Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Franse School: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:M38 Olifant.jpg|400px|thumb|right|Rechts op deze ansichtkaart het pand De Olifant, waar de Franse School tussen 1800 en 1843 gevestigd was. Kenmerkend is de ui-vormige opbouw met windwijzer in de vorm van een olifant.]]
<big>'''Franse school'''</big><br />
Franse school


Naast de openbare Nederduitse school wordt in Eindhoven in 1795 een Franse kostschool opgericht met een duidelijke katholieke signatuur, wanneer de protestantse onderwijzer Sablairolles zijn ontslag heeft genomen. Door de stad Eindhoven wordt per 11 mei 1795  Hermanus Antonius Boex (1770-1845) aangesteld als kostschoolhouder. Hij geniet geen salaris, maar woont kosteloos en is aanvankelijk vrijgesteld van stedelijke en landelijke belasting; later als dat niet meer mogelijk is, ontvangt hij daarvoor compensatie.
Naast de openbare Nederduitse school wordt in Eindhoven in 1795 een Franse kostschool opgericht met een duidelijke katholieke signatuur, wanneer de protestantse onderwijzer Sablairolles zijn ontslag heeft genomen. Door de stad Eindhoven wordt per 11 mei 1795  [[Hermanus Boex]] (1770-1845) aangesteld als kostschoolhouder. Hij geniet geen salaris, maar woont kosteloos en is aanvankelijk vrijgesteld van stedelijke en landelijke belasting; later als dat niet meer mogelijk is, ontvangt hij daarvoor compensatie.<br />


[[Bestand:Olifant.jpg|400px|thumb|left|Moderne versie van de windwijzer van de Olifant, ontworpen door kunstenaar [[Peter Nagelkerke]]]]
Hij stamt uit een familie van schoolmeesters uit Weelde in de Belgische Kempen en is sinds 1791 organist van de [[Sint-Catharinakerk]]. Door zijn huwelijk in april 1796 met brouwersdochter Henrica Elisabeth Smits (1772-1845) gaat hij tot de hogere burgerstand in Eindhoven behoren.<br />
Hij stamt uit een familie van schoolmeesters uit Weelde in de Belgische Kempen en is sinds 1791 organist van de Sint-Catharinakerk. Door zijn huwelijk in april 1796 met brouwersdochter Henrica Elisabeth Smits (1772-1845) gaat hij tot de hogere burgerstand in Eindhoven behoren.
Ondanks de wisselende schoolwetten weet hij met zijn wijze van onderwijs geven een goede reputatie op te bouwen.<br />
In 1810 koopt hij van de gemeente het kostschoolgebouw op de hoek Markt en Nieuwstraat. Naast vakken zoals Frans, rekenen en briefschrijven nemen muzieklessen piano, viool en fluit een speciale plaats in. Met drie hulponderwijzers heeft hij gemiddeld zo’n 80 tot 100 leerlingen, waarvan er circa 30 intern zijn.<br />


Ondanks de wisselende schoolwetten weet hij met zijn wijze van onderwijs geven een goede reputatie op te bouwen.
In 1843 stopt hij met de Franse school en in 1845 overlijdt hij als een welgesteld man met een vermogen van ruim 120.000 gulden aan bezittingen zoals onroerend goed, schuldvorderingen, effecten en inboedel.<br />
Als opvolger wordt [[Johannes Rutjes]] (1814-?) in 1844 aangesteld, die directeur was van een Franse school in Beek bij Nijmegen. Vanuit een monumentaal pand aan de Rechtestraat (op plaats van de Hema) geeft hij – na de invoering van de nieuwe onderwijswet van 1856 – een breed pakket aan lessen. In tegenstelling tot Boex doet hij niet aan muzikale [[Bestand:Franse School RS.jpg|300px|thumb|left|De kaart uit 1860 van A. van Dijck met afgebeeld De Rechtestraat en het verwijsnummer 33: Fransche Kostschool]]vorming, maar legt wel accent op geestelijke en godsdienstige opvoeding.<br />


In 1810 koopt hij van de gemeente het kostschoolgebouw op de hoek Markt en Nieuwstraat. Naast vakken zoals Frans, rekenen en briefschrijven nemen muzieklessen piano, viool en fluit een speciale plaats in. Met drie hulponderwijzers heeft hij gemiddeld zo’n 80 tot 100 leerlingen, waarvan er circa 30 intern zijn.
Zijn leerlingental is kleiner, omdat hij concurrentie ondervindt van onderwijsinitiatieven door Anne Marto-Teepen, Hendrikus van der Zande en de zusters van Liefde.In 1864 neemt Rutjes ontslag en vertrekt in 1865 naar Amsterdam, waar hij met Pieter G.L. Wijthoff als directeur-secretaris De Internationale Suikerraffinaderij drijft. In 1893 verhuist hij naar Kleef, in welke omgeving hij overleden moet zijn.<br />
Bij gebrek aan een geschikte opvolger wordt de Franse school in Eindhoven gesloten. Dank zij beide hoofdonderwijzers stond de school garant voor ‘deugdelijk’ onderwijs en was bij de hoofdinspectie van het onderwijs zo ook bekend.<br />


In 1843 stopt hij met de Franse school en in 1845 overlijdt hij als een welgesteld man met een vermogen van ruim 120.000 gulden aan bezittingen zoals onroerend goed, schuldvorderingen, effecten en inboedel.
'''Bronnen:'''<br />
Poppel, P. van, “De Oranjeboom” en zijn bewoners, in: Mandos, H. en Coppens, Martien (red.), Land van Dommel en Aa, Eindhoven 1947, 68-87; met name 81-87 (De Fransche school van meester Boex)<br />
Klinkhamer, Gertrude, De Franse school te Eindhoven (1795-1864), Nijmegen 1979 (scriptie M.O. Geschiedenis Katholieke Leergangen Tilburg)<br />


Als opvolger wordt Johannes Henricus Rutjes (1814-?) in 1844 aangesteld, die directeur was van een Franse school in Beek bij Nijmegen. Vanuit een monumentaal pand aan de Rechtestraat (op plaats van de Hema) geeft hij – na de invoering van de nieuwe onderwijswet van 1856 – een breed pakket aan lessen. In tegenstelling tot Boex doet hij niet aan muzikale vorming, maar legt wel accent op geestelijke en godsdienstige opvoeding.


Zijn leerlingental is kleiner, omdat hij concurrentie ondervindt van onderwijsinitiatieven door Anne Marto-Teepen, Hendrikus van der Zande en de zusters van Liefde.
Jos Hüsken 2013


[[Bestand:Franse School RS.jpg|300px|thumb|left|De kaart uit 1860 van A. van Dijck met afgebeeld nummer 33: Fransche Kostschool]]
[[categorie:Zakelijk]]
In 1864 neemt Rutjes ontslag en vertrekt in 1865 naar Amsterdam, waar hij met Pieter G.L. Wijthoff als directeur-secretaris De Internationale Suikerraffinaderij drijft. In 1893 verhuist hij naar Kleef, in welke omgeving hij overleden moet zijn.
[[categorie:Architectuur]]
 
[[categorie:Overheidsgebouwen]]
Bij gebrek aan een geschikte opvolger wordt de Franse school in Eindhoven gesloten. Dank zij beide hoofdonderwijzers stond de school garant voor ‘deugdelijk’ onderwijs en was bij de hoofdinspectie van het onderwijs zo ook bekend.
[[categorie:Schoolgebouwen]]
 
Bronnen:
*Poppel, P. van, “De Oranjeboom” en zijn bewoners, in: Mandos, H. en Coppens, Martien (red.), Land van Dommel en Aa, Eindhoven 1947, 68-87; met name 81-87 (De Fransche school van meester Boex)
*Klinkhamer, Gertrude, De Franse school te Eindhoven (1795-1864), Nijmegen 1979 (scriptie M.O. Geschiedenis Katholieke Leergangen Tilburg)
 
Jos Hüsken 2013

Huidige versie van 1 jul 2015 om 18:59

Franse school

Naast de openbare Nederduitse school wordt in Eindhoven in 1795 een Franse kostschool opgericht met een duidelijke katholieke signatuur, wanneer de protestantse onderwijzer Sablairolles zijn ontslag heeft genomen. Door de stad Eindhoven wordt per 11 mei 1795 Hermanus Boex (1770-1845) aangesteld als kostschoolhouder. Hij geniet geen salaris, maar woont kosteloos en is aanvankelijk vrijgesteld van stedelijke en landelijke belasting; later als dat niet meer mogelijk is, ontvangt hij daarvoor compensatie.

Hij stamt uit een familie van schoolmeesters uit Weelde in de Belgische Kempen en is sinds 1791 organist van de Sint-Catharinakerk. Door zijn huwelijk in april 1796 met brouwersdochter Henrica Elisabeth Smits (1772-1845) gaat hij tot de hogere burgerstand in Eindhoven behoren.
Ondanks de wisselende schoolwetten weet hij met zijn wijze van onderwijs geven een goede reputatie op te bouwen.
In 1810 koopt hij van de gemeente het kostschoolgebouw op de hoek Markt en Nieuwstraat. Naast vakken zoals Frans, rekenen en briefschrijven nemen muzieklessen piano, viool en fluit een speciale plaats in. Met drie hulponderwijzers heeft hij gemiddeld zo’n 80 tot 100 leerlingen, waarvan er circa 30 intern zijn.

In 1843 stopt hij met de Franse school en in 1845 overlijdt hij als een welgesteld man met een vermogen van ruim 120.000 gulden aan bezittingen zoals onroerend goed, schuldvorderingen, effecten en inboedel.

Als opvolger wordt Johannes Rutjes (1814-?) in 1844 aangesteld, die directeur was van een Franse school in Beek bij Nijmegen. Vanuit een monumentaal pand aan de Rechtestraat (op plaats van de Hema) geeft hij – na de invoering van de nieuwe onderwijswet van 1856 – een breed pakket aan lessen. In tegenstelling tot Boex doet hij niet aan muzikale

De kaart uit 1860 van A. van Dijck met afgebeeld De Rechtestraat en het verwijsnummer 33: Fransche Kostschool

vorming, maar legt wel accent op geestelijke en godsdienstige opvoeding.

Zijn leerlingental is kleiner, omdat hij concurrentie ondervindt van onderwijsinitiatieven door Anne Marto-Teepen, Hendrikus van der Zande en de zusters van Liefde.In 1864 neemt Rutjes ontslag en vertrekt in 1865 naar Amsterdam, waar hij met Pieter G.L. Wijthoff als directeur-secretaris De Internationale Suikerraffinaderij drijft. In 1893 verhuist hij naar Kleef, in welke omgeving hij overleden moet zijn.
Bij gebrek aan een geschikte opvolger wordt de Franse school in Eindhoven gesloten. Dank zij beide hoofdonderwijzers stond de school garant voor ‘deugdelijk’ onderwijs en was bij de hoofdinspectie van het onderwijs zo ook bekend.

Bronnen:
Poppel, P. van, “De Oranjeboom” en zijn bewoners, in: Mandos, H. en Coppens, Martien (red.), Land van Dommel en Aa, Eindhoven 1947, 68-87; met name 81-87 (De Fransche school van meester Boex)
Klinkhamer, Gertrude, De Franse school te Eindhoven (1795-1864), Nijmegen 1979 (scriptie M.O. Geschiedenis Katholieke Leergangen Tilburg)


Jos Hüsken 2013