Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Stadsrekeningen in de 18e eeuw: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<big>'''Stadsrekeningen uit de 18e eeuw'''</big><br /> ♦rekening 1745/46: "Betaald aan Jan Collenberg vijftien stuyvers voor 't repareren van de stadtskruywage....') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
<big>'''Stadsrekeningen uit de 18e eeuw'''</big><br /> | <big>'''Stadsrekeningen uit de 18e eeuw'''</big><br /> | ||
De oude stadsrekeningen geven dikwijls een boeiend beeld van het leven in het verleden, cmdat alle inkomsten en uitgaven van de stad erin zijn opgetekend, tot de kleinste toe. ZO kunnen we er alledaagse, maar desondanks charmante posten in aantreffen als:<br /> | |||
♦rekening 1745/46: "Betaald aan Jan Collenberg vijftien stuyvers voor 't repareren van de stadtskruywage. <br /> | ♦rekening 1745/46: "Betaald aan Jan Collenberg vijftien stuyvers voor 't repareren van de stadtskruywage. <br /> | ||
♦rekening 1791/92: "Betaald aan stuit Hendrik Verberne l gulden (en) 10 stuyvers voor het maken en leveren van een nieuwe straatschup ten dienste van de stad. "<br /> | ♦rekening 1791/92: "Betaald aan stuit Hendrik Verberne l gulden (en) 10 stuyvers voor het maken en leveren van een nieuwe straatschup ten dienste van de stad. "<br /> | ||
door J. Spoorenberg jr.<br /> | |||
in: ’t Gruun Buukske 1976, 17<br /> | |||
Versie van 3 aug 2015 16:08
Stadsrekeningen uit de 18e eeuw
De oude stadsrekeningen geven dikwijls een boeiend beeld van het leven in het verleden, cmdat alle inkomsten en uitgaven van de stad erin zijn opgetekend, tot de kleinste toe. ZO kunnen we er alledaagse, maar desondanks charmante posten in aantreffen als:
♦rekening 1745/46: "Betaald aan Jan Collenberg vijftien stuyvers voor 't repareren van de stadtskruywage.
♦rekening 1791/92: "Betaald aan stuit Hendrik Verberne l gulden (en) 10 stuyvers voor het maken en leveren van een nieuwe straatschup ten dienste van de stad. "
door J. Spoorenberg jr.
in: ’t Gruun Buukske 1976, 17