Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Strijp volgens Hanewinkel
Strijp in 1803.
Stryp ligt ene halve uur ten noordwesten van Eindhoven; het is ene welvarende plaats, waar men 876 ingezetenen telt. De kerk, die in het dorp ligt, is tamelijk groot, staande een klein torentjen op het midden van dezelve. Men vindt in dit dorp gene grote wegen of straten; even hierom wordt het wel eens het Malkwerum der Meiëry genoemd; het is voor enen vreemdeling moeielyk, om hier enen uitgang of den regten weg te vinden.
Men onderscheide dit dorp van Stryp bij Aarle en van het gehucht Leender-Stryp. Dat Stryp oulings, yolgends sommigen, Strithem zou genoemd zijn wegens een gevecht, dat hier met de Noormannen zou zijn voorgevallen, is geheel van allen grond ontbloot.
(Uit: Geschied-en Aardrykskundige beschrijving der Stad en Meiëry van 's-Hertogenbosch, Steph. Hanewinkel, H.G.Fil. Nijmegen 1803.)
Nota bene:
Dominee Hanewinkel beschreef de Meierij en de Kempen in 1803, zoals hij zelf schrijft, geheel onpartijdig en onbevooroordeeld (“met de nauwkeurigste onzijdigheid”. ”Het stonde niet aan mij om het gebeurde naar mijn welgevallen te schetsen….. ja ik mag mij beroemen, dat de volmaakte onzijdigheid door mij is in acht genomen”). Aan deze onpartijdigheid mag getwijfeld worden. In andere geschriften van zijn hand liet hij zich wel bijzonder laatdunkend uit over de lokale bevolking, met name over de katholieken onder hen. “Onder de Roomschen is volstrekt geen geleerdheid te vinden”, zo schreef hij, “wijl zij allen op den ellendigen Akademie van Leuven gestudeerd hebben”. De Roomsche godsdienst bestempelde hij als”bejammerenswaardig”en de preken van de priesters “allerrampzaligst”. Hoe kon het ook anders, aangezien zij “zoo dom waren als hunne leken”. (bron: wikipedia.org)