Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Peek & Cloppenburg: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
Tegenover de St.Catharinakerk was vroeger een stoffenwinkel gevestigd. Het was een echt Eindhovense zaak, die gedreven werd door Antoinette Stumpers, de vrouw van Thomas A. van Dijck, de eigenaar van timmerfabriek Van Dijck-Stumpers (later ook bekend als stoomtimmerfabriek De Rietvink) Op het einde van de vorige eeuw konden de klanten er terecht voor mantels, manufacturen, japonstof- fen, garneringen, nouveautés en dergelijke.<br /> | Tegenover de St.Catharinakerk was vroeger een stoffenwinkel gevestigd. Het was een echt Eindhovense zaak, die gedreven werd door Antoinette Stumpers, de vrouw van Thomas A. van Dijck, de eigenaar van timmerfabriek Van Dijck-Stumpers (later ook bekend als stoomtimmerfabriek De Rietvink) Op het einde van de vorige eeuw konden de klanten er terecht voor mantels, manufacturen, japonstof- fen, garneringen, nouveautés en dergelijke.<br /> | ||
[[bestand:Stumpers | [[bestand:Stumpers bidprentje.jpg|thumb|150px|left|Bidprentje van Annette van Dijck- Stumpers uit 1906 (afbeelding uit boek: Genealogie Van Dijck - Van Dijk 1500-2000)]] | ||
[[bestand:Uppenkamp.jpg|thumb|right|300px|Rekening met briefhoofd van de winkel van Uppenkamp- Van Dijck uit 1908. ''(afbeelding uit archief Hüsken)'']]Op 11 augustus 1899 werd het bedrijf overgenomen door de compagnons Uppenkamp & Van Woerden. De zaak kwam daarmee niet in vreemde handen, want de uit Nienburg in Westfalen afkomstige Paul Georg Uppenkamp (1871-1937) was op 12 september 1900 in Eindhoven getrouwd met Van Dijcks dochter Sophia Deliana (1876-1957). De samenwerking tussen Uppenkamp en Van Woerden werd geen succes; in de zomer van 1903 gingen de compagnons weer uit elkaar. De zaak werd daarna voortgezet onder de firmanaam Uppenkamp-Van Dijck.<br /> | [[bestand:Uppenkamp.jpg|thumb|right|300px|Rekening met briefhoofd van de winkel van Uppenkamp- Van Dijck uit 1908. ''(afbeelding uit archief Hüsken)'']]Op 11 augustus 1899 werd het bedrijf overgenomen door de compagnons Uppenkamp & Van Woerden. De zaak kwam daarmee niet in vreemde handen, want de uit Nienburg in Westfalen afkomstige Paul Georg Uppenkamp (1871-1937) was op 12 september 1900 in Eindhoven getrouwd met Van Dijcks dochter Sophia Deliana (1876-1957). De samenwerking tussen Uppenkamp en Van Woerden werd geen succes; in de zomer van 1903 gingen de compagnons weer uit elkaar. De zaak werd daarna voortgezet onder de firmanaam Uppenkamp-Van Dijck.<br /> | ||
Huidige versie van 25 mrt 2017 om 13:37
Peek & Cloppenburg
Tegenover de St.Catharinakerk was vroeger een stoffenwinkel gevestigd. Het was een echt Eindhovense zaak, die gedreven werd door Antoinette Stumpers, de vrouw van Thomas A. van Dijck, de eigenaar van timmerfabriek Van Dijck-Stumpers (later ook bekend als stoomtimmerfabriek De Rietvink) Op het einde van de vorige eeuw konden de klanten er terecht voor mantels, manufacturen, japonstof- fen, garneringen, nouveautés en dergelijke.
Op 11 augustus 1899 werd het bedrijf overgenomen door de compagnons Uppenkamp & Van Woerden. De zaak kwam daarmee niet in vreemde handen, want de uit Nienburg in Westfalen afkomstige Paul Georg Uppenkamp (1871-1937) was op 12 september 1900 in Eindhoven getrouwd met Van Dijcks dochter Sophia Deliana (1876-1957). De samenwerking tussen Uppenkamp en Van Woerden werd geen succes; in de zomer van 1903 gingen de compagnons weer uit elkaar. De zaak werd daarna voortgezet onder de firmanaam Uppenkamp-Van Dijck.
In 1912 werd het bedrijf geliquideerd en het pand ver- kocht aan de firma Welp & Co. Wilhelm Heinrich Theodor Welp was in 1887 in Ankum geboren (waar ook de Ramings vandaan kwamen) en kwam in 1913 met zijn gezin vanuit Leeuwarden naar Eindhoven. Hij had een overeenkomst gesloten met Peek & Cloppenburg en ging hier de maat- en confectiekleding van dit bekende modebedrijf verkopen.
De voorgeschiedenis van Peek & Cloppenburg
Peek & Cloppenburg had al een hele geschiedenis achter de rug sinds de jonge handelsagent Johann Peek en de winkel- bediende Heinrich Cloppenburg in 1869 in Rotterdam een vennootschap onder firma hadden opgericht. Zoals de namen van de firmanten al doen vermoeden, waren zij afkomstig uit Duitsland en wel uit Oldenburg. Aanvankelijk wilden zij zich bezig houden met de detailhandel in manufacturen en laken stoffen, maar omdat de nadruk kwam te liggen op de verkoop van kledingstoffen, besloten zij al snel hun aanbod uit te breiden met maatkleding en confectie voor heren en jongens. Een jaar later openden zij een tweede winkel in Utrecht. Juist zoals in Rotterdam werd ook hier de maatkleding in eigen atelier vervaardigd, terwijl confectiewerk deels werd uitbesteed aan thuiswerkers. Voor het begin van de nieuwe eeuw konden zij mede door financiële steun van de Tilburgse lakenfabrikant Diepen nog negen nieuwe winkels openen. De verdere uitbouw van de onderneming werd gerealiseerd door het aanstellen van depothouders. Dat waren zelfstandige ondernemers die een contract met Peek & Cloppenburg sloten en daarbij het alleenverkooprecht kregen van P & C-kleding. In feite sloten zij dus een soort franchiseovereenkomst. Een van die depothouders was W.H.Th. Welp.
De depothouders maakten met die samenwerking reclame door in hun advertenties aan de firmanaam de vermelding "Combinatie Peek & Cloppenburg" toe te voegen. Kleinzoon Theo Welp, die een herenmodezaak in de Piazza heeft, herinnert zich dat Peek & Cloppenburg ook de stille vennoot in Welp & Co was. Op 15 maart 1913 ging de winkel open.
Kleermakers
Ook bij Welp in Eindhoven waren een aantal kleermakers in dienst. Uit een berichtje in de krant van 14 juni 1917 blijkt, dat de "vereenigde kleermakers" toen een staking hadden geproclameerd bij de firma's Peek & Cloppenburg en de Gebr. Rooijmans en dat de andere georganiseerde patroons daarop hadden gereageerd met een uitsluiting van hun personeel. Een dag later maakten zes kledingbedrijven, waaronder Peek & Cloppenburg en A. Kreijmborg & Co., bekend, dat zij ondanks de staking binnen de kortst mogelijke tijd kleding naar maat konden leveren en rouwkleding zelfs binnen 24 uur. Ik weet niet wat de oorzaak van de staking is geweest, noch hoe de staking is afgelopen. Het is aardig dat eens uit te zoeken voor een verhaal over de geschiedenis van de Eindhovense kleermakers.
Maison Welp
In 1920 werd het bedrijf uitgebreid met een damesafdeling onder de naam Maison Welp. De nieuwe zaak, die in het buurpand was gevestigd, zou in de volgende jaren onder meer bekendheid krijgen door haar modeshows. We moeten daar zeker niet te min over denken. In 1922 kon de krantenlezer in een verslag lezen dat "Bij het ruischen der muziek en onder het glanzen der lichten ... de mannequins met de nieuwste Parijzer en Weener modellen gracieus" langs de tafeltjes tripten. De show werd in de winkel gehouden, waar "tea" met cake en bonbons werd geserveerd. De muziek werd verzorgd door de bekende Eindhovense musicus B. Rubens.
Verdere ontwikkeling
Als Peek & Cloppenburg aanvankelijk inderdaad financieel in Welp & Co geïnteresseerd is geweest, is die constructie later blijkbaar gewijzigd, want op 25 oktober 1935 werd door W.H.Th. Welp samen met zijn zoon H.H.Welp de N.V. Welp opgericht. Daarbij werden zeventien aandelen van ƒ 500,- uitgegeven; vader stortte er zestien vol door de firma Welp & Co. en Maison Welp in de vennootschap in te brengen, terwijl zijn zoon zijn aandeel in contanten betaalde. Het winkelpand bleef buiten de transactie.
In de tweede helft van de jaren dertig was het nodig het oude pand wat meer bij de tijd te brengen. Na een verbouwing werd de winkel op 22 maart 1937 heropend. Tijdens een interview met een journalist van Eindhovensche en Meierijsche Courant vertelde directeur W. Twaalfhoven van P & C dat voortaan nog alleen kleding van P & C verkocht zou worden en dat ook de verkoopmethodes van P & C zouden worden toegepast. Het eerste is vermoedelijk ook voordien al het geval geweest, het tweede was wellicht nieuw. Overigens wekt het verslag de indruk dat P & C een dikkere vinger in de pap had gekregen. Niet alleen was daar het feite dat niet Welp maar Van Twaalfhoven werd geïnterviewd, maar ook was in het artikel sprake van "het voormalige pand Welp" en werd medegedeeld dat de bestellers voortaan P & C-uniformen zouden dragen.
W.H.Th. Welp overleed in 1950, waarna de familie het bedrijf aan Peek & Cloppenburg verkocht. Dat was toen gevestigd in het pand Rechtestraat 15, omdat de oude winkels tijdens het bombardement op 19 september 1944 waren verwoest. Op de plaats van de oude zaken verrees daarna een nieuwe winkel, die geheel aan de eisen van de tijd was aangepast en op vrijdag 21 september 1955 door overbuurman deken Hezemans werd ingezegend. Het was voor P & C het eerste nieuwe pand sinds meer dan 50 jaar, het elfde in de toen bestaande rij van vestigingen.
De winkel van P & C lag in die tijd tegen het einde van het eigenlijke winkelgebied, dat aan de noordzijde steeds meer werd versterkt. Vermoedelijk is dat de reden geweest dat het bedrijf in de jaren zestig besloot om naar de Hermanus Boexstraat te verhuizen. Het nieuwe gebouw, dat o.m. ook de kledingzaak van nieuwkomer Gerzon huisvesting bood, werd op 3 september 1968 door burgemeester ir. H. Witte geopend. Het was voor heel de straat een feest, want daarmee kwam een einde aan de jarenlange bouwactiviteiten, terwijl de straat die dag bovendien werd geopend als eerste Eindhovense voetgangersgebied.
Een jaar later vond een fusie plaats tussen P & C en het damesmodehuis Gebr. Lampe. De geschiedenis van Lampe ging terug tot 1834, toen drie broers, die geboortig waren van het Duitse Mettingen, in Sneek een stoffenwinkel openden. In 1939 besteedde het inmiddels tot damesmodehuis omgevormde bedrijf de bouw aan van een winkel in Eindhoven. De mobilisatie en de oorlog doorkruisten echter de plannen. Pas op 14 november 1947 kreeg Lampe een vestiging in de stad, zij het in een huurpand aan de Grote Berg. Op 13 april 1956 verhuisde het vandaar naar een nieuwe winkel aan de Rechtestraat (nr. 41). Helaas meende de directie in 1970 dat de Piazza nog betere mogelijkheden bood en verhuisde de winkel opnieuw. Helaas, want zoals we inmiddels weten werden de hooggestemde verwachtingen die vele deskundigen toen van de Piazza koesterden, niet bewaarheid. Bij Lampe vielen de verkopen vanaf de eerste dag tegen. Een illusie armer keerde het modehuis op 11 november 1974 naar de Rechtestraat (nr 21) terug.
Was Lampe na het samengaan met P & C haar oude assortiment blijven voeren, de P & C-winkels hadden daarentegen ook dames- en meisjesmode in hun assortiment opgenomen. Toch zou de fusie door tegenvallende resultaten bij de Lampewinkels geen succes blijken. In de jaren tachtig werd het damesmodehuis zelfs zo'n zware belasting, dat het bedrijf besloot om het merendeel van de filialen te verkopen aan de Wolters-Schaberggroep. Daaronder was ook de Eindhovense winkel. In feite leidde deze verkoop de opheffing in van de keten en daarmee ook de sluiting van de Eindhovense vestiging. Voor de jongeren onder ons: in het pand is tegenwoordig CoolCat gevestigd.
Intussen had Peek & Cloppenborg-Lampe n.v. op 16 september 1971 in het nieuwe winkelcentrum in Woensel een tweede verkooppunt gekregen. Natuurlijk bood ook die winkel een compleet assortiment, teeners en twens hadden er in de Promiss-, respectievelijk Promodeshop zelfs een eigen domein, terwijl voor de kleuter- en peuterkleding een speciale Kruimelboetiek was ingericht.
Winkels voor jongeren
In 1976 zette P & C-Lampe naast de bestaande zaken een nieuwe winkelketen op voor modegevoelige jongeren, de Mac & Maggie-winkels. Zij waren bedoeld voor de leeftijdsgroep tussen 15 en 25 jaar, maar bleken in de praktijk ook heel wat 30-plussers aan te trekken. Op 31 mei 1979 werd ook aan de Demer (nr. 24) zo'n Mac & Maggiewinkel geopend. In 2014 treffen we er de T-Mobileshop en kledingwinkel Expresso aan.
Omdat er daarna nog een gat in de markt bleek te zijn voor iets minder trendgevoelige jongeren, besloot P & C in 1988 tot de start van een tweede keten voor jongeren, de Somebody-zaken. De eerste werd in Drachten gevestigd. Op 28 mei 1988 werd in de Eindhovense Rechtestraat (nr 20) het tweede filiaal geopend op de plaats waar kort daarvoor de speelgoedwinkel van Bart Smit door een brand was verwoest. Voor de ouderen onder ons: op de plaats dus van het voormalige pand van "De Som".
Tot besluit
En daarmee komen we aan het einde van deze paragraaf. Helaas zonder Maison Welp en zonder de Lampe-winkel. Maar wel met twee P & C-zaken, waar in tegenstelling tot de winkel van Harrie Welp uit 1913 niet alleen heren- en jongenskleding wordt verkocht, maar ook dames en meisjes terecht kunnen. Terwijl modebewuste teeners, twens en 30-plussers desgewenst hun keuze kunnen maken bij de jongste loten aan de oude stam: Somebody in de Rechtestraat.
Bronnen:
-Miellet a.w.,
-S.A.R.E. RHCE, Index P.C. de Haas-van de Boer en overige indices kranten, Oost-Brabant 22-9-1951, EIndhovens Dagblad 4-9-1968, 14-3-1970, 14-9-1971, 5-9-1974, 10-9-1974, 31-5-1979, 27-5-1988;
-Informatie over de Gebr. Lampe, Mac & Maggie en Somebody van de dames E. Creuse, J. van Wensveen en J. Verbeek en de heer M. Hoeben
-Informatie over P & C van de heer Th. Welp, van wie ook de Illustratie afkomstig is.
Jan Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1994