Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Antoon Brams: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| (3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 9: | Regel 9: | ||
In 1859 exposeert hij te ’s-Gravenhage een ontwerp voor een beeld van Jan van Cuyk, dat nu in bezit van het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch is. In 1866 zendt hij een houten O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis en twee schetsen voor beelden van Petrus en Paulus in naar de Algemeene Tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid en Kunst in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. | In 1859 exposeert hij te ’s-Gravenhage een ontwerp voor een beeld van Jan van Cuyk, dat nu in bezit van het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch is. In 1866 zendt hij een houten O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis en twee schetsen voor beelden van Petrus en Paulus in naar de Algemeene Tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid en Kunst in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. | ||
In dat jaar komt het Madonnabeeld voor het middenzuil van de hoofdportaal van de nieuwgebouwde | In dat jaar komt het Madonnabeeld voor het middenzuil van de hoofdportaal van de nieuwgebouwde [[Sint-Catharinakerk]] gereed in opdracht van en bekostigd door de familie A.P. Hermans-Smits. Ook de oorspronkelijke beelden van Sint Catharina en twee engelen in de topgevel aan het exterieur, evenals de huidige beelden in het interieur boven het priesterkoor, zijn van de hand van Antoon Brams. | ||
In 1869 exposeert hij een Milieu de table (tafelstuk van wel 60 cm hoogte), dat wordt uitgevoerd bij de zilverfabriek Altona, waarmee Toon Hermans altijd goede zaken heeft gedaan. | In 1869 exposeert hij een Milieu de table (tafelstuk van wel 60 cm hoogte), dat wordt uitgevoerd bij de zilverfabriek Altona, waarmee Toon Hermans altijd goede zaken heeft gedaan. | ||
De beelden van St. Catharina, H. Elisabeth van Hongarije en St. Vincentius uit 1871 zijn de laatste werken die hij voor zijn vroege dood voltooit. De beelden waren bestemd voor de gevel van het voormalige, door stadsarchitect Jan A. van Dijck gebouwde St. Vincentiusgebouw in de Ten Hagestraat en sieren nu de hal van het Catharinaziekenhuis. Ook de gaper, die nu in de bovengevel van het winkelpand hoek Rechtestraat en Ten Hagestraat is geplaatst, maar oorspronkelijk voor de winkel In den Gapert van L. de Jongh was bedoeld, werd in 1872 vervaardigd. | De beelden van St. Catharina, H. Elisabeth van Hongarije en St. Vincentius uit 1871 zijn de laatste werken die hij voor zijn vroege dood voltooit. De beelden waren bestemd voor de gevel van het voormalige, door stadsarchitect Jan A. van Dijck gebouwde St. Vincentiusgebouw in de Ten Hagestraat en sieren nu de hal van het Catharinaziekenhuis. Ook de [[De Gaper|gaper]], die nu in de bovengevel van het winkelpand hoek Rechtestraat en Ten Hagestraat is geplaatst, maar oorspronkelijk voor de winkel In den Gapert van L. de Jongh was bedoeld, werd in 1872 vervaardigd. | ||
Aan de tympanen boven de portalen van de Catharinakerk komt hij niet meer toe, die worden bij het kerkelijke atelier | Aan de tympanen boven de portalen van de Catharinakerk komt hij niet meer toe, die worden bij het kerkelijke atelier Cuypers & Stoltzenberg te Roermond uitgevoerd. | ||
Bronnen: | '''Bronnen:'''<br /> | ||
Jenneke Lambert en Peter Thoben, Beeldenboek Eindhoven, Eindhoven 2001 en 2003², 38<br /> | |||
Meijerijsche Courant van 3 mei 1893, tweede blad, 2<br /> | |||
Meijerijsche Courant van 6 mei 1893, derde blad, 2 en 3<br /> | |||
Meijerijsche Courant van 23 februari 1895, derde blad, 2<br /> | |||
Peter Thoben 2013 | Peter Thoben 2013 | ||
Huidige versie van 23 feb 2018 om 19:34
Brams, Antoon (Antonius), beeldhouwer
Eindhoven 26 december 1834
† Eindhoven 2 april 1872
Als zoon van schrijnwerker Petrus Brams (1793-1879) en Engelina Kops (1801-1854) wordt hij te Antwerpen aan de Academie voor Schone Kunsten en in het atelier van de uit Woensel geboortige Cornelis Jansen te Sint-Truiden opgeleid tot ornamentsnijder en beeldhouwer.
In 1859 exposeert hij te ’s-Gravenhage een ontwerp voor een beeld van Jan van Cuyk, dat nu in bezit van het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch is. In 1866 zendt hij een houten O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis en twee schetsen voor beelden van Petrus en Paulus in naar de Algemeene Tentoonstelling van Nederlandsche Nijverheid en Kunst in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam.
In dat jaar komt het Madonnabeeld voor het middenzuil van de hoofdportaal van de nieuwgebouwde Sint-Catharinakerk gereed in opdracht van en bekostigd door de familie A.P. Hermans-Smits. Ook de oorspronkelijke beelden van Sint Catharina en twee engelen in de topgevel aan het exterieur, evenals de huidige beelden in het interieur boven het priesterkoor, zijn van de hand van Antoon Brams.
In 1869 exposeert hij een Milieu de table (tafelstuk van wel 60 cm hoogte), dat wordt uitgevoerd bij de zilverfabriek Altona, waarmee Toon Hermans altijd goede zaken heeft gedaan.
De beelden van St. Catharina, H. Elisabeth van Hongarije en St. Vincentius uit 1871 zijn de laatste werken die hij voor zijn vroege dood voltooit. De beelden waren bestemd voor de gevel van het voormalige, door stadsarchitect Jan A. van Dijck gebouwde St. Vincentiusgebouw in de Ten Hagestraat en sieren nu de hal van het Catharinaziekenhuis. Ook de gaper, die nu in de bovengevel van het winkelpand hoek Rechtestraat en Ten Hagestraat is geplaatst, maar oorspronkelijk voor de winkel In den Gapert van L. de Jongh was bedoeld, werd in 1872 vervaardigd.
Aan de tympanen boven de portalen van de Catharinakerk komt hij niet meer toe, die worden bij het kerkelijke atelier Cuypers & Stoltzenberg te Roermond uitgevoerd.
Bronnen:
Jenneke Lambert en Peter Thoben, Beeldenboek Eindhoven, Eindhoven 2001 en 2003², 38
Meijerijsche Courant van 3 mei 1893, tweede blad, 2
Meijerijsche Courant van 6 mei 1893, derde blad, 2 en 3
Meijerijsche Courant van 23 februari 1895, derde blad, 2
Peter Thoben 2013