Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
De Hen
Huisnaam van het pand aan de Rechtestraat 51
Arien de Keteler was rond 1570 de eigenaar van dit pand met de huisnaam De Hen. Het buurpand op nummer 49, De Drie Kaessen, bezat hij toen ook.
In 1731 liet Elisabeth van Mierlo dit pand aan de Rechtestraat na aan Amandus van Mierlo. In die notariële akte werd het pand toen De Hen genoemd.
In de eerste decennia van de 19e eeuw was de familie Van der Heyden eigenaar van het pand. In 1811 werd Adr. van der Heyden in het belastingkohier als eigenaar vermeld, Wilhelmus van der Heijden, werkzaam bij de firma E. en H. van der Heijden, kooplieden in manufacturen, werd in 1817 als bewoner en eigenaar genoemd. Tijdens een gemeentelijke inventarisatie in 1829 waren bakker Marcelis van Gestel en zijn vrouw Wilhelmina van der Heijden de bewoners van het pand.
Koopman Adriaan van der Heijden werd in de eerste kadastrale legger van 1832 als eigenaar van dit huis met een achterhuis en het erf vermeld. In latere jaren nog slechts sprake was van een schuur. Enkele jaren later, in 1840, werden Theodora van der Stonden, als weduwe van H. van der Heijden, en de 7 kinderen van Marcelis van Gestel als bewoners genoemd. Ook woonde er in dat jaar nog een landmeter met de naam Franciscus Maas. Onnodig om te zeggen dat alle hoekjes in het huis waren benut.
In 1842 kocht de al genoemde bakker Marcelus van Gestel, de man van Wilhelmina van der Heijden, het pand. Vermoedelijk was de schuur achter het huis toen al omgebouwd tot bakkerij.
In januari 1862 werd het huis met achterbouw en erf verkocht namens de erven Marc. van Gestel. Het huis had toen inmiddels een andere naam gekregen en werd in de koopakte De Nieuwe Roos genoemd.
Het pand werd in 1862 gekocht door de 'fabrikant in zilveren werken' Antonius Petrus Hermans. Deze Toon Hermans, vriend van Vincent van Gogh, goudsmid en kunstverzamelaar, verhuisde in 1880 met zijn vrouw naar een gloednieuwe woning aan de Keizersgracht nummer 15. Maar hij bleef nog jarenlang de eigenaar van dit pand. Lambertus Antonius van Kol was vervolgens in 1881 en 1882 de bewoner. Hij was werkzaam voor de firma wed. L. Hoefnagels en zijn beroep werd omschreven als grossier in wijnen en sterke dranken. Ook werd hij winkelier en koopman genoemd.
In 1891 kreeg de gevel zijn huidige neorenaissancevorm. Tijdens de bouwhistorische verkenning kon worden vastgesteld, dat de huidige kap van het pand op het eind van de 19e eeuw is gebouwd. Slechts enkele houten onderdelen van die kap zijn afkomstig uit een oudere kap. De deuren die op de zolderverdieping aanwezig zijn, hebben een erg simpele constructie en stammen ongetwijfeld ook uit 1891. Het is niet onmogelijk dat het oude pand in het midden van de 19e eeuw door Antonius Hermans is verbouwd en vervolgens in 1891 werd voorzien van een nieuw dak en een nieuwe voorgevel.8
In 1898 verkregen Hermans' dochter Anna en schoonzoon Henricus Cornelis Hubertus van Kol het pand door vererving. Henri van Kol was volgens de traditie in zijn familie wijnkoper van beroep en afkomstig uit Eindhoven. Van Kol kreeg de bijnaam: Dikke Van Kol vanwege zijn omvang. Anna, de dochter van een goudsmid, werd: "gouden Anna" genoemd.
De weduwe van Jan de Vlam, Maria Anna Keunen, woonde hier tot haar overlijden in 1903. In november 1906 hebben Jan Jozef de Vlam en Bertha Elisabeth Joanna van Migem het pand aangekocht. Zij waren toen ook al de eigenaren van het buurpand op nummer 53.
De Nieuwe Roos, Rechtestraat 51, en De Vlam, het rijzige witte pand dat rechts daarvan is gelegen, waren in 1908 beide dus in handen van Jan Jozef de Vlam. In dat jaar liet hij de winkelpui van beide panden veranderen. Het woonhuis op nummer 51 werd in 1908 niet verbouwd en bleef nog vijftig jaar in handen van de familie De Vlam. In de adressengids uit 1910 konden we lezen, dat meubelmagazijn W. v.d. Velden in het pand was gevestigd.
Circa 1915 en ook volgens de adressengids van 1917 was hier een coiffeur gevestigd met de naam Ludovicus J.C. Teurlinckx. In de sigarenhandel was vermoedelijk meer te verdienen dan als coiffeur, want in 1922 en 1926 werd Ludovicus Teurlinckx als grossier in sigaren en eigenaar van sigarenverzendhuis 'Corona' vermeld. Misschien heeft hij de beroepen gelijktijdig uitgeoefend, want op foto's uit 1925 zagen we dat in dit pand nog steeds een coiffeur was gevestigd.
In 1931 was hier de tabakszaak van de firma Engelbertus J. van der Loo gevestigd. In -en eventueel ook al vóór- 1952 vestigde de babygoedzaak van Mulder zich in het pand. De babygoedzaak van Mulder verhuisde in 1960 naar het buurpand op nummer 49.
Het pand werd verkocht en in 1963 verhuurd aan Hans Jaspers die er een kledingwinkel startte. Jaspers kocht in 1980 het statige buurpand De Vlam en zette daar zijn winkel voort. In 1982 en in 1983 zat hier de juwelierswinkel G. Kwekkeboom. In 1988 werd de platen- en cd-zaak van Free Record Shop op dit adres gevestigd.
Jos Hüsken 2013