Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Taxatie van geestelijke goederen in Woensel

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Versie door Jfmhusken (overleg | bijdragen) op 30 jun 2016 om 15:42
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Taxatie van de geestelijke goederen in Woensel

In de middeleeuwen werd over de goederen, die in het bezit waren van geestelijke instellingen, over het algemeen geen belasting betaald. Vanaf het einde van de middeleeuwen nam het aantal pogingen om een verdere groei van het bezit aan geestelijke goederen tegen te gaan toe. Veel bepalingen zijn er o.m. gemaakt over het betalen van belasting over nieuw verworven bezit. De onderstaande "taxatiën" bevat een opsomming van de bedragen waarvoor geestelijke goederen, die sedert de dood van Karel de Stoute waren verworven, in 1516 in de belasting werden aangeslagen.

In het archief van de Rentmeester-Generaal der Domeinen (1) berust (sedert een ruil met België) een register "Taxatiën van den geestelijcken gueden bynnen der stadt ende meyerien van den bosch". Deze goederen zijn in opdracht van de Rekenkamer in Brussel getaxeerd door de gecommitteerden in deze, Jan van Baex, ridder, schout van Den Bosch, Lenaert Cottreau, raad van de Koning, Victor van der Moeien, rentmeester van Den Bosch en Jan van Kessel, schout van Boxtel.
De geestelijke goederen, die in het register worden vermeld, zijn "by den geestelycken persoenen vercregen zyndert den overlijden van wilen hertogen Kaerle van Bourgondiën" Het register wordt afgesloten op 3 juni 1520.

De stad en de vrijheid van ' s-Hertogenbosch vinden wij terug op de folio's 1 tot en met 7, na enkele lege bladen gevolgd door Maasland (11-18), Oisterwijk (19-54), Kempenland (35-51) en Peelland (52-75). Wij beperken ons hier tot het grondgebied van de gemeente Eindhoven.

-Henrick Lemmens, H. Geestmeester aldaar 21 gulden 19 stuivers en 2 oordjes (betaald 22 ;ïull 1516) ("want die heilegeest arm is ende Woensell verdorven is vanden ruyteren");
-dezelfde persoon voor een nieuwe fundatie aldaar 3 gulden en 5 stuivers (betaald 22 juli 1516);
-Henrick Lemmens en Joest Rutten, kerkmeester aldaar 15 stuivers (betaald);
-Meester Michiel van Eyck, doctoer, voor de broederschap (1) 3 gulden ("want die bruederscap arm is");
-dezelfde persoon voor de vicarie aldaar 4- gulden en 1 oordje (betaald door de deken van Eindhoven op 23 mei 1516);

Noten:
1. Dit is de O.L.V. broederschap; zie archief Rentmeester-Generaal nr. 86

J.Th.M. Melssen
in: ’t Gruun Buukske 1977, 56, 78, 90