Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Schaakverenigingen: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<big>'''Schaaksportverenigingen in Eindhoven tot 1920'''</big><br /> Het zo populaire schaakspel kan op een hoge ouderdom bogen. Al in de vijfde eeuw na Christus k...') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 26: | Regel 26: | ||
J. Spoorenberg<br /> | J. Spoorenberg<br /> | ||
in: ’t Gruun Buukske 1988, 56<br /> | in: ’t Gruun Buukske 1988, 56<br /> | ||
[[categorie:Mensen]] | |||
[[categorie: Verenigingen, sport]] | |||
[[categorie: Verenigingen]] |
Huidige versie van 12 jun 2016 om 20:36
Schaaksportverenigingen in Eindhoven tot 1920
Het zo populaire schaakspel kan op een hoge ouderdom bogen. Al in de vijfde eeuw na Christus kwamen in India, China en Perzië varianten voor op het spel zoals wij het spelen. Al twee eeuwen later werd het spel via Arabië ook in Zuid-Europa bekend, maar na talloze veranderingen zou het tenslotte pas in de 16e eeuw zijn huidige vorm krijgen.
Ofschoon het spel dus oud is, ontstonden in West-Europa toch pas op het einde van de 19e eeuw nationale schaakorganisaties. Ons land behoorde daarbij tot de voortrekkers; in 1873 werd de Nederlandsche Schaakbond opgericht.
Ofschoon er in Eindhoven natuurlijk al veel eerder geschaakt en gedamd werd, gaat de geschiedenis van de georganiseerde denksport in onze stad terug tot 1905. In mei van dat jaar werd op initiatief van enkele leden van Sociëteit Apollo's Lust de Eindhovensche Schaak- en Dam club opgericht.
J.M.J. Jansen werd er president van, C. Stumpers secretaris en penningmeester en C. Weijtens commissaris. De club schijnt aanvankelijk (vrijwel) alleen op papier te hebben bestaan, want in november publiceerde de krant een bericht waaruit blijkt, dat de schaak- en damclub enkele dagen daarvoor 'definitief' was opgericht en dat er toen ook een reglement was vastgesteld. Veel leden waren er echter nog niet.
Het zou daarna een jaar duren voordat de schaaksport opnieuw de pers haalde. Op 9 december 1906 organiseerde de uitgever van het grootste landelijke schaaktijdschrift voor abonnees uit Eindhoven e.o. een toernooi in het gebouw van Sociëteit Apollo's Lust aan de Vestdijk. De bepaling dat aan het toernooi ook schakers konden deelnemen die pas kort ervoor een abonnement op Het Schaakblad hadden genomen, heeft in Eindhoven en omgeving ongetwijfeld een plotselinge groei van het abonnementenbestand veroorzaakt.
Het toernooi werd een succes. De spelers waren naar hun kwaliteit in vier klassen verdeeld. In de eerste klasse kwamen Th. von der Nahmer uit Stratum en J.M.J. Jansen, G.H. de Jongh. E. Keunen en R. en E. Mignot uit Eindhoven uit. Blijkbaar moesten zij tot de top van de Eindhovense schaakwereld worden gerekend. In de tweede klasse speelden R. en W. von der Nahmer en F.A. van Velsen uit Stratum, G. Langer en S. Eisinga uit Eindhoven en G.H. Aalfs uit Gestel. In de derde T.F.C. Smeulders, H. Spoorenberg, J.L. Italië, mr. H.J. Passtoors, A. Schmid, W.P. Walraven en J.J.R. van de Leur, allen uit Eindhoven en in de vierde klasse tenslotte Aug. Spoorenberg, Jos Stumpers, Ph. Italië, D. Gestel, P. Feijen, F. van der Sommen, allen uit Eindhoven en C. en F. Notten uit Woensel.
Na het toernooi was er een simultaanwedstijd waarin de uitgever Muntjeswerff zijn krachten mat met 27 Eindhovense schakers. Hij bracht 21 wedstrijden tot een goed einde. Alleen G.H. de Jongh, G. Langer, J.J.R. van de Leur, Hub Goossens en H. Spoorenberg moest hij als zijn meerdere erkennen, terwijl J.L. Italië hem tot gelijkspel dwong.
Schaakclub Salvio
Of de oude schaak- en damclub ten tijde van het toernooi nog bestond is niet zeker, maar wel onwaarschijnlijk. Want we weten, dat op 28 december 1906 in het koffiehuis van E. Stoot op het Stationsplein een nieuwe schaakclub werd opgericht, die Salvio werd gedoopt en al direct twaalf leden telde. Het bestuur bestond aanvankelijk uit J. Jansen, G. Aalfs, A. Schmid, G. de Jongh en mr. H. Passtoors. De leden zouden 's winters elke week bijeenkomen om samen te spelen en zomers om de veertien dagen. Een jaar later blijkt dat de vereniging gevestigd was in het koffiehuis De Phoenix aan het Stratumseind.
Voorzitter J.M.J. Jansen, die eerder dezelfde functie had vervuld bij de eerste schaakclub, was eigenaar van de Koninklijke Nederlandsche Stoomfabriek van gemaakte Ondergoederen en noemde zich daarom linnenfabrikant. Hij was in 1867 in Schiedam geboren. De sigarenfabrikant G.H. Aalfs was twee jaar jonger en geboortig van Winsum. G.H. de Jongh was zijn compagnon en was in 1883 in Rotterdam ter wereld gekomen. A. Schmid was kandidaat-notaris en was in 1879 geboren in Gilze. Mr. H. Passtoors was het bekende raadslid, dat buiten de raad en zijn advocatenpraktijk nog op talrijke andere terreinen actief is geweest. Als een van de weinigen was hij in Eindhoven geboren en wel in 1876. In 1908 werden Huenges en Walraven in het bestuur gekozen. H. Huenges was in 1866 in Venlo geboren en bierbrouwer in de bekende brouwerij De Valk aan de Tongelresestraat. W.P. Walraven was in 1871 in Rotterdam geboren en makelaar van zijn vak. Van de genoemde leden waren Janssen, Huenges, Passtoors, Schmid en Walraven rooms katholiek, terwijl Aalfs nederlands hervormd was en De Jong remonstrants.
Salvio beperkte zich niet tot het houden van gewone verenigingsavonden. Zo werd in 1907 een simultaan-seance georganiseerd waarvoor Jhr. Strip van Lijnschoten werd uitgenodigd, die het tegen twintig leden tegelijk opnam en achttien wedstrijden won.
In 1908 werd een grote nationale wedstrijd georganiseerd in het clublokaal bij de Phoenix, waaraan iedereen kon meedoen.
In 1910 organiseerde Salvio onder auspiciën van de Nederlandsche Schaakbond opnieuw een nationale wedstrijd, die dit keer werd gehouden in de wat ruimere zaal van Apollo's Lust.
Salvio zou slechts enkele jaren bestaan. Het laatste bericht dateert van september 1911, toen pogingen werden gedaan de bekende schaker Capablanca uit te nodigen voor het houden van een simultaan-seance.
De Eindhovensche Schaakvereniging
Enkele jaren moesten de Eindhovense schakers het zonder vereniging stellen. Op 28 september 1915 werd tenslotte de Eindhovensche Schaakvereeniging opgericht, die nog steeds bestaat. Aanvankelijk speelden de leden bij De Phoenix, maar al spoedig verhuisden ze naar hotel Du Commerce, bij Nijpels op het Stationsplein. We weten dat J. de Haan, V. Heyner, dokter P. Gaarenstroom, ir. A. de Graaff, A. Groenewegen, J. Kool, F. Petit, J. Piet, en A.M. Schellekens tot de eerste leden behoorden, maar helaas is het niet steeds duidelijk wie met deze namen zijn bedoeld. De arts P.Gaarenstroom was in 1876 in Hilversum geboren, ir A. de Graaff in 1887 in Apeldoorn, opzichter A. Groenewegen in 1880 in Velsen, de H.B.S.-leraar F. Petit in 1888 in Maastricht, de laborant J.J. Piet in 1891 in Amsterdam en de kantoorbediende A.M. Schellekens tenslotte was vijf jaar ouder en geboortig van Enkhuizen. De Graaff en Groenewegen maakten deel uit van de technisch-wetenschappelijke staf van de N.V.Philips.
Als we naar de godsdienst van de eerste leden kijken, blijkt dat Gaarenstroom evangelisch luthers was, De Graaff remonstrants, Piet nederlands hervormd en Petit en Schellekens rooms katholiek, terwijl Groenewegen vermoedelijk niet bij een kerkgenootschap was aangesloten.
Dokter Gaarenstroom, die eerder in Den Bosch al de leiding over een schaakclub had gehad, werd de eerste voorzitter. Na enkele jaren zou hij worden opgevolgd door De Graaff.
De leden speelden onderlinge wedstrijden en een enkele keer werd een sterke speler van buiten uitgenodigd voor een simultaanwestrijd, zoals in 1916 de Amsterdammer Schelfhout. Daarnaast is er al spoedig sprake van wedstrijden tegen de club uit Den Bosch. Al in 1916 wisten de Eindhovenaren de Bosschenaren met 9½-6½ te verslaan. In 1918 stelden de twee clubs voor deze wedstrijden een wisselprijs in. In december van dat jaar wist de Bossche club het zilveren schaakbord voor de eerste keer te bemachtigen. Behalve van de genoemde activiteiten is er tenslotte in 1918 nog sprake van een correspondentieschaakwedstrijd tussen de Eindhovense vereniging en VAS uit Amsterdam.
J. Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1988, 56