Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
A. Jurriaan Zoetmulder: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 70: | Regel 70: | ||
[[Categorie:Artistiek en Artiesten]] | [[Categorie:Artistiek en Artiesten]] | ||
[[categorie:Literatuur]] | [[categorie:Literatuur]] | ||
[[Categorie:Kranten, media, uitgeverijen]] |
Versie van 30 aug 2013 12:03
Zoetmulder, A. Jurriaan (Adrianus Jurianus)
- Schiedam 10 juli 1881
† Eindhoven 7 december 1972
Hoofdredacteur Eindhovens Dagblad en directeur Drukkerij Hermes, schrijver en amateurschilder. Als oudste zoon van Franciscus Henricus Hijacinthus Zoetmulder (1856-?) en Cornelia Theodora Maria Antoinetta Lagerweij (1859-1882) stamt hij uit een Schiedamse katholiek-liberale koopliedenfamilie.
Na de broederschool en het stedelijk gymnasium doorlopen te hebben studeert hij aanvankelijk medicijnen aan de Leidse universiteit, maar door ziekte van zijn vader is hij in het familiebedrijf gewenst. Gedreven door zijn artistieke aspiraties volgt hij van 1905 tot 1909 de opleiding tot kunstschilder aan de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam. Daar leert hij de talentvolle schilderes Johanna van Klaveren (1885-1969) kennen, met wie hij op 14 juni 1911 te Schiedam trouwt en uit welk huwelijk vijf kinderen geboren worden. Na een verblijf te München vestigt het jonge echtpaar zich als kunstschilders in Oisterwijk en woont in De Claverhoeve. Hij schildert het buitenleven, maar ontpopt zich door contacten met zijn Schiedamse stadgenoot industrieel-romanticus Ary Prins als schrijver van novellen, romans en toneelstukken.
Hij is medewerker van het katholieke blad Van Onzen Tijd en publiceert in de bladen Elseviers Geïllustreerd Maandschrift en De Beiaard. In Oisterwijk wordt hij met argusogen door de katholieke geestelijkheid gadegeslagen, omdat hij er betrokken is bij de neutrale VVV en zwemclub, de RK Kiesvereeniging en Sociëteits- en Muziekvereeniging Asterius. Verder speelt hij als redacteur in de door Van den Boogaard uitgegeven bladen Katholieke Staatskunde en Brabants Centrum een grote rol.
Op 1 april 1923 wordt hij directeur van drukkerij Hermes en hoofdredacteur van het Eindhovensch Dagblad. Door zijn vrijzinnige opstelling krijgt de krant niet de steun van de katholieke geestelijkheid. Aan de Parklaan laat hij Huize De Zandhoek bouwen naar een ontwerp van architect B.J. Koldeweij. Tijdens de tweede wereldoorlog wordt het Eindhovensch Dagblad opgeheven en is hij geïnterneerd in het gijzelaarskamp Beekvliet te Sint-Michielsgestel, waar hij zijn medegevangenen portretteert. In maart 1953 neemt hij na dertig jaar afscheid van zijn krant, waar zijn opiniërende artikelen en kunstkritieken blijk geven van een eigenzinnige opvatting en cultuurbewuste visie. Opgemerkt wordt dat hij zijn rubrieken ‘De Windhoek’ en ‘Onder Onsjes’ “met die wonderlijke harmonische mengeling van schier Franse luchtigheid en Hollandse nuchterheid” weet op te schrijven.
Bij zijn zilveren jubileum in 1948 wordt hem zijn portret, geschilderd door de Waalwijkse kunstschilder Theo van Delft, aangeboden.
Naast uit zijn functie voortvloeiende bestuurslidmaatschappen van drukkersorganisaties, de Nederlandse Dagbladpers en Raad van Beheer ANP neemt hij in het culturele leven van Eindhoven ook een prominente plaats in. Zo is hij betrokken bij de oprichting van de Oudheidkundige Kring, de Eindhovense Kunststichting, Stichting Kunstcentrum Eindhoven, bestuurslid van de Eindhovense Muziekschool, lid van de Raad van Toezicht van het Stedelijk Van Abbemuseum en naoorlogse Tribunaal (dit is tijdelijke lekenrechtbank) te Eindhoven, voorzitter van de Schouwburgcommissie etc. Met zijn secretaresse Bets, of chiquer Elly, van der Pluym krijgt hij een relatie en zij verhuist later met het echtpaar eveneens naar Eeckenrhode in Aalst. Daar schildert hij van zijn medebewoners eveneens portretten.
Tot zijn bekendste werken behoren:
- Het gezin van Herman Leyter (1914)
- De verloving van Jaap Mennings (1916)
- Geruïneerden (1917)
- Het lokkende leven (1918 bekroond in prijsvraag De Nieuwe Eeuw)
- Fata morgana (1919)
- In retraite (1919, in 1912 al verschenen in Elseviers Geïllustreerd Maandschrift)
- Mooi Oisterwijk (1922)
- Het boek en de malaise (1922)
- Langs den doolhof (1926)
- De greep van den tijd (1929)
- Het klimmende pad (1930)
- Erik Reiner overwint zijn schaduw (1946)
- Storm over het Sticht (1957 en 1963²)
Voor toneel heeft hij een voorkeur. Hij is regisseur van de Eindhovense operavereeniging en amateurgezelschappen en de club Bevordering van Goed Toneel.
Toneelstukken van zijn hand zijn:
- Het wonder, Hotelratten, Indringers (1920)
- Het gouden juk, ZBBHH = Zijn bezigheden buitenshuis hebbende (1921/2 onder pseudoniem Archibald Laafs)
- De vrouw die verloor (1929)
- De gemaskerde Venus (1933)
- De man van Karioth (1935)
- Als stad en land elkaar ontmoeten (1938)
- Een steen in de woestijn (1939)
- Clairvoyance (1941)
- De grote pauze (1941/2)
- Herders van Bethlehem (1942, voor medegijzelaars)
- Koning van Holland. Historiespel (1945 bekroond in prijsvraag Ons Leekenspel)
- Gods uur (1947, openluchtspel)
- Verzet in Modin, Bezwaarlijke condities, De kinderen De Goey (1956)
- Vergeefs verzet (1957)
- De ongewenste gast (1957 bekroond in prijsvraag Bond van Nederlandse Toneeluitgevers)
- Mijn hart is bij jou (1961)
Zijn stukken zijn door uiteenlopende gezelschappen opgevoerd: Het Rotterdams Hofstad Toneel, Het Schouwtoneel, Het Vlaamsch Volkstoneel, R.K. Studententoneel “Veritas”, Het Protestants Jeugdtoneel, Door Inspanning Uitspanning Haarlem, Toneelgroep Stadsschouwburg Amsterdam, Toneelvereniging J.J. Cremer Haarlem en amateurgezelschappen.
Bronnen:
- Gedachten voor den Feestdag. A.J. Zoetmulder vijf en twintig jaren directeur-hoofdredacteur, in: Eindhovensch Dagblad van 17 april 1948, 1-2
- Het zilveren jubileum van onzen hoofdredacteur. Overweldigende belangstelling, in: Eindhovensch Dagblad van 23 april 1948, 1
- Foto’s receptie, in: Eindhovensch Dagblad van 24 april 1948, 6
- Stukje in reliëf. Bij een verjaardag, in: Eindhovens Dagblad van 7 juli 1956, 11
- Han Jonkers, A. Jurriaan Zoetmulder. Strijdvaardig journalist en kunstenaar, in: Eindhovens Dagblad van 8 december 1972, 5
- Gerard Knulvelder, A. Jurriaan Zoetmulder, in: Brabantia 22 (1973), 55-56
- Jan Spoorenberg, Eindhovense Biografieën 2. A.J.J. Zoetmulder, in: ’t Gruun Buukske 22 (1993), 101-104
- Theo Cuijpers, Anton Huijbers de man van Oisterwijk, in: Theo Cuijpers e.a. (red.), Naar verluidt..., kerk en pers in Oister¬wijk, Oisterwijk 1992, 37-58
- Cas van Houtert, A.J. Zoetmulder, man van uitersten, in: Cas van Houtert, Uit doorgaans betrouwbare bron. De geschiedenis van het Eindhovens Dagblad, Eindhoven 2003, 278-283
- Ed van de Kerkhof, Waarom A.J. Zoetmulder geen lintje kreeg, in: Eindhovens Dagblad van 25 oktober 2003, W 1 en 3
Peter Thoben 2013