Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Blaarthemsemolen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
De molen werd toen ook als schorsmolen ingericht en een jaar later volgde vergunning voor de installatie van een graan- en pelmolen. In het provinciaal verslag over 1866 konden daarom voor Gestel twee graanmolens worden vermeld: de Genneper en de Blaarthemse.<br /> | De molen werd toen ook als schorsmolen ingericht en een jaar later volgde vergunning voor de installatie van een graan- en pelmolen. In het provinciaal verslag over 1866 konden daarom voor Gestel twee graanmolens worden vermeld: de Genneper en de Blaarthemse.<br /> | ||
Jan Spoorenberg, in het Gruun Buukske 1981-1982 | |||
Versie van 7 dec 2014 19:41
De Blaarthemsemolen
Ofschoon de Gestelse rosmolen nog in 1853 wordt vermeld in de boedelbeschrijving van de weduwe van E. van Gennip, was het gebouw toen al lang niet meer als molen in gebruik. In 1838 had zoon J. van Gennip toestemming gekregen om de rosmolen om te bouwen tot een windmolen en die te verplaatsen naar de Broekakker tussen de Broekstraat en de Lange Dijk in de buurt van de grens met Zeelst.
De molen werd toen ook als schorsmolen ingericht en een jaar later volgde vergunning voor de installatie van een graan- en pelmolen. In het provinciaal verslag over 1866 konden daarom voor Gestel twee graanmolens worden vermeld: de Genneper en de Blaarthemse.
Jan Spoorenberg, in het Gruun Buukske 1981-1982