Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Hugo Brouwer: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 13: | Regel 13: | ||
<br /> | <br /> | ||
[[Bestand:Brouwer Liggend naakt.jpg|thumb|300px|left|Liggend naakt – 1963, olieverf/doek 100 x 140 cm, collectie Museum Kempenland Eindhoven, inv.nr MKE 1997.06.25]]In Eindhoven leert hij zijn vrouw Wies (Aloysia Johanna Wilhelmina) Seijkens (1921-1972) – door hem Julika genoemd – kennen, met wie hij in april 1943 trouwt en uit welk huwelijk zes kinderen geboren zullen worden. Omdat zijn vrouw heimwee naar Brabant heeft en er meer werk voor een kunstenaar zal zijn, bouwt hij in het Broek te Nuenen een woonhuis, waar hij tot 1980 zal wonen en werken.<br /> | [[Bestand:Brouwer Liggend naakt.jpg|thumb|300px|left|Liggend naakt – 1963, olieverf/doek 100 x 140 cm, collectie Museum Kempenland Eindhoven, inv.nr MKE 1997.06.25]]In Eindhoven leert hij zijn vrouw Wies (Aloysia Johanna Wilhelmina) Seijkens (1921-1972) – door hem Julika genoemd – kennen, met wie hij in april 1943 trouwt en uit welk huwelijk zes kinderen geboren zullen worden. Omdat zijn vrouw heimwee naar Brabant heeft en er meer werk voor een kunstenaar zal zijn, bouwt hij in het Broek te Nuenen een woonhuis, waar hij tot 1980 zal wonen en werken.<br /> | ||
Door direct zijn werk op tentoonstellingen te tonen en door lid te worden van de in 1953 opgerichte Sociëteit Cultureel Contact speelt hij zich als kunstenaar in de kijker en telt hij mee. Hij krijgt monumentale opdrachten om glas-in-loodramen te ontwerpen voor de | Door direct zijn werk op tentoonstellingen te tonen en door lid te worden van de in 1953 opgerichte Sociëteit Cultureel Contact speelt hij zich als kunstenaar in de kijker en telt hij mee. Hij krijgt monumentale opdrachten om glas-in-loodramen te ontwerpen voor de [[St. Catharinakerk]] in Eindhoven (1953-1961), de Lidwinakerk in Rotterdam-Hillegersberg (1956) en de Fatimakerk in Weert (1959-1960), waar hij in opdracht van Henri Smeets ook een groot mozaïek voor de apsis van het priesterkoor in 1965 uitvoert.<br /> | ||
<br /> | <br /> | ||
Verder maakt hij beeldhouwwerk zoals portretsculpturen van H. Maria Goretti (1953) in | Verder maakt hij beeldhouwwerk zoals portretsculpturen van H. Maria Goretti (1953) in St. Catharinakerk en drukker Jan Konings (1955) in de voormalige collectie van Museum Kempenland, het keramisch reliëf Drukkerswereld voor drukkerij Vrijdag (1952), ingang-omlijstingen voor de verpleegstersflat aan de Vestdijk te Eindhoven (1958), wandreliëfs voor de Rijks HBS te Breda (1960) en de Rabobank op de Fellenoord te Eindhoven (1966), (glas)tegeltableaus voor kunsthandel Pijnenborg of doktershuis aan de Gerard Bruningstraat te Eindhoven (1958).<br /> | ||
[[Bestand:Catharinakerk Brouwer Apocalyps.jpg|thumb|300px|left|Raam van Hugo Brouwer in de Catharinakerk met de titel: Apocalyps.(foto Peter Thoben)]] In 1953 krijgt Hugo Brouwer (1913-1986) opdracht voor het raam met het doopsel (eerste raam in de zuidelijke zijbeuk) gevolgd door het Jozefraam (noordelijk transept), dat qua picturale opvatting en indeling nog aansluiting zoekt bij de ramen van [[Charles Eyck]]. Dit laatste in Dantziger glas uitgevoerde raam behoort tot een derde groep ramen die in het kader van het jubileum van deken en pastoor mgr. H.F. Heezemans tot stand komen, geschonken door parochianen, instellingen en bedrijven.<br /> | [[Bestand:Catharinakerk Brouwer Apocalyps.jpg|thumb|300px|left|Raam van Hugo Brouwer in de Catharinakerk met de titel: Apocalyps.(foto Peter Thoben)]] In 1953 krijgt Hugo Brouwer (1913-1986) opdracht voor het raam met het doopsel (eerste raam in de zuidelijke zijbeuk) gevolgd door het Jozefraam (noordelijk transept), dat qua picturale opvatting en indeling nog aansluiting zoekt bij de ramen van [[Charles Eyck]]. Dit laatste in Dantziger glas uitgevoerde raam behoort tot een derde groep ramen die in het kader van het jubileum van deken en pastoor mgr. [[Hubertus Franciscus Heezemans| H.F. Heezemans]] tot stand komen, geschonken door parochianen, instellingen en bedrijven.<br /> | ||
Qua beeld- en vormentaal ogen die veel moderner, zijn helderder van kleur met stevige lijnvoering en minder grisaille. Zes ramen met de Apocalyps, de Apostolische successie, de Sacramenten, de Viering van dood en verrijzenis, de Prediking en de Parousia in de noordelijke zijbeuk en de oostwand van het noordtransept, evenals het raam met de Boom van Jesse in de zuidwand van het zuidtransept dateren uit 1957, terwijl de ramen met de Schepping, de Zondeval, het Verbond met ark van Noach en offer van Abraham, de Wetgeving op de berg Sinaï in zuidelijke zijbeuk en de oostwand van het zuidtransept uit 1958 dateren.<br /> | Qua beeld- en vormentaal ogen die veel moderner, zijn helderder van kleur met stevige lijnvoering en minder grisaille. Zes ramen met de Apocalyps, de Apostolische successie, de Sacramenten, de Viering van dood en verrijzenis, de Prediking en de Parousia in de noordelijke zijbeuk en de oostwand van het noordtransept, evenals het raam met de Boom van Jesse in de zuidwand van het zuidtransept dateren uit 1957, terwijl de ramen met de Schepping, de Zondeval, het Verbond met ark van Noach en offer van Abraham, de Wetgeving op de berg Sinaï in zuidelijke zijbeuk en de oostwand van het zuidtransept uit 1958 dateren.<br /> | ||
In opdracht van deken Heezemans zelf ontwerpt Brouwer in 1961 nog zeven abstracte ramen in de lichtbeuk van priesterkoor en de lichtbeuk van het westelijk transept, bedoeld als tegenhanger van de tegenoverliggende, abstracte ramen van Eyck. Door de kunstenaar worden ze ‘een gedicht in kleuren’ genoemd ‘met als bindend thema: een Te Deum’.<br /> | In opdracht van deken Heezemans zelf ontwerpt Brouwer in 1961 nog zeven abstracte ramen in de lichtbeuk van priesterkoor en de lichtbeuk van het westelijk transept, bedoeld als tegenhanger van de tegenoverliggende, abstracte ramen van Eyck. Door de kunstenaar worden ze ‘een gedicht in kleuren’ genoemd ‘met als bindend thema: een Te Deum’.<br /> | ||
Regel 25: | Regel 25: | ||
<br /> | <br /> | ||
Peter Thoben | Peter Thoben 2013 | ||
'''Bronnen''':<br /> | '''Bronnen''':<br /> | ||
Regel 41: | Regel 41: | ||
*Peter Thoben, Museumwaaier Museum Kempenland Eindhoven, Eindhoven 2006, 59, 188 en 282<br /> | *Peter Thoben, Museumwaaier Museum Kempenland Eindhoven, Eindhoven 2006, 59, 188 en 282<br /> | ||
*Theo M.J.G. Verschueren, Glas-in-loodramen van stadskerk Sint-Cathrien, Eindhoven 2007<br /> | *Theo M.J.G. Verschueren, Glas-in-loodramen van stadskerk Sint-Cathrien, Eindhoven 2007<br /> | ||
*Peter Thoben, Hugo Brouwer, een artistieke duizendpoot met flair, in: Rixtel, Robert van (ed.) | *Peter Thoben, Hugo Brouwer, een artistieke duizendpoot met flair, in: Rixtel, Robert van (ed.).<br /> | ||
:Ter herdenking van de honderdste geboortedag van Hugo Brouwer op 24 april 1913, Eindhoven 2013, 5-19<br /> | Hugo Brouwer: Ter herdenking van de honderdste geboortedag van Hugo Brouwer op 24 april 1913, Eindhoven 2013, 5-19<br /> | ||
[[categorie:Artistiek en Artiesten]] | [[categorie:Artistiek en Artiesten]] | ||
[[categorie:Beeldende kunst]] | [[categorie:Beeldende kunst]] | ||
[[categorie:Schilderkunst]] | [[categorie:Schilderkunst]] | ||
[[Categorie:Glazeniers]] |
Huidige versie van 25 jul 2016 om 09:28
Brouwer, Hugo (Hugo Jacobus Marie), kunstschilder, beeldhouwer, glazenier, mozaïekkunstenaar en tekenaar
- Den Haag 24 april 1913
† Groningen 19 augustus 1986
Geboren als tweede kind in het gezin van Hugo Leonardus Willebrordus Brouwer (1882-1962) en Wilhelmina Bosmans (1885-1925). Zijn vader is een ambachtelijk-religieus beeldhouwer die opgeleid was op het Haagse beeldhouwatelier van Te Poel & Stoltefus.
Nog voor de geboorte van het zesde kind wordt zijn moeder in Rosenburg, een tehuis voor krankzinnigen, opgenomen. Vier kinderen komen in een weeshuis terecht en voor Hugo Brouwer die artistiek talent heeft, wordt beslist dat hij naar de kweekschool gaat om onderwijzer te worden.
Hij staat zeven jaar op een volksschool voor de klas, maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan. Nadat hij de derde prijs bij de ontwerpwedstrijd van een affiche voor de Lumièrefeesten in 1937 heeft gewonnen, besluit hij zich geheel op de beeldende kunst toe te leggen. Hij raakt als illustrator betrokken bij het tijdschrift Lichtflitsen van de Bond zonder Naam van pater Henri de Greeve.
Omdat het blad door de Eindhovense uitgeverij Het Poirtersfonds wordt uitgegeven, krijgt hij contact met de directeuren Peter en Louis Vrijdag van de Eindhovense drukkerij. Hugo Brouwer ontvangt een Koninklijke subsidie, studeert aan de academie in München en in de oorlog aan de Hochschule für Bildenden Künste in Berlijn.
In Eindhoven leert hij zijn vrouw Wies (Aloysia Johanna Wilhelmina) Seijkens (1921-1972) – door hem Julika genoemd – kennen, met wie hij in april 1943 trouwt en uit welk huwelijk zes kinderen geboren zullen worden. Omdat zijn vrouw heimwee naar Brabant heeft en er meer werk voor een kunstenaar zal zijn, bouwt hij in het Broek te Nuenen een woonhuis, waar hij tot 1980 zal wonen en werken.
Door direct zijn werk op tentoonstellingen te tonen en door lid te worden van de in 1953 opgerichte Sociëteit Cultureel Contact speelt hij zich als kunstenaar in de kijker en telt hij mee. Hij krijgt monumentale opdrachten om glas-in-loodramen te ontwerpen voor de St. Catharinakerk in Eindhoven (1953-1961), de Lidwinakerk in Rotterdam-Hillegersberg (1956) en de Fatimakerk in Weert (1959-1960), waar hij in opdracht van Henri Smeets ook een groot mozaïek voor de apsis van het priesterkoor in 1965 uitvoert.
Verder maakt hij beeldhouwwerk zoals portretsculpturen van H. Maria Goretti (1953) in St. Catharinakerk en drukker Jan Konings (1955) in de voormalige collectie van Museum Kempenland, het keramisch reliëf Drukkerswereld voor drukkerij Vrijdag (1952), ingang-omlijstingen voor de verpleegstersflat aan de Vestdijk te Eindhoven (1958), wandreliëfs voor de Rijks HBS te Breda (1960) en de Rabobank op de Fellenoord te Eindhoven (1966), (glas)tegeltableaus voor kunsthandel Pijnenborg of doktershuis aan de Gerard Bruningstraat te Eindhoven (1958).
In 1953 krijgt Hugo Brouwer (1913-1986) opdracht voor het raam met het doopsel (eerste raam in de zuidelijke zijbeuk) gevolgd door het Jozefraam (noordelijk transept), dat qua picturale opvatting en indeling nog aansluiting zoekt bij de ramen van Charles Eyck. Dit laatste in Dantziger glas uitgevoerde raam behoort tot een derde groep ramen die in het kader van het jubileum van deken en pastoor mgr. H.F. Heezemans tot stand komen, geschonken door parochianen, instellingen en bedrijven.
Qua beeld- en vormentaal ogen die veel moderner, zijn helderder van kleur met stevige lijnvoering en minder grisaille. Zes ramen met de Apocalyps, de Apostolische successie, de Sacramenten, de Viering van dood en verrijzenis, de Prediking en de Parousia in de noordelijke zijbeuk en de oostwand van het noordtransept, evenals het raam met de Boom van Jesse in de zuidwand van het zuidtransept dateren uit 1957, terwijl de ramen met de Schepping, de Zondeval, het Verbond met ark van Noach en offer van Abraham, de Wetgeving op de berg Sinaï in zuidelijke zijbeuk en de oostwand van het zuidtransept uit 1958 dateren.
In opdracht van deken Heezemans zelf ontwerpt Brouwer in 1961 nog zeven abstracte ramen in de lichtbeuk van priesterkoor en de lichtbeuk van het westelijk transept, bedoeld als tegenhanger van de tegenoverliggende, abstracte ramen van Eyck. Door de kunstenaar worden ze ‘een gedicht in kleuren’ genoemd ‘met als bindend thema: een Te Deum’.
Brouwer schildert vele portretten met name kinderportretten en ontwerpt voor vele mensen gelegenheidsdrukwerk.
Wanneer de kerkelijke en monumentale opdrachten in de jaren 1960 opdrogen beschildert hij enkele jaren keramische potten en schalen, heeft een tekenclub (met o.a. Leo Achterberg, Antoon van Bakel, Jan Kothuis en Steven Scheffer) en schildert het ene na het andere doek.
In zijn werk laat hij zich inspireren door zeer uiteenlopende kunstenaars (van Pablo Picasso, Jan Sluijters tot Karel Appel en Lucebert), wat leidt tot een stilistisch enorm uiteenlopend oeuvre. Zelf zegt hij hierover dat de stijl tussen figuratief en abstract de tijdgeest reflecteert en derhalve onpersoonlijk is, terwijl de expressie in ieder werk juist wel heel persoonlijk is.
In de naoorlogse periode zijn er in Eindhoven aanvankelijk buiten tekenleraren en reclameontwerpers maar weinig vrije beeldende kunstenaars actief, zodat Hugo Brouwer inderdaad als vrij kunstenaar een gat heeft kunnen opvullen. Aan de kunst in de regio heeft Hugo Brouwer door zijn veelzijdigheid en geweldige productiviteit een grote bijdrage geleverd.
Peter Thoben 2013
Bronnen:
- Tentoonstelling portretten van Hugo Brouwer geopend, in: Eindhovens Dagblad van 17 december 1954, 2
- Jan van der Harten, Tentoonstellingen in Eindhoven. Er valt veel te zien en te genieten. Antoon Beks, Hugo Brouwer en Eduard Rijff, in: Eindhovens Dagblad van 24 december 1954, 7
- Het nieuwe St. Josephraam in St. Catharinakerk van de glazenier Hugo Brouwer. Een geschenk van de diocesane KAB aan Mgr. Heezemans, in: Oost-Brabant van 14 juli 1956, 8
- Thijs van de Griendt, Brabantse kunstenaars. 13 Hugo Brouwer, in: Brabantia 5 (1956), 159-160
- Frans Babylon, Hugo Brouwer en de veelzijdige groei van zijn artistiek apostolaat, in: Katholiek Bouwblad. Tijdschrift voor Architectuur en Beeldende Kunsten 24 (1956-57), 23-27
- Hugo Brouwer ontwierp ramen voor Eindhovense Catharinakerk, in: Eindhovens Dagblad van 27 mei 1961, 11
- De pottenbakker van Nuenen. Hugo Brouwer, in: Eindhovens Dagblad van 27 mei 1961, 11
- Jan van der Harten, In de Fatimakerk te Weert: Hugo Brouwer schiep een imposant marmerwerk, in: Eindhovens Dagblad van 8 februari 1966, 9
- Hugo Brouwer: ‘Gebruik gezond verstand ook in de kunst’, in: Eindhovens Dagblad van 12 maart 1968, 2
- Carine Hoogveld (red.), Glas in lood in Nederland 1817-1968, ’s-Gravenhage 1989, met name 217
- Peter Thoben, Museumwaaier Museum Kempenland Eindhoven, Eindhoven 2006, 59, 188 en 282
- Theo M.J.G. Verschueren, Glas-in-loodramen van stadskerk Sint-Cathrien, Eindhoven 2007
- Peter Thoben, Hugo Brouwer, een artistieke duizendpoot met flair, in: Rixtel, Robert van (ed.).
Hugo Brouwer: Ter herdenking van de honderdste geboortedag van Hugo Brouwer op 24 april 1913, Eindhoven 2013, 5-19