder onder andere de zaken De Stad Parijs b.v. en Madame Sabiene op het 18 Septemberplein 2 vielen. Met name de dames zullen deze zaken beter kennen. De Stad Parijs had deze naam gekregen na de overname in 1991 door Hoogenbosch Fashion Holdings b.v. in 's-Hertogenbosch. In het voorjaar van 1994 heeft Witteveen Mode b.v. Madame Sabiene omgedoopt in Witteveen, waardoor de oude en bij veel Eindhovenaren nog steeds zo vertrouwde naam weer in de binnenstad terug is.

Jan Spoorenberg 1994


Bronnen

Roger Miellet, a.w., (Zwolle 1993), 218-224;
Aantekeningen In typeschrift door R.L. Miellet over de winkelbedrijven van Witteveen en met name over M.J. Witteveen's Modemagazijnen N.V., die de schrijver voor dit artikel beschikbaar stelde;
Ing. C.H. Witteveen, De vooroudersen het nageslacht van Tjebbe Cornelis Witteveen (Roosendaal, z.j.), 63-69;
RHCe, Eindhovensche en Meierijsche Courant 17-9-1920, 2-2-1924, '5-3-1938, Eindhovens Dagblad 14-3-1956, 16-3-1956, 20-11-1960, 14-2- 1961, 2-6-1961, 16-9-1961 en 18-2-1987 (volgens kaartsystemen mevr. P.C. de Haas-van den Boer en latere);
Rijksarchief In Noord-Brabant, KvK In Breda, Inv. nr 120, handelsregister dossier 3299; KvK In Eindhoven, handelsregister, dossiers 11850 en 40827 (ZIJ Mode b.v.), 37638 en 37639 (beide laatste De Stad Parijs b.v.), KvK In Breda, handelsregister dossiers 14038 en 62806;
KvK in Heerlen, handelsregister dossier 339 (J.Th. Witteveen);
KvK In Utrecht, handelsregister dossier 57305 (ZIJ Mode b.v.);
Informatie van de heren Ir. J. Witteveen in Eindhoven, Ing. C.H. Witteveen In Roosendaal, G. Otten in Breda en A. Boon van Golden Town in Utrecht.