Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Huub van Reuth

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

Reuth, Huub (Hubertus Hendrikus Josephus) van, journalist en kunstcriticus

  • Stratum 5 september 1891

† Eindhoven 5 september 1958

Als zoon van de bekende sigarenfabrikant Norbert (Norbertus Josephus Adolphus) van Reuth (1855-1926) en Marcella Cornelia Maria Huberta van Oorschot (1857-1932) volgt hij na de lagere school de H.B.S. te Helmond. Het schrijven en dichten krijgt hij van thuis mee, want zijn vader doet dat uit liefhebberij.

In 1920 richten Huub en zijn broer Cor (1893-1958) het tijdschrift De Kempen. Algemeen maandschrift voor literatuur, kunsten en wetenschappen op, dat een uitgave van de Vereniging van Jonge Brabantsche Kunstenaars Eindhoven is. Hier werken aan mee Peter van den Braken, Ernest Michel, Emilie Weggeman Guldemont en anderen.

Vanwege vermeende pornografie veroorzaakt het een schandaal en blijft het bij één nummer. In hetzelfde jaar verschijnt de dichtbundel Harptrillingen met beider gedichten.

Met het verhaal Robert Benninga legt Cor van Reuth de basis voor zijn roman De Liefde die doodt… Zedentragedie ener industriestad, welke onder het pseudoniem Jean Richepaix omstreeks 1928 verschijnt. Aanvankelijk werkt Huub bij de Peel- en Kempenbode en gaat mee over naar het Eindhovensch Dagblad. Dan zoekt hij zijn geluk bij De Tijd en De Telegraaf woont in Amsterdam en Hilversum, maar mist Brabant en zijn familie.

Terug in Eindhoven gaat hij werken bij de katholieke Meierijsche Courant onder hoofdredactie van Janus Vervoort, ook wel de paus van Eindhoven genoemd. In 1931 trouwt hij Lien (Mechelina Wilhelmina Johanna Francisca) Peijnenburg (1904-?), met wie hij drie kinderen krijgt. Bij de omzetting van de Meierijsche Courant tijdens de oorlog in het Dagblad van het Zuiden geeft hij zijn baan op en probeert te overleven.

Onder de oorlog schrijft hij voor het verzetsblad Sint Christofoor, waar ook pastoor Jacob Sicking bij betrokken is. Na de oorlog treedt hij in dienst bij Oost-Brabant, waar hij na een mislukte poging als Haags parlementair redacteur vooral als stadsverslaggever en kunstredacteur binnen Eindhoven actief is. Hij sterft in het harnas op zijn verjaardag als hij terugkeert van een première van het Zuidelijk Toneel Ensemble in de Philips Schouwburg.

Onder belangstelling van heel cultureel Eindhoven wordt hij vanuit de H. Gerardus Majellakerk op het Sint-Joriskerkhof begraven. Huub van Reuth, die acht talen meester was inclusief Pools en Russisch, moet een zeer belezen man zijn geweest met een omvangrijke bibliotheek. Cas van Houtert typeert hem als ‘een bevlogen erudiet’.

Bronnen:

  • Houtert, Cas van, Uit doorgaans betrouwbare bron. De geschiedenis van het Eindhovens Dagblad, Eindhoven 2003, 292-296

Peter Thoben 2013