Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Eckart
Eckart
Reeds in 1312 was Rogier van Levedale leenman van de hertog van Brabant voor een hof bij Tongelre. Deze hof werd later het goed "ten Eekart" genoemd. Het eerste deel van deze naam duidt op eikenbomen, terwijl -art op gemene gronden kan wijzen, gronden dus die bij de omwonenden in gemeenschappelijk gebruik waren.
In 1448 bestond er al een gericht van Ekart, een schepenbank; het oude goed was toen uitgegroeid tot een zelfstandig dorp, dat zich ook uitstrekte over de aangrenzende gebieden Hetsrode en Lutelaar. Pas in 1810 verloor het zijn zelfstandigheid en werd het samengevoegd met Nederwetten.
In 1821 werd de nieuwe gemeente weer opgeheven, waarna Eckart deel ging uitmaken van de gemeente Woensel en Eckart.
De huidige stadswijk ligt overigens niet in het gebied van het oude dorp, want het oude Eckart strekte zich uit over het tegenwoordige de Luytelaer en Oude Gracht.
Wie meer over het oude Eckart wil weten, leze het boekje "Eckart van hof tot stadsdeel", dat geschreven werd door Martin op den Buijs.
Verdere informatie over Eckart kunt U vinden in een artikel van J.Th.M. Melssen in het boekwerkje "Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel", deel III, 1981.
Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1982, 53, 65, 80