Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
De Keizer: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(12 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[bestand:KG17 Keizer.jpg|thumb|400px|right|Rechts het pand De Keizer op een ansichtkaart uit 1936. Later zou het | [[bestand:KG17 Keizer.jpg|thumb|400px|right|Rechts het pand De Keizer op een ansichtkaart uit 1936. Later zou het wit geschilderd worden.]]<big>'''Pand "De Keizer "'''</big><br /> | ||
Keizersgracht 17<br /> | Keizersgracht 17<br /> | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Pas in 1888 zou dit gedeelte van de Wal, waar het pand de Keizer staat, Keizersgracht worden genoemd.(1) Naamgever van deze straat was de keizer van het schuttersgilde Driek van Mierlo. Hij woonde in deze straat.(2)<br /> | Pas in 1888 zou dit gedeelte van de Wal, waar het pand de Keizer staat, Keizersgracht worden genoemd.(1) Naamgever van deze straat was de keizer van het schuttersgilde Driek van Mierlo. Hij woonde in deze straat.(2)<br /> | ||
<br /> | <br /> | ||
Wijnhandelaar Christianus Adrianus Hubertus van Kol, die in het dagelijkse leven met Janus werd aangesproken, moet op het eind van de negentiende eeuw een bijzonder vermogend man geweest zijn. In 1883/1884 liet hij op een perceel tuin aan de toenmalige Wal een herenhuis in Vlaamschen stijl bouwen. Tegenwoordig wordt de stijl waarin het huis is gebouwd aangeduid als de voor die tijd in zwang zijnde eclectische stijl.<br /> | Wijnhandelaar Christianus Adrianus Hubertus van Kol (geboren te Eindhoven 9-5-1824, overleden Eindhoven 23-2-1894) die in het dagelijkse leven met Janus werd aangesproken, moet op het eind van de negentiende eeuw een bijzonder vermogend man geweest zijn. Hij was in 1850 gehuwd met Maria Anna Schutjes (1825-1888) en had zich in zijn werkzame leven bezig gehouden als leerlooier, hotelhouder van het bekende logement [[Hof van Holland]] aan de Rechtestraat en wijnhandelaar. In 1883/1884 liet hij op een perceel tuin aan de toenmalige Wal een herenhuis in Vlaamschen stijl bouwen. Tegenwoordig wordt de stijl waarin het huis is gebouwd aangeduid als de voor die tijd in zwang zijnde eclectische stijl.<br /> | ||
In maart 1944 schrijft F.F.M. Raijmakers een brief aan de heer Van der Putt en meldt daarin: Vader Janus (van Kol) bouwde voor zijn zoon Chris in zijn op de Keizersgracht uitkomende tuin dit huis.<br /> | |||
[[bestand:CAH v Kol nota.jpg|thumb|400px|left|Een briefhoofd van wijnhandelaar Van Kol, aangetroffen op een brief van 14 december 1886. ''(afbeelding archief Hüsken)'']]In maart 1944 schrijft F.F.M. Raijmakers een brief aan de heer Van der Putt en meldt daarin: Vader Janus (van Kol) bouwde voor zijn zoon Chris in zijn op de Keizersgracht uitkomende tuin dit huis.<br /> | |||
In het bevolkingsregister Eindhoven 1880-1890 wordt genoteerd dat C.A.H. van Kol, wijnhandelaar, op 15 december 1886 verhuist van de Rechtestraat naar de Keizersgracht.<br /> | In het bevolkingsregister Eindhoven 1880-1890 wordt genoteerd dat C.A.H. van Kol, wijnhandelaar, op 15 december 1886 verhuist van de Rechtestraat naar de Keizersgracht.<br /> | ||
Henri van Kol, gehuwd met Anna Hermans, woont aan de overzijde van de Rechtestraat nummer 51 en is een neef (oomzegger) van C.A.H. van Kol. | Henri van Kol, gehuwd met Anna Hermans, woont aan de overzijde van de Rechtestraat nummer 51 en is een neef (oomzegger) van C.A.H. van Kol.<br /> | ||
'''Familie Boex, wijnhandelaren'''<br /> | '''Familie Boex, wijnhandelaren'''<br /> | ||
In 1890 verkoopt Janus van Kol het pand aan twee leden van de familie Boex uit Eindhoven. Johannes Franciscus Boex, die gehuwd was met Maria Arnolda Carolina Willems, werd voor de helft eigenaar en de andere helft werd het eigendom van Franciscus Petrus Josephus Boex. De beide leden van de familie Boex hadden evenals de laatste eigenaar het beroep van wijnhandelaar. Het pand, of delen ervan, zijn in de jaren na 1890 aan diverse personen verhuurd. In of na 1890 werd fabrikant W. Helling de bewoner van het pand. Helling was toentertijd een welgesteld man, want wij troffen zijn naam in de literatuur aan toen hij in 1888 voor 14.000 gulden een linnenfabriek had aangekocht. | In 1890 verkoopt Janus van Kol het pand aan twee leden van de familie Boex uit Eindhoven. Johannes Franciscus Boex, die gehuwd was met Maria Arnolda Carolina Willems, werd voor de helft eigenaar en de andere helft werd het eigendom van Franciscus Petrus Josephus Boex. De beide leden van de familie Boex hadden evenals de laatste eigenaar het beroep van wijnhandelaar. Het pand, of delen ervan, zijn in de jaren na 1890 aan diverse personen verhuurd. In of na 1890 werd fabrikant W. Helling de bewoner van het pand. Helling was toentertijd een welgesteld man, want wij troffen zijn naam in de literatuur aan toen hij in 1888 voor 14.000 gulden een linnenfabriek had aangekocht.<br /> | ||
Vanaf 1897 werd het huis bewoond door de weduwe G.E. Caesar. Zij overleed in 1908, waarna Robert von der Nahmer het pand ging bewonen totdat ook hij in 1913 verhuisde. De huurprijs van dit pand zal vermoedelijk verre van laag geweest zijn, want deze Robert von der Nahmer junior stamde tenslotte uit het bekende Stratumse geslacht van fabrikanten van wollenstoffen en eigenaren van spinnerijen en ververijen.<br /> | Vanaf 1897 werd het huis bewoond door de weduwe G.E. Caesar. Zij overleed in 1908, waarna Robert von der Nahmer het pand ging bewonen totdat ook hij in 1913 verhuisde. De huurprijs van dit pand zal vermoedelijk verre van laag geweest zijn, want deze Robert von der Nahmer junior stamde tenslotte uit het bekende Stratumse geslacht van fabrikanten van wollenstoffen en eigenaren van spinnerijen en ververijen.<br /> | ||
In het adressenboek uit 1910 werd het pand als woonhuis van H.P. Vlijmincx, een koopman en grossier in koloniale waren genoemd. | In het adressenboek uit 1910 werd het pand als woonhuis van H.P. Vlijmincx, een koopman en grossier in koloniale waren genoemd.<br /> | ||
Na het overlijden van Johannes en Franciscus Boex werd het pand in 1912 volledig eigendom van de weduwe Maria Willems.<br /> | Na het overlijden van Johannes en Franciscus Boex werd het pand in 1912 volledig eigendom van de weduwe Maria Willems.<br /> | ||
Regel 24: | Regel 25: | ||
In 1977 kochten ir. Robert Henricus Antonius Josephus Govers en Maria Theodora Angela Rokking uit Eindhoven het gebouw. Zij lieten het kantoor intern verbouwen. | In 1977 kochten ir. Robert Henricus Antonius Josephus Govers en Maria Theodora Angela Rokking uit Eindhoven het gebouw. Zij lieten het kantoor intern verbouwen. | ||
In 1998 werd het pand gerenoveerd en kreeg het zijn crèmekleurige gevel. Cemsto B.V. heeft het pand nog een tijd lang bewoond.<br /> | In 1998 werd het pand gerenoveerd en kreeg het zijn crèmekleurige gevel. Cemsto B.V. heeft het pand nog een tijd lang bewoond.<br /> | ||
Met Grote letters is de naam DE KEIZER onder de dakgoot te lezen.<br /> | Met Grote letters is de naam DE KEIZER onder de dakgoot aangebracht. De studentenvereniging Demos heeft het daarna jarenlang leegstaande statige pand in 2015 aangekocht. De gemeente heeft vergunning afgegeven om het pand deels te verbouwen en deels te slopen.te lezen.<br /> | ||
Het pand staat op de gemeentelijke lijst van onroerende monumenten van 1987.<br /> | Het pand staat op de gemeentelijke lijst van onroerende monumenten van 1987.<br /> | ||
Regel 34: | Regel 35: | ||
'''bronnen:'''<br /> | '''bronnen:'''<br /> | ||
diverse kadastrale gegevens<br /> | diverse kadastrale gegevens<br /> | ||
Jos en Bauke Hüsken 2006 | Jos en Bauke Hüsken, Eindhovens Verborgen Verleden, Zaltbommel 2006<br /> | ||
tijdschrift Gens Nostra 1982<br /> | |||
Jos en Bauke Hüsken 2014<br /> | |||
[[categorie:Zakelijk]] | [[categorie:Zakelijk]] |
Huidige versie van 22 mei 2024 om 17:17
Pand "De Keizer "
Keizersgracht 17
Pas in 1888 zou dit gedeelte van de Wal, waar het pand de Keizer staat, Keizersgracht worden genoemd.(1) Naamgever van deze straat was de keizer van het schuttersgilde Driek van Mierlo. Hij woonde in deze straat.(2)
Wijnhandelaar Christianus Adrianus Hubertus van Kol (geboren te Eindhoven 9-5-1824, overleden Eindhoven 23-2-1894) die in het dagelijkse leven met Janus werd aangesproken, moet op het eind van de negentiende eeuw een bijzonder vermogend man geweest zijn. Hij was in 1850 gehuwd met Maria Anna Schutjes (1825-1888) en had zich in zijn werkzame leven bezig gehouden als leerlooier, hotelhouder van het bekende logement Hof van Holland aan de Rechtestraat en wijnhandelaar. In 1883/1884 liet hij op een perceel tuin aan de toenmalige Wal een herenhuis in Vlaamschen stijl bouwen. Tegenwoordig wordt de stijl waarin het huis is gebouwd aangeduid als de voor die tijd in zwang zijnde eclectische stijl.
In maart 1944 schrijft F.F.M. Raijmakers een brief aan de heer Van der Putt en meldt daarin: Vader Janus (van Kol) bouwde voor zijn zoon Chris in zijn op de Keizersgracht uitkomende tuin dit huis.
In het bevolkingsregister Eindhoven 1880-1890 wordt genoteerd dat C.A.H. van Kol, wijnhandelaar, op 15 december 1886 verhuist van de Rechtestraat naar de Keizersgracht.
Henri van Kol, gehuwd met Anna Hermans, woont aan de overzijde van de Rechtestraat nummer 51 en is een neef (oomzegger) van C.A.H. van Kol.
Familie Boex, wijnhandelaren
In 1890 verkoopt Janus van Kol het pand aan twee leden van de familie Boex uit Eindhoven. Johannes Franciscus Boex, die gehuwd was met Maria Arnolda Carolina Willems, werd voor de helft eigenaar en de andere helft werd het eigendom van Franciscus Petrus Josephus Boex. De beide leden van de familie Boex hadden evenals de laatste eigenaar het beroep van wijnhandelaar. Het pand, of delen ervan, zijn in de jaren na 1890 aan diverse personen verhuurd. In of na 1890 werd fabrikant W. Helling de bewoner van het pand. Helling was toentertijd een welgesteld man, want wij troffen zijn naam in de literatuur aan toen hij in 1888 voor 14.000 gulden een linnenfabriek had aangekocht.
Vanaf 1897 werd het huis bewoond door de weduwe G.E. Caesar. Zij overleed in 1908, waarna Robert von der Nahmer het pand ging bewonen totdat ook hij in 1913 verhuisde. De huurprijs van dit pand zal vermoedelijk verre van laag geweest zijn, want deze Robert von der Nahmer junior stamde tenslotte uit het bekende Stratumse geslacht van fabrikanten van wollenstoffen en eigenaren van spinnerijen en ververijen.
In het adressenboek uit 1910 werd het pand als woonhuis van H.P. Vlijmincx, een koopman en grossier in koloniale waren genoemd.
Na het overlijden van Johannes en Franciscus Boex werd het pand in 1912 volledig eigendom van de weduwe Maria Willems.
Het kadaster maakte in 1917 melding van successie, waarna het pand in het bezit kwam van de kinderen Hendricus, Maria, Johanna en Johannes Boex. Vermoedelijk kort voor 1925 is huurder Vlijmincx verhuisd. De buurt heeft hem ongetwijfeld bevallen, want hij kocht het buurpand Keizersgracht nummer 15, waar hij nog jarenlang heeft gewoond.
In 1924 of 1925 vond een verbouwing plaats, waarna het pand tot 1928 door wijnhandelaar H.J.A.M. Boex werd bewoond. Daarna verhuurde de familie het pand opnieuw.
In 1953 verkochten de 4 kinderen Boex het pand aan de Commanditaire Vennootschap F. van Lanschot, gevestigd te 's-Hertogenbosch. Het pand, dat tot die tijd altijd als woonhuis annex winkelhuis dienst had gedaan, werd in 1954 verbouwd tot bankgebouw. Van Lanschot liet de onderzijde van de pui ten behoeve van de nieuwe functie aanpassen. Vervolgens werd het pand in 1959/1960 nog een keer verbouwd. Aan de achterzijde van het pand werd een tijdelijk kantoor gebouwd.
In 1977 kochten ir. Robert Henricus Antonius Josephus Govers en Maria Theodora Angela Rokking uit Eindhoven het gebouw. Zij lieten het kantoor intern verbouwen.
In 1998 werd het pand gerenoveerd en kreeg het zijn crèmekleurige gevel. Cemsto B.V. heeft het pand nog een tijd lang bewoond.
Met Grote letters is de naam DE KEIZER onder de dakgoot aangebracht. De studentenvereniging Demos heeft het daarna jarenlang leegstaande statige pand in 2015 aangekocht. De gemeente heeft vergunning afgegeven om het pand deels te verbouwen en deels te slopen.te lezen.
Het pand staat op de gemeentelijke lijst van onroerende monumenten van 1987.
noten:
(1) SRE, Collectie Van Poppel, 43 b, 47. Kadastrale nummer in 1884 A2577.
(2) J. Spoorenberg, 1982, 57. Eindhoven in oude ansichten deel 2, 6e druk Zaltbommel
bronnen:
diverse kadastrale gegevens
Jos en Bauke Hüsken, Eindhovens Verborgen Verleden, Zaltbommel 2006
tijdschrift Gens Nostra 1982
Jos en Bauke Hüsken 2014