Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Albert Troost: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Troost, Albert (Albertus Antonius Josephus), glazenier en kunstschilder * 4 maart 1924 Eindhoven † 28 maart 2010 Geldrop Als enig kind van Arnoldus Cornelius T...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 24: | Regel 24: | ||
Zijn werkkracht is na 1980 sterk afgenomen, hoewel hij steeds pogingen ondernam om tot tekenen te komen. Als talentvol kunstenaar heeft hij in 1953 de Provinciale Prijs voor de Schone Kunsten van Noord-Brabant en in 1957 de Cultuurprijs van de gemeente Eindhoven ontvangen. In 1969 is hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ontwerptekeningen bevinden zich in bezit van Museum Kempenland Eindhoven. | Zijn werkkracht is na 1980 sterk afgenomen, hoewel hij steeds pogingen ondernam om tot tekenen te komen. Als talentvol kunstenaar heeft hij in 1953 de Provinciale Prijs voor de Schone Kunsten van Noord-Brabant en in 1957 de Cultuurprijs van de gemeente Eindhoven ontvangen. In 1969 is hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ontwerptekeningen bevinden zich in bezit van Museum Kempenland Eindhoven. | ||
Bronnen: | Bronnen: | ||
======Jean Reijs e.a. (red.), Albert Troost. Illustraties en verluchtingen – Werken in relatie met de architectuur – Vrij werk, Eindhoven 2002====== | ======Jean Reijs e.a. (red.), Albert Troost. Illustraties en verluchtingen – Werken in relatie met de architectuur – Vrij werk, Eindhoven 2002====== | ||
Peter Thoben 2013 |
Versie van 26 apr 2013 21:35
Troost, Albert (Albertus Antonius Josephus), glazenier en kunstschilder
- 4 maart 1924 Eindhoven
† 28 maart 2010 Geldrop
Als enig kind van Arnoldus Cornelius Troost (1894-1936), firmant van de sigarenfabriek Troost & Van den Boomen, en Cornelia Adriana Maria Maas (1894-1950) wordt hij in het stadsdeel Woensel geboren.
Hij is van 1936 tot 1941 HBS-leerling op het Sint-Joriscollege en krijgt pianolessen aan de Eindhovense Muziekschool van Hein Jordans. Wanneer hij de eerste prijs bij een door de Nederlandse Vereniging van Tekenonderwijs uitgeschreven wedstrijd behaalt, kiest hij definitief voor de kunst. Na lessen van Antoon Kruysen studeert hij van 1941 tot 1944 aan de Koninklijke Academie voor Kunst, Techniek en Ambacht te ’s-Hertogenbosch, waarheen hij met Ko Sarneel en Ton Smits per spoor reist.
In 1945 wordt hij toegelaten op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, waar hij door Gerard Röling en vooral door Heinrich Campendonk gevormd wordt tot zijn afstuderen in 1947. In die tijd woont hij bij beeldhouwer Jacques van Rhijn.
Dan maakt hij studiereizen naar Frankrijk en Spanje en werkt als kunstrecensent en illustrator voor het tijdschrift De Nieuwe Eeuw van Gerard Knuvelder.
In 1950 trouwt hij de kunstschilderes Antoinette Wentholt (1922-2009), met wie hij vier kinderen krijgt. Aan de pas door René Smeets opgerichte Middelbare Kunstnijverheidsschool, de latere Akademie voor Industriële Vormgeving is hij van 1951 tot 1957 docent. In 1957 volgt zijn benoeming als opvolger van Jos ten Horn tot professor aan de Jan van Eyck-academie te Maastricht, waar hij in 1965 tevens directeur wordt tot zijn ziekte in 1981. Leerlingen zijn o.a. Gerard van Iersel, Theo Mols en Gé Verhulst.
Vele religieuze en profane opdrachten voor glas-in-loodramen en wandschilderingen voert hij uit en hij exposeert met regelmaat. Met de ramen en wandschilderingen voor zijn parochiekerk H. Gerardus Majella in Eindhoven-Stratum (1949-52) krijgt hij bekendheid.
In Eindhoven voert hij ramen in het trappenhuis (1953) en een plafondschildering(1954) in het huidige Pleincollege Van Maerlant uit, schilderingen voor de Eindhovense Drukkerij (1954-55), het Natuurkundig Laboratorium van Philips (1956-57) en Van der Puttlyceum (1963-64).
Zijn chef d’oeuvre is de beglazing van 570 m² voor de Malpertuiskerk te Maastricht (1964-66). Tot zijn laatste opdrachten behoren de ramen voor de Ikonenkapel van de St. Jan in ’s-Hertogenbosch (1984-85) en St. Servaas in Maastricht (1989-94).
Albert Troost was een verfijnd tekenaar, die al tekenend ideeën en oplossingen voor zijn glasramen en schilderingen vond, waarbij de (lood)lijn ‘leidend’ was. De teleurstelling was voor hem groot, dat de monumentale kunst in relatie met de architectuur losgelaten werd.
Zijn werkkracht is na 1980 sterk afgenomen, hoewel hij steeds pogingen ondernam om tot tekenen te komen. Als talentvol kunstenaar heeft hij in 1953 de Provinciale Prijs voor de Schone Kunsten van Noord-Brabant en in 1957 de Cultuurprijs van de gemeente Eindhoven ontvangen. In 1969 is hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ontwerptekeningen bevinden zich in bezit van Museum Kempenland Eindhoven.
Bronnen:
Jean Reijs e.a. (red.), Albert Troost. Illustraties en verluchtingen – Werken in relatie met de architectuur – Vrij werk, Eindhoven 2002
Peter Thoben 2013