Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Spijkerstraatje
De naam Spijkerstraatje
In het artikel over schoenenfabriek Dijkmans & Co zagen we, dat G.H. Dijkmans in 1912
een hinderwetvergunning aanvroeg voor een schoenfabriek aan het Spijkerstraatje. In de verstrekte vergunning werd die straat Groenstraat genoemd. Blijkbaar had zij twee namen. De laatste naam zou in 1914 officieel door het Gestelse gemeentebestuur worden vastgesteld. Na de annexatie in 1920 werd de straat omgedoopt in Palingstraat.
Dan rijst direct de vraag,waar die naam Spijkerstraatje op kon duiden. Een aannemelijke verklaring zou zijn geweest, dat er aan het straatje een spijkerfabriek had gestaan, maar over zo'n fabriek was niets bekend.
Een andere mogelijkheid was, dat de naam van een familienaam was afgeleid, bijvoorbeeld van een bewoner. Onwaarschijnlijk was dat niet: in Eindhoven heette het Genderstraatje ooit Trui Moonenstraatje, naar een vrouwtje dat er woonde en in latere tijd Vissersstraatje naar Janus Vissers, wiens woonhuis op de hoek stond en die in het straatje zijn magazijnen had liggen.
Een ander voorbeeld was de St. Rochusstraat in Stratum, die vroeger Jan van Hout straat heette naar Jan van Hout die er vermoedelijk heeft gewoond, maar er in elk geval enkele huizen had staan. De vraag was daarom, of in de vorige eeuw in Gestel een naam als Spijker voorkwam.
Dat bleek inderdaad het geval te zijn. In 1881 arriveerde in Gestel een zekere Cornelis van de Spijker met gezin. Zijn verblijf duurde overigens niet lang, want tien jaar later verhuisde de familie naar Eindhoven.
Aanvankelijk noemde Cornelis zich koffiehuis houder, later herbergier. Uit een advertentie in de krant van 12 januari 1884 blijkt, dat hij exploitant was van café de Gouden Bal. Dit nog bestaande etablissement was bepaald niet het geringste in Gestel.
Zoals iedereen kan constateren ligt de Gouden Bal op de hoek van de Palingstraat, het Spijkerstraatje dus. Het is daarom heel waarschijnlijk dat de naam inderdaad aan de genoemde Cornelis van de Spijker te danken is geweest. In de tien jaar van zijn verblijf was hij er blijkbaar in geslaagd een algemeen bekende figuur te worden. Maar wat kun je ook anders verwachten van iemand die herbergier is in de Gouden Bal?
J. Spoorenberg
jn: 't Gruun Buukske 1995 62