Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Vlugheid en Kracht
Gymnastiekvereeniging Vlugheid en Kracht
In 1904 meldde de Meierijsche Courant, dat de heren Pfaff en Metz het initiatief hadden genomen tot de heroprichting van gymnastiekvereniging Constantia. Helemaal juist was dat bericht niet.
Metz klom dan ook in de pen om het te rectificeren. Er was wel een vergadering geweest om te praten over de oprichting van een gymnastiekvereniging, schreef hij. Maar op die bijeenkomst hadden de aanwezigen alleen besloten om eerst eens een maand samen te turnen, alvorens een vereniging op te richten. Dat laatste zou dan kunnen gebeuren in de geest van de nog bestaande, maar rustende vereniging Constantia. De redactie merkte bij het ingezonden stuk op, dat het doel van de vergadering wel degelijk was geweest een vereniging te stichten in de geest van Constantia, met hetzelfde reglement in grote lijnen juist. Dat hij vermoedelijk de Tilburger Van Amelsfoort voor een Eindhovenaar heeft en onder dezelfde leiding. En dat haar zelfs nog meer bijzonderheden bekend waren dan in het krantenbericht hadden gestaan, die ook het woord wedergeboorte volledig rechtvaardigden.
Wat het verschil is geweest tussen de geest van Brabantia en die van Constantia is niet duidelijk. Wel mogen we aannemen dat de aanwezigen op de vergadering geen vreemden voor elkaar zijn geweest. De proefmaand getuigt bepaald niet van veel onderling vertrouwen. Desondanks werd de proefperiode toch een succes en zo kon op 19 februari 1905 de Gymnastiekvereeniging 'Vlugheid en Kracht' worden opgericht.
Een van de nieuwelingen op de oprichtingsvergadering was D. Goudberg, een jonge spoorwegambtenaar die van Delfzijl geboortig was en in 1903 in Eindhoven was komen wonen. In 1932 stelde hij zijn herinneringen op schrift. Hij noemde toen als leden uit de begintijd de "echte Eindhovenaren" Jacques van der Sommen jr. en Louis van Amelsfoort en verder enkele onderwijzers aan de nutschool, Dusseldorp en Van den Berg en tenslotte enige spoorwegambtenaren. Volgens hem zou Pfaff aanvankelijk de leiding hebben gekregen, later werd die opgevolgd door Meilink. Aanvankelijk kampte Vlugheid en Kracht met enkele problemen, met name op het gebied van de oefengelegenheid. Later werd het mogelijk gebruik te maken van de zaal van de nutschool en vervolgens van de. danszaal van Habraken (de voormalige Cinema Parisien).
Het verhaal van Goudberg is ongetwijfeld aangezien, zij hem vergeven. Wel is jammer, dat hij Jan van Dooren lijkt dood te zwijgen.
Toen in 1907 mede door Vlugheid en Kracht een turnfeest werd georganiseerd op het Wilhelminaplein, was Van Dooren directeur. Blijkens een bericht in de Meierijsche Courant was het succes van de manifestatie vooral te danken aan de eredirecteur A. Metz, die inmiddels naar Delft was verhuisd. Het feest begon met een optocht vanaf het station.
De stoet werd gevormd door de leden van de eigen vereniging en die van Neerlandia uit Boxtel, Volharding uit Geldrop, Jan van Weert uit Weert, Olympia uit Tilburg en verder nog een 25tal schoolkinderen, 4 jonge dames, 2 rijtuigen en de muziekkorpsen van Apollo's Lust en Musis Sacrum. Na de wedstrijden trokken de gymnasten voorafgegaan door Musis Sacrum naar de zaal van Habraken voor een slotbijeenkomst.
De turnsport was in het begin van de eeuw in onze streek nog hoofdzakelijk een mannenzaak. Het was dan ook niet zonder reden, dat de krant de vier jonge dames die in de stoet hadden meegelopen afzonderlijk vermeldde. Tijdens het turnfeest lieten zij onder leiding van Van Dooren een staaltje van hun kunnen zien. De verslaggever noemde het gracieus werk en hoopte dat het een aansporing zou zijn om ook het zwakke geslacht meer tot lichaamsoefening te brengen, zoals dat in noordelijke delen van het land reeds zoveel gebeurde. Zijn wens ging spoedig in vervulling. Al de volgende maand werd binnen Vlugheid en Kracht een jonge-damesclub opgericht, die direct twaalf leden telde. In februari 1908 gaf Van Dooren de directie over aan A. Meilink, die gymnastiekleraar was aan de H.B.S. in Helmond. Enkele maanden later had in de zaal van het Eindhovens Mannenkoor de eerste uitvoering plaats onder de nieuwe leiding. Na afloop kon oud-directeur Van Dooren de deelnemers alle lof toezwaaien. In de volgende jaren werden de uitvoeringen gegeven in de zaal van Musis Sacrum in Woensel.
In 1909 kreeg Vlugheid en Kracht koninklijke goedkeuring van haar statuten. Doel van de vereniging was het beoefenen van de gymnastiek, de wapenhandel werd sinds het verdwijnen van Brabantia blijkbaar niet meer bedreven. Opvallend is, dat ofschoon de leden gemiddeld duidelijk een stukje lager op de maatschappelijke ladder stonden dan die van Constantia, aspirantleden nu aan een ballotage werden onderworpen. Ook kunstlievende leden waren minder draagkrachtig, want van hen werd nog maar een jaarlijkse donatie van ƒ 1,- verwacht. Werkende leden betaalden in 1909 20 cent contributie per week, wat voor veel leden een forse som zal zijn geweest.
De resultaten die de leden behaalden mochten er echter zijn. In 1910 sleepte Vlugheid en Kracht in Helmond drie van de vijf eerste prijzen weg, een derde prijs en de prijs voor de meest correcte houding tijdens het marcheren. In totaal kampten zes verenigingen toen om de hoogste eer ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de Helmondse vereniging Lichaamsontwikkeling.
In 1911 richtte het bestuur zich tot de raad met het verzoek om hun directeur H.F.Ch. van Alphen, een gymnastiekleraar uit Venlo, te benoemen tot gymnastiekleraar aan de nieuwe gemeentelijke H.B.S. Het rekwest werd ondertekend door J.A. van Oootmerssen, J. Stevenhage, D. Goudberg, A. Schellekens en S. Keukens. De eerste twee waren respectievelijk president en secretaris en in het dagelijks leven klerk-telegrafist bij de Staats-Spoorwegen, de derde was penningmeester en eveneens spoorwegambtenaar. Zowel de president als de secretaris en de penningmeester woonden in Woensel.
Na de benoeming van Van Alphen richtte de gymnastiekvereniging een nieuw rekwest aan het gemeentebestuur. De leden trainden nog steeds in de zaal van Musis Sacrum in Woensel, een ruimte die niet geschikt werd geacht omdat ze in verbinding stond met een café. Ook vond het bestuur de zaalhuur een te zware belasting; de contributie moest daardoor hoog zijn. Daarom verzocht Vlugheid en Kracht om twee avonden in de week de zaal van de H.B.S. te mogen gebruiken. Het gemeentebestuur gaf daarvoor direct zijn toestemming.
Ofschoon de contributie, na de verhuizing naar Eindhoven lager zal zijn geweest, lijkt dit geen effect op het ledental te hebben gehad. Goudberg schrijft in zijn verhaal over een "inzinking" einde 1911, die tot in 1912 voortduurde. Volgens hem kon de vereniging zich financieel niet langer handhaven.
Maar gelukkig stond intussen een nieuwe vereniging klaar om het werk over te nemen. Op 19 april 1912 was in de koffiekamer van Philips & Co. de Philips' Gymnastiek- en Turnvereeniging opgericht, als onderdeel van de op 1 april van dat jaar opgerichte Philips (personeels-) Vereeniging. De contributie was vastgesteld op 10 cent per week. Een week later richtten de besturen van beide verenigingen zich tot het gemeentebestuur. Zij lieten weten, dat de nieuwe gymnastiekvereniging de toestellen zou overnemen van Vlugheid en Kracht, dat daarna zou ophouden te bestaan. Van Alphen zou directeur worden van de nieuwe vereniging. Tenslotte verzochten zij in de toekomst gebruik te mogen maken van de gymzaal van de gemeentelijke H.B.S., zoals dat eerder aan Vlugheid en Kracht was toegestaan geweest.
J. Spoorenbergdoor J. Spoorenberg in; 't Gruun Buukske 1986-58