Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Overige sociëteiten in Eindhoven-stad
Overige sociëteiten in Eindhoven-stad
Behalve de grotere sociëteiten telde (klein-)Eindhoven nog enkele vermoedelijk wat minder belangrijke sociëteiten.
Een daarvan was De Burgersociëteit, die waarschijnlijk identiek is geweest aan de vereniging Burgerkrans. De eerste naam wordt ik voor het eerst vermeld in 1890, de laatste naam in 1905. Als toch van twee verenigingen sprake is, zijn zij beide gevestigd geweest in het koffiehuis van Fooy aan het Stratumseind. De Burgerkrans was later bij Van der Harten op de Markt thuis.
Uit 1899 kennen we nog 'De Gezelligheid', die het bevorderen van de gezelligheid als haar doel zag en waarvan de leden bij elkaar kwamen in koffiehuis de Phoenix op het Stratumseind.
In 1909 werd bij de Stad Rotterdam op de Markt De Vreemdelingenclub opgericht. Zij had tot doel de gezelligheid onder haar leden te bevorderen. Alleen vreemdelingen (d.w.z. allochtonen) konden lid worden. Er is uit 1910 een ledenlijst bewaard die 14 namen telt.
Een bijzondere plaats nam sociëteit De Jeugd in. Ze werd in 1909 opgericht. De leden, die tenminste 18 jaar oud moesten zijn, kwamen 's zondags bijeen in de bovenzaal van het koffiehuis van Adolf Spoorenberg aan de Vestdijk. Ofschoon het doel van de club heel algemeen wordt omschreven als 'de zondagen gezellig door te brengen', geeft het reglement de indruk, dat veel tijd aan dansen is besteed.
Van 1912 dateerde sociëteit Kaart en Queu, waarvan de naam lijkt te duiden op een kaart- en biljartclub, maar die volgens haar statuten tot doel had 'het gezellig samenzijn te bevorderen' . Zij deed dat door het organiseren van een wekelijkse kaartavond, eveneens bij de Phoenix, maar ook door andere gezellige bijeenkomsten en gezamenlijke uitstapjes.
Sociëteit Wilhelmina wordt in 1913 genoemd en is vermoedelijk kort daarvoor opgericht als onderdeel van de Vereniging Wilhelminaplein c.a. Vooruit. De ledenlijst uit dat jaar telt 76 namen.
J. Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1990, 48