Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
De Drie Koningen
De Drie Koningen, huisnaam
Pand in de Rechtestraat, tegenwoordig huisnummer 55-57.
Volgens onderzoek door J. van Poppel komt de huisnaam reeds voor in 1590. Pas veel later treffen wij de naam aan in het archief van de schepenbank.
Op 6 januari 1730 verkoopt Maria Conincx, een meerderjarige dochter, het pand aan haar broer en zus Johan en Sophia Conincx. Het betreft dan een huis met achterhuis en hof, bestaande in 2 woningen. De huisnaam De Drie Koningen wordt daarbij niet vermeld.
Op 6 december 1742 wordt het huis met de naam "De Drie Kooningen" dan door Sophia Conincx en Digna Eijmers, weduwe van Johan Conincx, verkocht aan Cornelis van Moorsel. Digna Eijmerts Philipsen was in 1732 met schepen en oud-burgemeester Jan Conincx getrouwd en overleed in 1770. Jan Conincx was in 1675 geboren en overleed in 1741. Vervolgens werd het huis dus verkocht. In de akte wordt bedongen dat Sophis Conincx, die achter het verkochte huis in een klein huisje woont aan de Rosemarijnstraat (tegenwoordig de Jan van Lieshoutstraat) in de tuin van het huis De Drie Koningen een secreet of gemak (toilet) mag bouwen ter grootte van 4½ voeten. Het gangetje, dat achter het huis De Drie Koningen loopt en naast het huisje van Sophia Conincx uitkomt, mag door de nieuwe eigenaren worden gebruikt, maar blijft eigendom van Sophia.