Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
De Harmonie
Sociëteit De Harmonie (1830)
Intussen was er in Eindhoven een tweede sociëteit opgericht, waaraan voor zover ik weet tot nu toe in de literatuur nog geen aandacht is geschonken, nl. Sociëteit de Harmonie. Deze vereniging dateerde van 1830. We weten dat, omdat de oprichters meenden, dat ze - gezien de oorlogstijd - voor de oprichting toestemming nodig hadden van de provinciale overheid. Die stuurde het reglement met het verzoek om goedkeuring echter door aan het gemeentebestuur. Vermoedelijk is het reglement na goedkeuring aan de vereniging geretourneerd, want in het Streekarchief wordt nog alleen het verzoekschrift bewaard.
In de meeste literatuur over Eindhoven in de statusquotijd (1830-1839) wordt melding gemaakt van eene aantal van Belgische sympatieën verdachte Eindhovenaren die bijelkaar kwamen op een kamer in koffiehuis de Gulden Kop, op de hoek Stratumseind-ten Hagestraat. Die zg. 'geheime club' werd ontdekt door brigadier Stieboldt van de marechaussee, die direct zijn superieuren alarmeerde. De Eindhovense officier van justitie kon al spoedig daarna aan de Bossche procureur-crimineel laten weten, dat het hier ging om leden van de 'gewone sociëteit'. Zij hadden de herbergier om een afzonderlijke kamer gevraagd om ongestoord hun partijtje te kunnen maken of hun krant te kunnen lezen. De zaak liep zo met een sisser af, ofschoon de club al dan niet terecht nog lang verdacht bleef.
W. van Exel heeft in 1982 uitvoerig aandacht aan de club geschonken in zijn doctoraalscriptie 'Eindhoven tussen Noord en Zuid 1829-1839' en vermeldt de namen van een aantal leden. Hij noemde o.m. C.A. de Haes, L.P. Raijmakers en R. de Wit; dit drietal had een jaar eerder het verzoekschrift van Sociëteit de Harmonie aan de provincie ondertekend. Het heeft er daarom alle schijn van, dat de geheime club in feite Sociëteit de Harmonie is geweest.
De Harmonie bezat een eigen gebouw van dezelfde naam, waarvan de exploitatie verpacht was. Van veel activiteiten die er hebben plaatsgevonden is het daardoor onduidelijk of ze door de muziekvereniging, dan wel door de sociëteit of door de pachter zijn georganiseerd, of dat een andere vereniging eenvoudig een zaaltje had gehuurd.
Later is de vereniging dan blijkbaar verhuisd, want in de jaren veertig was zij gevestigd in koffiehuis de Ster in de Rechtestraat, dat in latere jaren ook wel Sociëteit de Harmonie zou worden genoemd. Wanneer de Harmonie is opgeheven (of ingeslapen), weten we niet. Vast staat dat ze in 1856 nog bestond. De herberg waar de sociëteit thuis was zou overigens na het verdwijnen van de vereniging Sociëteit de Harmonie of koffiehuis de Harmonie blijven heten. In 1898 werd het pand verkocht aan mevrouw J. van Best-Pompen, die het sloopte om ruimte te krijgen voor een nieuw woonhuis, het bekende Pand van Best. Ook dat is intussen al weer lang gesloopt.
J. Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1990, 48