Cor Kuysten

Cornelis Adrianus Kuysten, schrijver en heemkundige

• 28-1-1886 Zevenhuizen
  

† 24-10-1968 Gouda

Zoon van Antonie Kuysten, die hoofd van school was, en Pieternella Jacoba Kuysten. Op 1-11-1911 te Gouda gehuwd met Maria Snoeijenbos (1888-1940).

Als 14 jarige verhuisd naar Haarlem om aan de Rijkskweekschool de onderwijzersstudie te volgen.
Wordt in 1908 aangesteld als onderwijzer op een gemeentelijke school in Rotterdam. Enkele jaren later trouwt hij met een collega, Maria Snoeienbos. Zoals gebruikelijk, was zij op de datum van hun huwelijk niet meer in het onderwijs werkzaam.
Verhuist in november 1922 naar Eindhoven, waar hij benoemd was als onderwijzer aan de lagere school van de Philips’Vereeniging voor Onderwijs en Volksontwikkeling. Hij gaat wonen in een huis aan de Aalsterweg.
In 1924 wordt hij aangesteld als hoofd van de Philips’Kantoorschool (Philips ULO-school met kantoorbediendencursus).

Was sociaal geëngageerd en met name geïnteresseerd in de Noordbrabantse en Eindhovense geschiedenis. De oorsprong van plaatsnamen had daarbij zijn bijzondere interesse.
Is een van de oprichters van de Oudheidkundige Kring Kempenland, bestuurslid van de afdeling Oost-Brabant van de Bond voor Heemkunde, en voorzitter van de Frankische Werkgemeenschap “De Spade”. Louis Vrijdag (Lodewijk van Woensel), was daarvan de secretaris.
Wegens die sympathieën voor de bezetter (maar geen lid van de N.S.B.) en de idealen van een Groot, Verenigd Europa wordt Kuysten voor zijn onderwijsactiviteiten ontslagen en geïnterneerd. Later is hij veroordeeld tot ontzetting uit het kiesrecht.
Hij krijgt na de oorlog een kantoorbaan bij Drukkerij Vrijdag. Wordt (uiteraard) lid van de in 1944 opgerichte Heemkundige Studiekring Kempenland Eindhoven. Verhuist in 1964 naar Gouda, waar hij in oktober 1968 overlijdt.

Auteur van:
-1928/1929: 36 artikelen in het Eindhovens Dagblad (onderwerpen o.a. venen en plassen, de oudste bewoning in onze streek, het vroege christendom, kastelen en heerlijkheden, oude kloosters, de hervorming, oude kerken en schuurkerken, de ontwikkeling van het postwezen en de Steenweg van ’s-Hertogenbosch naar Luik). -eind 1933 tot medio 1935: maandelijkse reeks geschiedkundige artikelen in het blad In en Om de Philipsfabrieken.

-1930: ingezonden reactie in de Nieuwe Rotterdamse Courant betreffende het geslacht Van Coudenhoven en hun verbinding met de heerlijkheid Tongelre.
-1934-1938: artikel over plaatsnamen en veldnamen uit Eindhoven en omgeving in het tijdschrift Nomina Geographica Neerlandica en Taxandria.
-1938: boekje: Beschouwingen over Eindhoven en naaste omgeving in verband met het onderwijs in geschiedenis en aardrijkskunde op scholen voor gewoon lager en voortgezet onderwijs.
-1949-1951: publicaties in Brabants Heem met betrekking tot de Frankrijkstraat, het gehucht Riel, de Vrijstraat en bijdragen over Valkenswaard, Lieshout, Weebosch en Wijbosch.
-1950: artike: Een chronologisch-toponymische verkenning van Eindhoven, in het boekwerk “Oud Eindhoven”, uitgegeven door de Heemkundige Studiekring Kempenland Eindhoven.
-1954: artikel in Nomina Geographica over de betekenis van de namen Dood, Dolech, Hagelkruis en Paap in toponiemen.

bron:
samenvatting uit het artikel over Cor Kuysten in 't Gruun Buukske, Jan Spoorenberg, 1994
Jos Hüsken 2015