Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Centraal Station: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(9 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[bestand: | [[bestand:Station 1864.JPG|thumb|right|600px|Het station uit 1864 met de uitbreiding uit 1886. (foto Eindhoven in Beeld)]] | ||
<big>'''Station Eindhoven (rijksmonument)'''</big><br> | <big>'''Station Eindhoven (rijksmonument)'''</big><br> | ||
Het huidige station van Eindhoven is de opvolger van twee eerdere stationsgebouwen.<br> | Het huidige station van Eindhoven is de opvolger van twee eerdere stationsgebouwen.<br> | ||
Het oudste stationsgebouw van Eindhoven werd ontworpen door K.H. van Brederode uit Haarlem en is in 1864 gebouwd. Technisch wordt het getypeerd als een “Station SS (staatsspoor) Derde Klasse”, dat door Rijkswaterstaat werd gebouwd. Het stond destijds op het grondgebied van Woensel. Na de annexatie van de | Het oudste stationsgebouw van Eindhoven werd ontworpen door K.H. van Brederode uit Haarlem en is in 1864 gebouwd. Technisch wordt het getypeerd als een “Station SS (staatsspoor) Derde Klasse”, dat door Rijkswaterstaat werd gebouwd. Het stond destijds op het grondgebied van Woensel. Na de annexatie van de Kloosterbeemden in 1874, waarbij gronden tussen de Dommel en de stad en ook het gebied ten noorden van de stad waren betrokken, stond het station op Eindhovens grondgebied. | ||
Het stationsgebouw omvatte in die dagen slechts een centraal bouwdeel. In 1886 werd aan beide zijden van het gebouw een zijvleugel toegevoegd. Ook de entree werd geheel vernieuwd.<br> | Het stationsgebouw omvatte in die dagen slechts een centraal bouwdeel. In 1886 werd aan beide zijden van het gebouw een zijvleugel toegevoegd. Ook de entree werd geheel vernieuwd.<br> | ||
In 1915-1916 werd dit relatief | In 1915-1916 werd dit relatief jonge stationsgebouw volledig vervangen door een nieuw gebouw, ontworpen door G.W. van Heukelom uit Amsterdam. Een houten bergplaats, die als fietsenstalling dienst deed, werd in 1929 vervangen door een voor die tijd modern gebouw, ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School. Daarboven waren woningen ingericht. Dit gebouw, (adres Stationsplein 11 en 12) werd in latere jaren verbouwd en als horecapand in gebruik genomen.<br> | ||
[[bestand:Station Eindhoven.jpg|thumb|left|500px|De nieuwe fietsenstalling ten behoeve van de treinreizigers uit 1929. Tegenwoordig wordt dit pand voor horecadoeleinden gebruikt. (foto uit de Eindhovensche Illustratie van 17 januari 1930)]] | |||
Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het | Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het spoorwegtracé te verleggen in de richting van het stadsdeel Woensel. Daarbij werd besloten om de spoorbaan te verhogen. De verkeersproblemen, die lange tijd hadden bestaan tussen de aansluiting van de Fellenoord met de Demer werden toen door middel van ondertunneling opgelost. Ook werden de Emmasingel met de Boschdijk en de Vestdijk met de Veldmaarschalk Montgomerylaan verbonden via een tunnel.<br> | ||
Het bestaande 40-jarige gebouw werd gesloopt en in 1956 vervangen door een nieuw en uiterst modern vormgegeven station. Koen van der Gaast uit Utrecht was verantwoordelijk voor het ontwerp ervan. Daarbij werd rekening gehouden met de moderne vorm van openbaar vervoer. Reizigers die het station aandeden, waren met de bus, de auto’s of een taxi gebracht. De aangekomen reizigers wilden met die zelfde vormen van vervoer naar huis. Het station was een verbindingsgebouw geworden. Ook aan de Woenselse (noord)zijde van het gebouw kon het station worden verlaten. Een modern busstation Neckerspoel zorgt voor verder vervoer in de stad en naar de regio.<br> | Het bestaande 40-jarige gebouw werd gesloopt en in 1956 vervangen door een nieuw en uiterst modern vormgegeven station. Koen van der Gaast uit Utrecht was verantwoordelijk voor het ontwerp ervan. Daarbij werd rekening gehouden met de moderne vorm van openbaar vervoer. Reizigers die het station aandeden, waren met de bus, de auto’s of een taxi gebracht. De aangekomen reizigers wilden met die zelfde vormen van vervoer naar huis. Het station was een verbindingsgebouw geworden. Ook aan de Woenselse (noord)zijde van het gebouw kon het station worden verlaten. Een modern busstation Neckerspoel zorgt voor verder vervoer in de stad en naar de regio.<br> | ||
In 2009 werd het station voorgedragen als monument uit de wederopbouwperiode.<br> | In 2009 werd het station voorgedragen als monument uit de wederopbouwperiode.<br> | ||
[[bestand:station.jpg|thumb|right|600px|Sigarenbandje ter gelegenheid van de opening van het centraal station in Eindhoven.]] | |||
'''Het gebouw'''<br> | '''Het gebouw'''<br> | ||
Koen van der Gaast heeft het stationsgebouw zorgvuldig vormgegeven. Dat illustreren de fraaie details en bouwkundige elementen.<br> | Koen van der Gaast heeft het stationsgebouw zorgvuldig vormgegeven. Dat illustreren de fraaie details en bouwkundige elementen.<br> | ||
Het station is te zien als een bouwkundige compositie van verschillende elementen: de entree en de ensemblewerking van het hoofdgebouw, de toren en de colonnade. Van der Gaast toonde in zijn ontwerp een voorkeur voor moderne materialen: beton, staal, glas en aluminium. Het gebouw wordt verder gekenmerkt door helderheid in stijl, een overzichtelijke indeling, veel licht en een sobere maar zorgvuldige detaillering en decoratie.<br> | Het station is te zien als een bouwkundige compositie van verschillende elementen: de entree en de ensemblewerking van het hoofdgebouw, de toren en de colonnade. Van der Gaast toonde in zijn ontwerp een voorkeur voor moderne materialen: beton, staal, glas en aluminium. Het gebouw wordt verder gekenmerkt door helderheid in stijl, een overzichtelijke indeling, veel licht en een sobere maar zorgvuldige detaillering en decoratie.<br> | ||
[[bestand:Centraal station.jpg|thumb|right|600px|Het station in het centrum van Eindhoven van architect Van der Gaast uit 1956. (foto Rik Opheusden)]] | |||
Opmerkelijke details zijn de licht gebogen vorm van het dak die correspondeert met de vorm van de toren en de colonnade. De expressieve werking wordt versterkt door de opwaarts gebogen beëindiging van het dak, dat boven het gebouw lijkt te zweven. Aan de onderkant van de luifel is een donker rood decoratief patroon aangebracht. De voorgevel kenmerkt zich door transparantie. De grote raampartijen zorgen voor veel licht in de hal.<br> | Opmerkelijke details zijn de licht gebogen vorm van het dak die correspondeert met de vorm van de toren en de colonnade. De expressieve werking wordt versterkt door de opwaarts gebogen beëindiging van het dak, dat boven het gebouw lijkt te zweven. Aan de onderkant van de luifel is een donker rood decoratief patroon aangebracht. De voorgevel kenmerkt zich door transparantie. De grote raampartijen zorgen voor veel licht in de hal.<br> | ||
In de zuidwesthoek biedt een trap toegang tot het hoger gelegen restaurant met terras dat uitzicht biedt over de stad. Het restaurant wordt verlicht door kroonluchters met Italiaans glaswerk. Aan de oostzijde biedt het restaurant toegang tot de loggia, waarvan de oostelijke buitenmuur is voorzien van decoratieve betonnen cirkels.<br> | In de zuidwesthoek biedt een trap toegang tot het hoger gelegen restaurant met terras dat uitzicht biedt over de stad. Het restaurant wordt verlicht door kroonluchters met Italiaans glaswerk. Aan de oostzijde biedt het restaurant toegang tot de loggia, waarvan de oostelijke buitenmuur is voorzien van decoratieve betonnen cirkels.<br> | ||
Regel 31: | Regel 32: | ||
'''Bronnen:''' | '''Bronnen:''' | ||
Het onderdeel ''Het gebouw'' en ''Kunst'' uit dit artikel zijn (deels) integraal overgenomen uit de brochure:"Open Monumentendag 2016", Iconen en Symbolen, en is geschreven door Fons Spijkers en Herman Kerkdijk.<br> | |||
<br> | <br> | ||
JH 2018 | JH 2018 |
Huidige versie van 16 sep 2024 om 09:17
Station Eindhoven (rijksmonument)
Het huidige station van Eindhoven is de opvolger van twee eerdere stationsgebouwen.
Het oudste stationsgebouw van Eindhoven werd ontworpen door K.H. van Brederode uit Haarlem en is in 1864 gebouwd. Technisch wordt het getypeerd als een “Station SS (staatsspoor) Derde Klasse”, dat door Rijkswaterstaat werd gebouwd. Het stond destijds op het grondgebied van Woensel. Na de annexatie van de Kloosterbeemden in 1874, waarbij gronden tussen de Dommel en de stad en ook het gebied ten noorden van de stad waren betrokken, stond het station op Eindhovens grondgebied.
Het stationsgebouw omvatte in die dagen slechts een centraal bouwdeel. In 1886 werd aan beide zijden van het gebouw een zijvleugel toegevoegd. Ook de entree werd geheel vernieuwd.
In 1915-1916 werd dit relatief jonge stationsgebouw volledig vervangen door een nieuw gebouw, ontworpen door G.W. van Heukelom uit Amsterdam. Een houten bergplaats, die als fietsenstalling dienst deed, werd in 1929 vervangen door een voor die tijd modern gebouw, ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School. Daarboven waren woningen ingericht. Dit gebouw, (adres Stationsplein 11 en 12) werd in latere jaren verbouwd en als horecapand in gebruik genomen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het spoorwegtracé te verleggen in de richting van het stadsdeel Woensel. Daarbij werd besloten om de spoorbaan te verhogen. De verkeersproblemen, die lange tijd hadden bestaan tussen de aansluiting van de Fellenoord met de Demer werden toen door middel van ondertunneling opgelost. Ook werden de Emmasingel met de Boschdijk en de Vestdijk met de Veldmaarschalk Montgomerylaan verbonden via een tunnel.
Het bestaande 40-jarige gebouw werd gesloopt en in 1956 vervangen door een nieuw en uiterst modern vormgegeven station. Koen van der Gaast uit Utrecht was verantwoordelijk voor het ontwerp ervan. Daarbij werd rekening gehouden met de moderne vorm van openbaar vervoer. Reizigers die het station aandeden, waren met de bus, de auto’s of een taxi gebracht. De aangekomen reizigers wilden met die zelfde vormen van vervoer naar huis. Het station was een verbindingsgebouw geworden. Ook aan de Woenselse (noord)zijde van het gebouw kon het station worden verlaten. Een modern busstation Neckerspoel zorgt voor verder vervoer in de stad en naar de regio.
In 2009 werd het station voorgedragen als monument uit de wederopbouwperiode.
Het gebouw
Koen van der Gaast heeft het stationsgebouw zorgvuldig vormgegeven. Dat illustreren de fraaie details en bouwkundige elementen.
Het station is te zien als een bouwkundige compositie van verschillende elementen: de entree en de ensemblewerking van het hoofdgebouw, de toren en de colonnade. Van der Gaast toonde in zijn ontwerp een voorkeur voor moderne materialen: beton, staal, glas en aluminium. Het gebouw wordt verder gekenmerkt door helderheid in stijl, een overzichtelijke indeling, veel licht en een sobere maar zorgvuldige detaillering en decoratie.
Opmerkelijke details zijn de licht gebogen vorm van het dak die correspondeert met de vorm van de toren en de colonnade. De expressieve werking wordt versterkt door de opwaarts gebogen beëindiging van het dak, dat boven het gebouw lijkt te zweven. Aan de onderkant van de luifel is een donker rood decoratief patroon aangebracht. De voorgevel kenmerkt zich door transparantie. De grote raampartijen zorgen voor veel licht in de hal.
In de zuidwesthoek biedt een trap toegang tot het hoger gelegen restaurant met terras dat uitzicht biedt over de stad. Het restaurant wordt verlicht door kroonluchters met Italiaans glaswerk. Aan de oostzijde biedt het restaurant toegang tot de loggia, waarvan de oostelijke buitenmuur is voorzien van decoratieve betonnen cirkels.
De perrons zijn voor de helft van de totale lengte overkapt met glas en een staalconstructie van Baileybrug-elementen. Deze elementen zijn een erfenis van de geallieerden uit de Tweede Wereldoorlog.
Kunst
Een groot venster markeert de toegang van de personentunnel. Dit venster is voorzien van een glaskunstwerk van de hand van de Amsterdamse kunstenaar Lex Horn (1916-1968). Het toont activiteiten als visvangst, dijkaanleg, veeteelt en scheepsbouw. Drie ronde vensters in de oostgevel zijn voorzien van een glaskunstwerk eveneens vervaardigd door Lex Horn. De ramen symboliseren met trekvogels, de drang van de mens om te reizen.
De neonverlichting met de tekst “Conventie, een soort herinnering, is het grootste beletsel om te genieten van leven en kunst” van Piet Mondriaan (1872-1944) is later aangebracht.
Aan de buitenzijde bevindt zich op de zuidwesthoek een reliëf ontworpen door Willy Mignot (1915-1972) in opdracht van de Eindhovense Fabrikantenkring. Het toont in taferelen de stadia van het menselijk leven, met aan de in- en uitgangszijde van het station de woorden “ik kom” en “ik ga”. Een aardig detail is de handtekening van de kunstenaar: een beeldhouwer die de naam “Mignot” uithakt.
“Wie zich een eigen weg baant door de wereld hoort in het leven een zijn eigen lied” is van de dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976).
In 2010 is de keuze gemaakt voor de aanleg van een nieuwe voetgangerspassage oostelijk van de bestaande tunnel. Een belangrijke overweging daarbij was dat de nieuwe passage centraal uitkomt in de stationshal en deze daarmee veel meer dan ooit het geval is geweest optimaal gebruikt kan worden voor het komen en gaan van de reiziger. De nieuwe passage is in opdracht van Prolrail gebouwd in samenwerking met de gemeente Eindhoven en ontworpen door de architect Luc Veeger van Arcadis.
Bronnen:
Het onderdeel Het gebouw en Kunst uit dit artikel zijn (deels) integraal overgenomen uit de brochure:"Open Monumentendag 2016", Iconen en Symbolen, en is geschreven door Fons Spijkers en Herman Kerkdijk.
JH 2018