Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Hendrik Turken: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


* Eindhoven 10 december 1791
* Eindhoven 10 december 1791
† bij Luik verdronken 1856.
† bij Luik verdronken 1856


Als zoon van koopman Johannes Turken (1756-1825) en Johanna Maria Smits (1754-1839) is hij voorbestemd om de handel in te gaan, maar zijn ouders staan hem toch toe kunstenaar te worden. Hij gaat naar de Academie in Antwerpen, waar hij les krijgt van H.J. Antonissen. Later omstreeks 1819-1820 leert hij etsen bij Ernst Willem Jan Bagelaar te Son.
Als zoon van koopman Johannes Turken (1756-1825) en Johanna Maria Smits (1754-1839) is hij voorbestemd om de handel in te gaan, maar zijn ouders staan hem toch toe kunstenaar te worden. Hij gaat naar de Academie in Antwerpen, waar hij les krijgt van H.J. Antonissen. Later omstreeks 1819-1820 leert hij etsen bij Ernst Willem [[Jan Bagelaar]] te Son.


Op de academie raakt hij bevriend met Antoon (Antonius Aloysius Emanuel) van Bedaff (1787-1829). Na hun studie zouden ze naar Zuid-Frankrijk getrokken zijn en Van Bedaff zal later voor het Paviljoen Welgelegen te Haarlem historische taferelen schilderen.
Op de academie raakt hij bevriend met Antoon (Antonius Aloysius Emanuel) van Bedaff (1787-1829). Na hun studie zouden ze naar Zuid-Frankrijk getrokken zijn en Van Bedaff zal later voor het Paviljoen Welgelegen te Haarlem historische taferelen schilderen.

Versie van 16 mei 2013 14:27

Turken, Hendrik, kunstschilder en directeur aan het Stads Teeken Instituut 's-Hertogenbosch

  • Eindhoven 10 december 1791

† bij Luik verdronken 1856

Als zoon van koopman Johannes Turken (1756-1825) en Johanna Maria Smits (1754-1839) is hij voorbestemd om de handel in te gaan, maar zijn ouders staan hem toch toe kunstenaar te worden. Hij gaat naar de Academie in Antwerpen, waar hij les krijgt van H.J. Antonissen. Later omstreeks 1819-1820 leert hij etsen bij Ernst Willem Jan Bagelaar te Son.

Op de academie raakt hij bevriend met Antoon (Antonius Aloysius Emanuel) van Bedaff (1787-1829). Na hun studie zouden ze naar Zuid-Frankrijk getrokken zijn en Van Bedaff zal later voor het Paviljoen Welgelegen te Haarlem historische taferelen schilderen.

Als er in 1820 door het overlijden van Gerard van Dinther aan het Stads Teeken Instituut te ’s-Hertogenbosch een vacature voor directeur ontstaat, solliciteert Hendrik Turken. Hij wordt tot directeur benoemd en Antoon van Bedaff tot onderwijzer handtekenkunde. Ze ontwikkelen een tekenmethode getiteld Grondbeginselen der Teekenkunst in Fragmenten naar de Antieken bestaande uit zes cahiers van ieder vijf platen, die door de Bossche steendrukker J.F. Demelinne in 1822 worden uitgegeven. Een jaar later verschijnt die ook onder de titel Les elément de l’Art de dessin.

Wanneer het instituut op beider verzoek in 1825 geen provinciale subsidie krijgt, nemen ze ontslag en vertrekken naar Brussel. Na de dood van Van Bedaff weten wij slecht hoe het leven van Hendrik Turken is verlopen. In 1830 wordt hij in Eindhoven en in 1844 in Breda gesignaleerd en er is een vermelding dat hij in 1856 bij Luik is verdronken.

Zijn werk is op tentoonstellingen van Levende Meesters te zien geweest te Haarlem in 1825, te ‘s-Gravenhage in 1819, 1825, 1827, 1839, 1841 en te Amsterdam in 1828, 1830 en 1844. Naast het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch bezit Museum Kempenland Eindhoven werk o.a. een serie gewassen landschaptekeningen uit zijn Bossche periode. Henricus Turken, maar ook Bagelaar, is in 1962 met een straat in Eindhoven geëerd.

Bronnen:

Karel Vermeeren, Tekeningen door de Eindhovenaar Hendrik Turken 1791-1856 in het bezit van Museum Kempenland Eindhoven, Museum Kempenland Eindhoven z.j. [1979]