Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
H.G. Dijkmans & Co: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
De brand zou grote gevolgen hebben, want buurman Vroom & Dreesmann besloot van de gelegenheid gebruik te maken om zijn manufacturenwinkel uit te breiden en bood de twee firmanten zo'n aantrekkelijk bedrag voor het perceel, dat die geen "nee" wilden zeggen. De opruiming die Dijkmans op 2 december aankondigde zou daarom een liquidatie-uitverkoop worden. Het gezin Dijkmans verhuisde naar een woning tegenover de St.Catharinakerk aan het Stratumseind. | De brand zou grote gevolgen hebben, want buurman Vroom & Dreesmann besloot van de gelegenheid gebruik te maken om zijn manufacturenwinkel uit te breiden en bood de twee firmanten zo'n aantrekkelijk bedrag voor het perceel, dat die geen "nee" wilden zeggen. De opruiming die Dijkmans op 2 december aankondigde zou daarom een liquidatie-uitverkoop worden. Het gezin Dijkmans verhuisde naar een woning tegenover de St.Catharinakerk aan het Stratumseind. | ||
Alleen de fabriek lijkt daarna nog te zijn voortgezet, zij het in Gestel. In 1912 vroeg de onderneming een hinderwetvergunning aan voor de bouw van een nieuw pand aan het Spijkerstraatje, de tegenwoordige Palingstraat. Aanvankelijk werd het bedrijf opnieuw aangedreven door een gasmotor, maar in 1916 informeerde Dijkmans bij de directeur van gemeentewerken wat het aan elektrische stroom zou kosten als hij overschakelde op een elektromotor van 10 pk. Het is daarom niet onmogelijk dat het bedrijf omstreeks die tijd is gemoderniseerd.<br /> | Alleen de fabriek lijkt daarna nog te zijn voortgezet, zij het in Gestel. In 1912 vroeg de onderneming een hinderwetvergunning aan voor de bouw van een nieuw pand aan het [[Spijkerstraatje]], de tegenwoordige Palingstraat. Aanvankelijk werd het bedrijf opnieuw aangedreven door een gasmotor, maar in 1916 informeerde Dijkmans bij de directeur van gemeentewerken wat het aan elektrische stroom zou kosten als hij overschakelde op een elektromotor van 10 pk. Het is daarom niet onmogelijk dat het bedrijf omstreeks die tijd is gemoderniseerd.<br /> | ||
Intussen schijnt de samenwerking tussen de vennoten in deze periode niet in alle opzichten naar wens te zijn verlopen. Nadat eind 1917 al sprake was van de aankoop door A.J. van de Meerakker van een pand aan de Aalsterweg, om er een nieuwe schoenfabriek in te vestigen, werd de vennootschap met ingang van 1 januari 1918 ontbonden. Opmerkelijk is dat ook Fried Dijkmans het oude bedrijfs- pand daarna verliet; blijkbaar was dat al snel verkocht. Terwijl Fried een nieuw fabriek annex woonhuis bouwde aan de Hoogstraat 257, zette hij onder de oude naam H.G. Dijkmans de productie tijdelijk voort in een gebouw op de hoek Hoogstraat-Botstraat. Volgens de familietraditie werd de nieuwe fabriek op 1 juni 1920 in gebruik genomen. Het gezin Dijkmans verhuisde omstreeks die tijd van Eindhoven naar Gestel.<br /> | Intussen schijnt de samenwerking tussen de vennoten in deze periode niet in alle opzichten naar wens te zijn verlopen. Nadat eind 1917 al sprake was van de aankoop door A.J. van de Meerakker van een pand aan de Aalsterweg, om er een nieuwe schoenfabriek in te vestigen, werd de vennootschap met ingang van 1 januari 1918 ontbonden. Opmerkelijk is dat ook Fried Dijkmans het oude bedrijfs- pand daarna verliet; blijkbaar was dat al snel verkocht. Terwijl Fried een nieuw fabriek annex woonhuis bouwde aan de Hoogstraat 257, zette hij onder de oude naam H.G. Dijkmans de productie tijdelijk voort in een gebouw op de hoek Hoogstraat-Botstraat. Volgens de familietraditie werd de nieuwe fabriek op 1 juni 1920 in gebruik genomen. Het gezin Dijkmans verhuisde omstreeks die tijd van Eindhoven naar Gestel.<br /> |
Huidige versie van 6 mrt 2016 om 11:45
H.G. Dijkmans & Co
Hendricus Godefridus (Fried) Dijkmans werd op 27 maart 1868 in Gestel geboren als zoon van Lambertus Dijkmans en Anna Catharina Borst. Zijn vader was schoenmaker van zijn vak en bezat in Gestel een schoenmakerij waar hij enkele knechts aan het werk had. Toen de jonge Fried op 30 mei 1895 in het huwelijk trad, noemde hij zichzelf ook schoenmaker. Op 10 mei 1897 verhuisde hij met zijn vrouw naar Eindhoven, waar hij enkele dagen later in de krant bekendmaakte, dat hij op de Demer een winkel had geopend waar hij behalve schoeisel, zoals dames- en herenbottines, fiets- en badschoenen, kinderlaarsjes enz. ook lederfournituren en schoenmakersgereedschappen verkocht. In de werkplaats achter het huis kon niet alleen reparatiewerk worden verricht, maar bestond ook de mogelijkheid voor veeleisende klanten maatschoenen te maken.
Het bedrijf zou niet lang aan de Demer gevestigd blijven. In juli 1903 brak brand uit op de zolderkamer waar de knecht sliep. Daarbij brandden een paar kamers uit en werd ook een deel van het dak beschadigd. Geconfronteerd met de onvermijdelijke komst van bouwvakkers, heeft Fried Dijkmans blijkbaar gemeend, dat hij van de nood een deugd moest maken, want twee maanden later kondigde hij de verbouwing aan van een winkelpand in de Rechtestraat, juist naast Vroom & Dreesmann. De winkel werd op 16 januari 1904 geopend.
Het begin van de schoenfabriek
Dit keer bleef het niet bij een winkel met werkplaats, want in 1907 bouwde Fried achter zijn nieuwe winkel nog een schoenfabriek met een vloeroppervlakte van meer dan 110 m2; een gasmotor met een vermogen van 10 pk zorgde voor de aandrijving. Ook daarna bleek hij niet bang voor nieuwe initiatieven. In maart 1908 kondigde hij een winkelopruiming aan, omdat hij een vennootschap aanging met de Eindhovense schoenfabrikant A.J. van de Meerakker. Blijkbaar heeft het aangaan van de overeenkomst daarna toch meer tijd gekost dan Fried Dijkmans aanvankelijk had gedacht, want pas op 28 september 1909 werd de overeenkomst (ingaande l januari 1908!) door notaris Fens vastgelegd. De fabriek werd daarna de Eerste Eindhovensche Stoomschoenfabriek H.G. Dijkmans & Co. genoemd.
Op 16 november 1911 brak opnieuw een brand uit, dit keer in het magazijn van de schoenfabriek. Blijkens een krantenbericht werd aanvankelijk gevreesd dat het vuur zou overslaan naar het pand van manufacturenhandel De Zon, van Vroom & Dreesmann dus, maar had de brandweer dat gevaar weten af te wenden. Voor de kronieken is het aardig te vermelden, dat bij deze gelegenheid voor het eerst gebruik werd gemaakt van een ladderwagen. Ofschoon de krant berichtte, dat de eigenlijke fabriek gespaard was gebleven, schreef die wel dat de brand behalve in het magazijn ook gewoed had op de benedenverdieping waar veel machines stonden. We mogen daarom wel aannemen, dat ook de productieafdeling flinke schade had opgelopen.
De brand zou grote gevolgen hebben, want buurman Vroom & Dreesmann besloot van de gelegenheid gebruik te maken om zijn manufacturenwinkel uit te breiden en bood de twee firmanten zo'n aantrekkelijk bedrag voor het perceel, dat die geen "nee" wilden zeggen. De opruiming die Dijkmans op 2 december aankondigde zou daarom een liquidatie-uitverkoop worden. Het gezin Dijkmans verhuisde naar een woning tegenover de St.Catharinakerk aan het Stratumseind.
Alleen de fabriek lijkt daarna nog te zijn voortgezet, zij het in Gestel. In 1912 vroeg de onderneming een hinderwetvergunning aan voor de bouw van een nieuw pand aan het Spijkerstraatje, de tegenwoordige Palingstraat. Aanvankelijk werd het bedrijf opnieuw aangedreven door een gasmotor, maar in 1916 informeerde Dijkmans bij de directeur van gemeentewerken wat het aan elektrische stroom zou kosten als hij overschakelde op een elektromotor van 10 pk. Het is daarom niet onmogelijk dat het bedrijf omstreeks die tijd is gemoderniseerd.
Intussen schijnt de samenwerking tussen de vennoten in deze periode niet in alle opzichten naar wens te zijn verlopen. Nadat eind 1917 al sprake was van de aankoop door A.J. van de Meerakker van een pand aan de Aalsterweg, om er een nieuwe schoenfabriek in te vestigen, werd de vennootschap met ingang van 1 januari 1918 ontbonden. Opmerkelijk is dat ook Fried Dijkmans het oude bedrijfs- pand daarna verliet; blijkbaar was dat al snel verkocht. Terwijl Fried een nieuw fabriek annex woonhuis bouwde aan de Hoogstraat 257, zette hij onder de oude naam H.G. Dijkmans de productie tijdelijk voort in een gebouw op de hoek Hoogstraat-Botstraat. Volgens de familietraditie werd de nieuwe fabriek op 1 juni 1920 in gebruik genomen. Het gezin Dijkmans verhuisde omstreeks die tijd van Eindhoven naar Gestel.
De filialen
Uit een advertentie van 21 oktober 1905 blijkt, dat Dijkmans naast zijn winkel aan de Rechtestraat nog een tweede winkel bezat in de Helmondse Veestraat en uit een advertentie van 26 oktober 1907 dat er toen nog een derde zaak was op de Vlietkade in Rotterdam. Een advertentie uit juni 1909 - nu onder de nieuwe handelsnaam H.G. Dijkmans en Co. - vermeldt nog alleen deze drie winkels, maar in november 1910 beweerden de firmanten ook in Amsterdam, Venlo en Enschede gevestigd te zijn. In een advertentie in de krant maakten zij duidelijk onder de prijzen van de concurrentie te kunnen leveren, omdat zij zelf fabriceerden. Daarbij vergaten zij niet te benadrukken alleen prima kwaliteiten te maken en dus geen bazarartikelen.
Wat weten we over die oude winkelketen van vóór 1920? In feite heel weinig. Bij de familie Dijkmans blijkt er geen enkele herinnering meer aan te bestaan en wordt het zelfs niet voor onmogelijk gehouden, dat het bedrijf in de drie laatst genoemde "filialen" slechts enigermate financieel geïnteresseerd is geweest. In Venlo leverde een globaal onderzoek in de krant geen advertenties op. Wél bleek daar uit het bevolkingsregister de aanwezigheid van de in 1872 in Gestel geboren neef Hubertus Arnoldus Dijckmans, die zich in oktober 1909 als huisschilder vanuit Hannover in Venlo vestigde en in februari 1910 weer naar Solingen vertrok. In Amsterdam wordt het bedrijf niet in de adresboeken genoemd en kon de aanwezigheid evenmin worden aangetoond. Ook een onderzoek in de Helmondse krant rond de eerste vermelding in januari 1904 leverde geen resultaat op; wel bleek uit het bevolkingsregister de aanwezigheid van dezelfde Hubertus Arnoldus, die in juni 1919 vanuit Stratum naar Helmond kwam en in oktober doortrok naar Venlo! Het Adresboek der Stad Helmond 1917-1918 was daarom erg belangrijk, want daarin staat H.G. Dijkmans zwart op wit vermeld als schoenmagazijn aan de Veestraat B70.
In het adresboek voor het jaar 1920 wordt de winkel niet meer genoemd. Het toch nog wat mysterieuze filiaalbedrijf H.G. Dijkmans lijkt dan te zijn opgeheven of verkocht.
Hoe het verder ging
In 1926 werd de onderneming omgezet in de naamloze vennootschap N.V. Schoenfabriek van H.G. Dijkmans. Vader Fried kreeg alle aandelen op één na, die ging naar dochter Dinie, die procuratiehouder in het bedrijf werd. Zes jaar later nam de vennootschap de Vlaardinger Schoenhandel v/h H. de Bruijn over, maar dat betekende geen begin voor een nieuwe winkelketen. Zoon Lambert vertrok naar Vlaardingen om de nieuwe zaak te drijven en nam die in een van de volgende jaren met financiële hulp van zijn vader over.
Het heeft er alle schijn van, dat pas in 1933 in het huis aan de Hoogstraat als een afzonderlijke onderneming een nieuwe winkel is geopend onder de naam Schoenhandel "Hagedis" H.G. Dijkmans. Blijkens de inschrijving in het handelsregister was Fried de eigenaar, terwijl dochter Dinie opnieuw procuratiehoudster werd. De naam "Hagedis" was niet nieuw, want ze werd al eerder door de fabriek als handelsmerk gevoerd. In 1918 was nog sprake van het merk "Brabantia", maar na de beëindiging van de samenwerking met Van de Meerakker had Fried Dijkmans besloten schoenen te gaan produceren onder de naam "HaGeDij" (afgeleid van H.G. Dijkmans). Omdat bij de uitvoering van de tekst de laatste letter met een zwierige slinger was geschreven, las men al spoedig Hagedis. En dat werd daarop de merknaam.
Het oude bedrijf
Het heeft er alle schijn van dat de productie heeft doorgedraaid tot in 1941, toen alle verwerkingsvergunningen voor onbepaalde tijd werden ingetrokken, naar de familie vermoedde tot het einde van de oorlog. Alleen de groothandel in schoenen en aanverwante artikelen die al sinds enige tijd naast de fabriek werd gedreven werd zo goed en kwaad als mogelijk voortgezet.
Een jaar later besloot de familie gebruik te maken van het Liquidatiebesluit 1941 en het Overdrachtsbesluit 1942. Met ingang van 26 maart 1943 werd de naamloze vennootschap geliquideerd en werden de bezittingen en verplichtingen overgenomen door de nieuwe commanditaire vennootschap H.G. Dijkmans & Co., waarvan Fried Dijkmans en zijn kinderen Dinie en Frits de beherende vennoten werden. Fried Dijkmans overleed op 30 maart 1944.
Boedelverdeling
Na de oorlog werd de boedel verdeeld. De Vlaardingse Lambert vielen de machines, de groothandel in pantoffels en de handel in rubber van Rupax (Vredestein) toe. Hij bracht de machines over naar Boxtel en startte daar een nieuwe schoenfabriek, die ongeveer vier jaar zou bestaan. Zijn winkel in Vlaardingen hield hij aan tot 1955, toen de gemeente de huur opzegde en het pand werd gesloopt. Hij verhuisde daarop naar Eindhoven waar hij onder de naam L. Dijkmans een nieuwe winkel opende aan de Leenderweg 74b; na zijn dood werd die door zijn vrouw nog tot 1 juli 1970 voortgezet.
De commanditaire vennootschap H.G. Dijkmans werd omgezet in een vennootschap onder firma met Dinie en Frits als firmanten en dat gold ook voor Schoenhandel "Hagedis" H.G. Dijkmans. Met ingang van 1956 trad Frits uit het oude bedrijf H.G. Dijkmans, dat daarna door zijn zuster Dinie als winkelbedrijf werd voortgezet. Hetzelfde jaar verplaatste zij de zaak naar de Tinelstraat, waar ze tot september 1994 heeft bestaan.
Intussen had Dinie zich al in oktober 1955 teruggetrokken uit de firma Schoenhandel "Hagedis" H.G. Dijkmans, die daarna door haar broer Frits was voortgezet als groothandel in schoenen. In 1955 doopte hij de zaak om in Schoenhandel "Hagedis" G.A.M. Dijkmans. Nadat zijn zuster met de ouderlijke winkel naar de Tinelstraat was verhuisd, startte hij in de leeggekomen winkel een nieuwe detailzaak onder de naam Dijkmans Schoenen, die tot in 1973 zou blijven bestaan.
Zes jaar later nam zijn zoon, die al eerder vennoot in de onderneming was geworden, de groothandel over. In 1981 verplaatste hij die naar Waalwijk, dat een belangrijker centrum voor de Schoenhandel was dan Gestel. In 1986 verhuisde de onderneming voor korte tijd naar Kaatsheuvel, maar sinds 1993 is zij weer in Waalwijk gevestigd.
Om compleet te zijn noem ik tenslotte nog zoon Fons, die in 1952 de schoenwinkel van Van den Wildenberg in de Hooghuisstraat overnam en voortzette onder de naam A. Dijkmans. Later verhuisde hij met zijn zaak naar de Schubertlaan, waar ze tot 5 november 1972 zou blijven bestaan. Deze datum is nog bekend omdat Fons altijd had gezegd: "Tot mijn 65ste en geen dag langer!", en daar hield hij zich aan.
Alles bijeen blijven de Dijkmansen een beetje vreemde eenden in de reeks van Eindhovense filiaalbedrijven. Want ofschoon zij korte tijd inderdaad een filiaalbedrijf hebben gehad, heeft de familie het grootste deel van de meer dan 100-jarige periode van haar activiteiten wel fabrieken, groothandels en zelfstandige winkels gehad, maar geen keten van filialen.
Jan Spoorenberg 1995
Bronnen:
RHCe, SARE, HInderwetten Eindhoven 1912, Administratief Archief Gestel Inv. nr. 1207, Index P.C. de Haas-van den Boer;
- Kamer van Koophandel Eindhoven, Handelsregister dossiers 461, 5120, 11936 (H.G.Dijkmans en opvolgers), 8635 (Schoenhandel Hagedis);
- Gemeentearchief Venlo, Bevolkingsregisters en kranten 1910;
- Gemeentearchief Amsterdam, adresboeken 1910-;
- Gemeentearchief Helmond, adresboeken 1917-1918 en 1920;
- E. Reker, Gestel Vroeger, aflevering 26, Een Gestelse Schoenfabrikant, in: Guldblaaike 38, 127;
- Informatie van de familie H.G. Dijkmans en de heer G.H. Dijkmans in Gestel;