Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Louis Vrijdag
Louis Vrijdag, alias Lodewijk van Woensel
Vrijdag, Louis (Ludovicus Theodorus Antonius), drukker-uitgever, dichter en kunstpromotor
Zijn schrijverspseudoniem luidt: Lodewijk van Woensel en mogelijk Driekske van Vlokhoven.
* 26 januari 1913, Woensel † 26 september 1994 Eindhoven
Louis Vrijdag wordt te Woensel geboren als tweede van vijf kinderen in het gezin van Louis (Ludovicus Lambertus) Vrijdag (1879-1937) en Theodora Anna van Vlokhoven (1884-1939). Vader stamt uit een muzikale familie, is onderwijzer en eveneens een gedreven musicus. Daarnaast is hij sinds 1905 compagnon-financier in de drukkerij van Christian Schäfer, speciaal voor muziekpartituren. Al gauw richt hij zich geheel op het drukkersvak en vanaf 1920 is hij directeur-eigenaar van de Vereenigde Drukkerij en Etikettenfabriek (V.D.E.).
Naast zijn activiteiten in de muziek is hij gemeenteraadslid van Woensel (1917-1919), kort wethouder tot de annexatie en vervolgens gemeenteraadslid van Groot-Eindhoven (1920-1935) en verder bestuurslid van de Nederlandsche Bond van Steendrukkerijen en voorzitter van het district Eindhoven van de Federatie van Boekdrukkers. Hij is directeur van diverse koren, richt de Eindhovense Operavereniging op en staat aan de wieg van de Eindhovense Muziekschool. Ongetwijfeld een voorbeeld voor zijn kinderen.
Als hij in 1937 overlijdt, zetten beide zonen Peter en Louis het bedrijf voort, waarbij de eerste meer zakelijk en de tweede meer artistiek directeur is. In ieder geval wordt de door vader in 1934 opgerichte uitgeverij Het Poirtersfonds dat “tot doel heeft goede en goedkope lectuur onder het volk te brengen” voortgezet en in 1940 omgedoopt tot Uitgeversmaatschappij De Pelgrim.
Op het eerste boek van Louis na – dat te Tilburg bij Henri Bergmans verschijnt – zullen alle latere publicaties onder het schrijverspseudoniem Lodewijk van Woensel bij deze uitgeverij verschijnen. Het fonds kent een diversiteit aan uitgaven met aanvankelijk ook Vlaamse en in de tweede wereldoorlog Duitse auteurs (soms in vertaling van broer Theo). Sommige boeken zoals die van Afrika-ontdekkingsreiziger dr. Paul Julien beleven vele herdrukken. Van de kinderen van Louis sr. speelt Louis jr. viool, zijn broer Theo cello, samen musiceren ze in strijkkwartetten of -kwintetten met wisselende bezetting, terwijl zus Henriette pianolerares is.
Zijn schoolopleiding heeft Louis intern genoten in Sint-Michielsgestel en op Rolduc te Kerkrade. In 1930 gaat hij via Hilversum – vermoedelijk om stage in een drukkerij te lopen – aan de Amsterdamse Grafische HTS studeren. Vanaf 1932 komt hij in dienst van de familiedrukkerij. Op vrijdag 25 augustus 1972 zal hij ter gelegenheid van zijn veertigjarig dienstjubileum als mededirecteur van Drukkerij Vrijdag met een receptie bij Cocagne gehuldigd worden.
In de jaren 1930 ontwikkelt hij sympathieën voor het fascisme als lid van de Jongeren Fascistische Bond van de Bezempartij en voor het nationaal-socialisme aanvankelijk als lid van de NSB.
Zijn belangstelling voor beeldende kunst, (familie)geschiedenis, heem- en volkskunde blijkt uit het feit dat hij lid wordt van de in 1938 gestichte Oudheidkundige Kring, waardoor hij in het milieu van gelijkgestemden o.a. onderwijzer Cor Kuysten terechtkomt. Terwijl voor velen het culturele en verenigingsleven noodgedwongen tot stilstand komt, volgt hij op verzoek van NSB-burgmeester Pulles op 15 maart 1943 de zieke directeur Piet Peeters van het Stedelijk Van Abbemuseum op en organiseert tentoonstellingen passend in de NSB-propagandasfeer. Hij is lid van de heemkundige Frankische Werkgemeenschap De Spade – gevestigd in Sittard – en zal van de in januari 1944 gestichte Eindhovense afdeling (met 10 leden o.a. Pieter Dezaire, Cor Kuysten en Herman Maas) secretaris worden.
In het tijdschrift Frankenland van De Spade schrijft hij een artikel onder eigen naam over Museum Kempenland dat dan in een zaal van het Van Abbe gehuisvest is, en meerdere korte verhalen in dialect als Lodewijk van Woensel. Ook schrijft hij in het blad De Schouw, het orgaan van de Nederlandse Kultuurkamer en het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten.
Bij de bevrijding wordt hij opgepakt in Lieshout, waar hij tijdens de oorlog verblijft, en wegens collaboratie door het zuiveringstribunaal in oktober 1946 veroordeeld en geïnterneerd in Vught. In 1941 is hij getrouwd met Annie (Anna Elisa) Pepers (1906-1987) – de latere schrijfster Maria van der Steen – en ze krijgen een dochter. In november 1947 scheiden ze. Vanaf 1951 woont hij in Aalst waar de jongere Rarda (Gerardina Else) van ’t Hof (1932-2013) zich bij hem voegt en zijn vrouw wordt, met wie hij vier kinderen heeft. Zij richt er in 1963 de ponyclub De Bosruiters op. Bij concoursen helpt Louis met de organisatie mee.
Louis neemt na zijn detentie weer deel aan het culturele verenigingsleven. Hij wordt lid van de in november 1944 opgerichte Heemkundige Studiekring Kempenland, in wezen een voortzetting van de Oudheidkundige Kring, maar neemt later aan de lezingen en excursies geen deel vanwege zijn fobie voor groepen mensen. Op initiatief van architect Jan Henselmans komt op 18 juli 1953 Sociëteit Cultureel Contact tot stand met een bovenzaal van café-restaurant De Bus aan de Nieuwstraat als ontmoetingscentrum. De statuten dateren van 30 januari 1954 en het definitief bestuur wordt gevormd door Jan Henselmans – voorzitter, Louis Vrijdag – secretaris, Jan van Griensven – penningmeester en leden Eugenie van der Grinten, Frans Babylon, Kees Nijsen, Fons Sarneel en Bas de Bont. De doelstelling luidt: “De vrije ontmoeting te begunstigen tussen kunstenaars en bevorderaars van en belangstellenden in cultuuruitingen, om zich met elkaar te onderhouden ongeacht levensovertuiging en maatschappelijk aanzien.” De sociëteit, waarvan later Jan van der Harten en ir Hans van den Berge voorzitter worden, organiseert o.a. lezingen, voordrachten van dichters en schrijvers, debatten, carnavalsbals en exposities in St.-Oedenrode, Eindhoven, Eersel, Hasselt en de uit drie delen bestaande tentoonstelling Triangel in de Eindhovense Krabbedans in 1963.
Omstreeks 1968 taant de animo voor de sociëteit, maar de kunstmarkt die Cultureel Contact met name Louis Vrijdag op Koninginnedag in samenwerking met het Oranjecomité vanaf 1956 organiseert, is een veel langer leven beschoren tot in de jaren 1980. Bij de kunstmarkt van 1966 wordt de bekende plaat van oud-stadhuis met tekening van Odette van den Molengraft-Saulnier en tekst van Louis Vrijdag als kunstkoopje maar ook als protest tegen de voorgenomen afbraak aangeboden.
In 1954 is hij betrokken bij de oprichting van de afdeling Brabant van de Nederlandse Genealogische Vereniging en wel als penningmeester, maar de club bestaat slechts enkele jaren en krijgt in 1959 een herstart met de afdeling Kempen- en Peelland. In 1991 zal hij de stamboom van de Van Vlokhovens in een getypt manuscript vastleggen.
Drukkerij Vrijdag biedt niet alleen beeldend kunstenaars een (tijdelijke) baan, maar verzorgt en maakt veel drukwerk in het culturele veld mogelijk. De Eindhovense Tekenclub, waarvan Harry Maas de animator is, krijgt de mogelijkheid om in de kantine van drukkerij Vrijdag samen te komen om naar (levend naakt)model te tekenen in de periode van 1954 tot 1964.
Met Eindhovenaren zoals Pi Jacobs, Frits van Griensven, Cas de Haan, Jan van der Harten, Jan Kuhr, Leo Nouwen, Ton Smits en Peter van der Voort zit hij in de jury van het kletsmeijersconcours, carnavalsoptocht, carnavalslied of kampioenschap ‘buutrednen’ (1966-1968). Later maakt hij deel uit van de commissie Letteren van de Kunststichting Eindhoven en van het bestuur van de Stichting Museum Kempenland Eindhoven (1977-1981).
In juni 1962 neemt Louis een opmerkelijk initiatief voor het bronzen gedenkteken van Antoon Coolen van de hand van beeldhouwer Hans Goddefroy bij het oude Willibrorduskerkje in Waalre, dat op 18 september 1968 is onthuld.
Louis Vrijdag wordt een aantal maanden in het verpleeghuis Dommelhoef aan de Parklaan verzorgd en overlijdt op 26 september 1994 in het Diaconessenziekenhuis aan de Ds. Theodor Fliednerstraat te Eindhoven. Hij wordt begraven op de begraafplaats Kerkhoflaan te Aalst.
Naast alle culturele activiteiten zal de naam Louis Vrijdag het sterkst verbonden blijven met zijn gedichten en korte verhalen in het dialect van Woensel.
Peter Thoben 2014
De stad groeit …
(Uit de bundel Het Gulden Vlies van W.A.M. van Heugten (pag. 30) opgedragen aan Lodewijk van Woensel)
De stad groeit, op betonnen voet,
Uit glas en staal naar alle zijden.
Er staan al flats waar schapers breiden.
Hees schreeuwt er jazz door neongloed.
Maar eender stroomt de rivier
Met bochten, rimpels, riet en kolken
En eender drijft de wind de wolken.
En ruikt nu anders munt of vlier?
De autoweg verdringt de dreef,
Doch straks zal toch de zon nog schijnen.
Wat waarlijk leeft zal niet verdwijnen.
Het echte blijft waar ’t altijd bleef.
Lodewijk van Woensel dichtbundels:
Meziek uit èige land, Henri Bergmans Tilburg 1939
Meziek uit èige land, De Pelgrim Eindhoven 1944²
De Kneuter, De Pelgrim Eindhoven 1940 (illustraties Jac. van Luyt)
De Kneuter, De Pelgrim Eindhoven 1957 (illustraties Jac. van Luyt)
De Wiender, De Pelgrim Eindhoven 1948 (bandversiering en vignet Marin Strop)
De Wiender, Tij Kools Deurne 1979²
Ick Limerick, De Pelgrim 1961 Eindhoven (illustraties Jan Kuhr)
Goej Volk, De Pelgrim Eindhoven 1962 (illustraties Jan Kuhr)
Goej Volk, De Pelgrim Eindhoven 1970² (illustraties Jan Kuhr)
Goej Volk, Sims Vrijstraat Eindhoven 1978³ (illustraties Jan Kuhr)
Kleine Narrenspiegel. Dag- en nachtvlinders, De Pelgrim Eindhoven 1970 (samen met Jan H. Eekhout, illustraties Ton Smits)
Soldaotebabbels, De Pelgrim Eindhoven 1975
Gedichten of verhalen opgenomen in:
Louis Vrijdag, Ons klokkespel. veur Frans Kooken, in: Eindhovensche & Meierijsche Courant van 23 juli 1940
Lodewijk van Woensel, Korsmes, in: Dagblad van het Zuiden van 24 december 1941
Lodewijk van Woensel, Van ’t aauw in ’t nèi, in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 4 van januari 1944, 110
Louis Vrijdag, Museum Kempenland Eindhoven, in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 6 van maart 1944, 158-159
Lodewijk van Woensel, Kiske de Mulder’s ziekte, in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 6 van maart 1944, 166-167
Lodewijk van Woensel, In memoriam Piet Heerkens S.V.D., in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 8 van mei 1944, 205-207
Lodewijk van Woensel, De uitgestelde roadsvergadering, in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 8 van mei 1944, 222-223
Lodewijk van Woensel, ’t Zat Hèrremenieke, in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 9 van juni 1944, 235
Lodewijk van Woensel, Herreberg “Den Vriendenkring”, in: Frankenland. Tijdschrift van de Frankische Werkgemeenschap De Spade 1 (1943-1944), nr 10 van juli 1944, 273
Louis Vrijdag, Brabant en de nieuwe poëzie, in: De Schouw. Orgaan van de Nederlandse Kultuurkamer van januari 1944, 31-32
Harrie Kapteijns, Hedendaagse Brabantse dichters, ’s-Hertogenbosch 1951 (gedichten uit De Wiender)
Anton van Duinkerken, Hedendaagse kerstlyriek, Nijmegen 1953 (gedichten uit De Wiender)
Frans Babylon, Brabantia Nova, De Beuk Amsterdam 1954
Vruuger jaore. Toen Woensel nog zu’n bietje hoofdstad van Endove waar. Ze zette de zaak op z’nne kop, mèr meziek blijft erin, in: Philips Koerier 7 (1950-1951), nr 24 van 24 maart 1951, 7
Vruuger jaore. In de Polder wônde goei, mèr reùw volk. Benjamin Jesse, den Duuk en Lien mee den pijp, in: Philips Koerier 7 (1950-1951), nr 26 van 7 april 1951, 6 (met tekeningetjes)
Sportief, in: Philips Koerier 7 (1950-1951), nr 27 van 14 april 1951
’t Zat Hèrremenieke. Hoe Dorrus zonder treurmars begrave wier …, in: Philips Koerier 7 (1950-1951), nr 28 van 21 april 1951, 6
Den overweg weg, in: Philips Koerier van 28 november 1953
Nou en vruuger, in: Philips Koerier van 30 april 1955
Meziek uit èige land. Volksliedjes klinken in Brabantse taal, in: Philips Koerier van 30 april 1955
5 Jaar Cultureel Contact 1953-1958, Eindhoven 1958
10 Jaar Cultureel Contact 1953-1963, Eindhoven 1963
Lodewijk van Woensel, Hè, hè, dè’s dè!, in: Philips Koerier van 1 december 1970, 51 en 54
Lodewijk van Woensel, Mee de meziek mee, in: Noordbrabants Schrijversboek 1981, Het Noordbrabants Genootschap ’s-Hertogenbosch 1981, 244-250
Bronnen:
Schrijver, Elka, Een halve eeuw Vrijdag, Eindhoven 1955
Veertig jaar bij Drukkerij Vrijdag. Louis Vrijdag wordt gehuldigd, in: Eindhovens Dagblad van 10 augustus 1972, 2
Vrijdag, Louis, De Woenselse Van Vlokhovens, Waalre 1991 (ongepubliceerd manuscript)
Louis Vrijdag: grote betekenis Eindhovense kunstwereld, in: Eindhovens Dagblad van 29 september 1994, 15
Spoorenberg, Jan, Louis Vrijdag, in: ’t Gruun Buukske 23 (1994), 150-152
Toorians, Lauran, Lodewijk van Woensel, dialectdichter in de eredivisie, in: Brabant literair 51 (2002), nr 3, 12-14
Heijden, Marcel van der, Brabantse letteren. Letterkunde als spiegel van de culturele emancipatie in Noord-Brabant 1796 –+ 1970. Met bloemlezing, Tilburg 2006, 207
Vlerken, Peter van, Louis Vrijdag: Fijne kerel, foute keuze, in: Eindhovens Dagblad van .. februari 2012
Louis Vrijdag (1913-1994), drukker – dichter – cultuurpromotor, in: Boekenkast 2. Lodewijk van Woensel (1913-1994) en Maria van der Steen (1906-1987), Eindhoven 2012, 14-17
Thoben, Peter, Over Louis Vrijdag alias Lodewijk van Woensel, in: Campiniana nr 65 (Vereniging van Kempische Schrijvers november 2013), 68-76
Eindhovens Dagblad 28-8-1972 en 29-9-1994