De Rietvink

De Rietvink

Briefhoofd met de stoom-timmerfabriek van Van Dijck-Stumpers aan de Kanaaldijk Noord. Duidelijk afgebeeld wordt molen de Rietvink.

De Rietvink was een Stratumse molen aan de Kanaaldijk Noord. Dit gebied wordt tegenwoordig echter gemakshalve tot Tongelre gerekend. Deze molen wordt daarom eveneens onder het kopje Tongelre behandeld.

Er heeft in Tongelre behalve de Collse watermolen nog een molen gestaan.
In 1874 kregen P. Smits en C. van Poppel toestemming om een windzaag- en graanmolen te bouwen. De molen kwam te staan bij de Tongelresestraat, ongeveer waar nu de Locomotiefstraat ligt. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de molen van elders is overgebracht, maar met zekerheid is daarover niets te schrijven. Erg succesvol schijnt de molen niet te hebben gewerkt, want in 1881 was het bedrijf in handen van de Eindhovenaar T.A. van Dijck, die het een jaar later overplaatste naar zijn nieuwe timmerfabriek aan de haven van het Eindhovens Kanaal.

In Stratum dus. Vermoedelijk is het bedrijf naar de molen "de Rietvink" genoemd. Het bedrijf gaf op zijn beurt zijn naam aan het straatje dat er achter langs liep en dat later een verbinding zou vormen met het villapark, het Rietvinkstraatje. Deze straatnaam zou in 1920 aanleiding zijn om alle straten in het villapark vogelnamen te geven.

Jan Spoorenberg
in: 't Gruun buukske 1981, 58, 79 1982, 20
Jos Hüsken 2014