Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Garage Central van Jos. L. van der Meulen-Ansems

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Garage Central van Jos. L. van der Meulen-Ansems

Afbeelding uit de Eindhovensche Illustratie van 1 augustus 1930

De eerste ondernemer die in Eindhoven een filiaal vestigde, was Jos L. van der Meulen. Van der Meulen was in 1861 in Helmond geboren. Nadat hij bij verschillende bedrijven tot in de verre omgeving het smidsvak had geleerd, trad hij in 1885 in dienst bij de Helmondse smid G. Ingenhaeff. Toen zijn patroon een jaar later overleed, nam hij het bedrijf over. Twee jaar later trouwde hij met W.H. Ansems en voegde hij haar naam aan zijn handelsnaam toe. Naast de smederij dreef de jonge ondernemer een winkel, waarin hij allerlei ijzerwaren verkocht en spoedig ook fietsen. Al in 1895 bezat hij een motorfiets; hij zou daarmee de eerste in Nederland zijn geweest.23

Hij demonstreerde die 'stoomfiets' tot in de wijde omgeving en natuurlijk ook in Eindhoven.24 Drie jaar later kocht hij zijn eerste auto. In de volgende jaren repareerde hij in zijn smederij naast fietsen ook motoren en auto's. Zijn garagebedrijf trok klanten tot uit de verre omgeving. Op aandringen van enkele relaties opende hij in 1916 een garage in Eindhoven in de voormalige lucifersfabriek aan de Vestdijk. In het pand was later nog de sigarenfabriek van Meijer Marcus Blomhof gevestigd geweest.25 De Eindhovense garage was dag en nacht bereikbaar en er was al direct een speciale inrichting aan verbonden voor het vulkaniseren van binnen- en buitenbanden. Bij de opening vertegenwoordigde Jos L. van der Meulen in Eindhoven e.o. de bekende Harley- Davidsonmotoren.26
Driejaar later was hij ook agent voor Indian-, Rover- en Douglasmotoren. Dat jaar noemde hij zich voor het eerst ook agent voor een automerk; hij was toen in Noord-Brabant alleenvertegenwoordiger van de 'wereldberoemde Benz automobielen en lastwagens' en voor Noord-Brabant en Noord-Limburg ook nog van de auto's, tractors en vliegtuigen van de Britse Austinfabriek.27
Jos van der Meulen was een man met durf en fantasie. In 1919 verscheen in de krant een berichtje dat hij van plan was een vliegdienst in het leven te roepen. De onderhandelingen over de aankoop van een machine waren al begonnen. Die luchtvaartmaatschappij wilde zich niet tot Nederland beperken, maar ook op het buitenland gaan vliegen, waarbij werd gedacht aan Engeland.28

Briefhoofd van garagebedrijf Van der Meulen-Ansems uit 1929 (archief fam. J. Bannenberg)

In 1919 kocht hij twee vliegtuigen en later nog een derde en daarmee werd ook gevlogen. Maar na aanvankelijke successen leidden de plannen om op het Mierlose Molenheide een vliegveld annex ontspanningsoord te exploiteren in 1923 tot een faillissement. Het garagebedrijf bloeide intussen. In 1920 werd Jos L. van der Meulen Ford-dealer voor Zuid-Oost- Brabant. Een jaar later richtte hij de N.V. Van der Meulen-Ansems Automobiel Maatschappij op, die de activiteiten voortzette.29

Al Jos' kinderen werden aandeelhouder en zijn twee oudste zoons, Janus en Mathij, werden tevens mededirecteur. De eerste beheerde het Eindhovense filiaal, de tweede de zaak in Helmond. In Helmond werkten toen twaalf mensen en in Eindhoven dertien.
Twee jaar later trad vader Jos uit de directie en kwam zoon Jacques die versterken. Hij ging zijn broer in Eindhoven helpen. Nog een jaar later werd ook zoon Jan directeur; hij werd in het Helmondse bedrijf ingezet.30
In de volgende jaren werd de Eindhovense bedrijfsruimte verschillende keren verbouwd en vergroot. Om de uitbreiding mogelijk te maken, werd grond aangekocht van de aangrenzende Tramwegmaatschappij en van buurman Sociëteit Apollo's Lust.31
In 1924 organiseerde het bedrijf in het gebouw van Apollo's Lust een grote show, of in de taal van die dagen: de Eerste Eindhovense Automobieltentoonstelling. Tussen palmen en ander groen waren niet alleen de voertuigen van Ford te bezichtigen. De nu onbekende firma Saarloos had er een stand ingericht met auto-onderdelen, Dunlop met banden, Philips met autoverlichting en de Eindhovense herenmodewinkelier Welp & Co toonde er motor- en sportkleding.32
Hetzelfde jaar had Van der Meulen-Ansems nog een ander nieuwtje. Het bedrijf schafte een 'roode-kruisauto' aan voor het vervoer van zieken en gewonden. In de wagen was een brancard aangebracht, terwijl er daarnaast nog ruimte was voor de begeleiders. De krant wist te melden, dat daags ervoor nog een zieke over grote afstand naar Eindhoven was gebracht.33 De wagen zou dienst doen tot de gemeente Eindhoven in 1930 een ambulance aanschafte.

Jumbo
Omdat er vraag was naar zwaardere vrachtwagens dan Ford kon leveren, werden de Ford vrachtauto's in Helmond verlengd en verstevigd. Deze activiteit bleek zo succesvol, dat hiervoor in 1927 in Mierlo in de voormalige textielfabriek van Baekers & Raymakers een afzonderlijk bedrijf werd geopend, de N.V. Jumbo Motor Company. Al snel bouwde de fabriek zelf complete vrachtauto's. Daarvoor werden veel Ford-onderdelen gebruikt, maar voor het zwaardere werk gebruikte het bedrijf onder meer ook motoren van Licoming & Hercules, achterassen van Timken, stuurinrichtingen van Ross en versnellingsbakken van Borg & Warner.
Toen er na enkele jaren concurrentie kwam van grote buitenlandse fabrieken, besloten de broers Van der Meulen zich te beperken tot de fabricage van opleggers en aanhangwagens.34
Niet onvermeld mag hier blijven, dat het Regionaal Historisch Centrum een foto bewaart van een paardentramwagen met benzinemotor, die de N.V. Van der Meulen-Ansems in Eindhoven omstreeks 1927 aan de gemeente Alkmaar heeft geoffreerd. Die gemeente wilde toen overschakelen van de paardentram op stoomtractie en vroeg verschillende bedrijven om een offerte. De opdracht ging naar een ander bedrijf.

Nog een enkel woordje over latere Van der Meulen-garages
Ofschoon deze bijdrage over de vroegste geschiedenis van de auto gaat, trek ik het verhaal over de garages in het kort door naar latere tijd, omdat de verkregen kennis anders misschien verloren gaat. In de jaren dertig kwamen uit het oude bedrijf van Van der Meulen-Ansems nieuwe garagebedrijven voort. Janus van der Meulen trok zich in 1932 uit de familievennootschap terug en begon aan het Lodewijk Napoleonplein een DKW-garage.35 In 1937 verhuisde hij naar een nieuwe garage op de Wal (op die plaats staat nu de ABN-AMRO-bank), waar hij Citroen, Plymouth, Chrysler en Studebaker vertegenwoordigde.
Intussen had hij in 1934 nog een benzinestation geopend midden op het kruispunt van de Boschdijk en de Marconilaan. Dat initiatief bleek een gouden greep; het station stond later in Eindhoven bekend als het 'Schateiland'. In 1954 opende Janus tegenover zijn tankstation aan de Marconilaan nog een Volkswagengarage.36
Enkele jaren later verhuisde zijn zoon Frans het oude bedrijf van de Wal naar de Boschdijk en vervolgens nog eens naar de Huizingalaan. Daar is nu Frans' zoon Fons nog steeds Citroëndealer. Na het vertrek van Janus zetten de broers Mathij en Jacques het oude familiebedrijf aan de Vestdijk aanvankelijk samen voort, terwijl Mathij bovendien de aanhangwagenfabriek in Mierlo beheerde. Broer Jan had nog steeds de leiding over de garage in Helmond. Na een onenigheid tussen Jacques en Ford-Nederland waren de twee andere broers in 1935 genoodzaakt hun broer uit te kopen. Mathij zette daarna alleen de Eindhovense vestiging voort.
Jacques begon direct in de Havenstraat een eigen zaak die hij 'Auto Reparatie Onderdelen', alias A.R.O. noemde. Niet lang daarna richtte hij de N.V. Autobedrijf Jacques van der Meulen op, die dealer werd voor Opel, Pontiac, Oldmobile, Buick en Bedford. Omstreeks deze tijd kocht hij de gebouwen van de N.V. Linnen- en Damastweverijen v.h. C.E. Schröder & Zn., die hij in mei 1936 bij zijn bedrijf trok.

Briefhoofd van garagebedrijf Jacques van der Meulen uit 1951 (archief fam. J. Bannenberg)

De A.R.O. bleef als zelfstandig onderdeel van het Autobedrijf Jacques van der Meulen bestaan. De bekende schrijver Herman de Man zou er in de naoorlogse jaren nog enige tijd directeur zijn. In het begin van de jaren zeventig werd het bedrijf van Jacques van der Meulen met de A.R.O. overgenomen door Lathouwers Beheer in 's-Hertogenbosch, die elders al enkele garages exploiteerde. In 1984 trok Lathouwers zich uit Eindhoven terug en verkocht hij Jacques van der Meulen aan de Driessen Autogroep, die nu alle General-Motorsproducten in Eindhoven verkoopt.37 In 1938 stelde Ford de nieuwe Obamgarage aan als dealer voor Eindhoven.

De Helmondse garage van Van der Meulen-Ansems bleef wel Ford verkopen.
Ford stond niet toe dat een niet-Fordgarage zeggenschap bij een Forddealer had en daarom moest het ouderlijk bedrijf worden gesplitst. Broer Jan ging in Helmond alleen verder en Mathij werd eigenaar van de Eindhovense garage en de fabriek in Mierlo. Het Eindhovense bedrijf werd hierna dealer voor Renault en verkocht daarnaast ook vrachtauto’s van Dodge en Mercedes.
In 1952 zou de garage aan de Vestdijk weer in de Fordstal terugkeren.38 Onder leiding van Mathij's zoons Jan en Alphons van der Meulen groeide de onderneming in de volgende jaren verder uit en bleef die een van de toonaangevende Eindhovense garagebedrijven. In 1978 maakte Jans zoon Piet van der Meulen zijn entree. Vijfjaar later trad hij toe tot de directie en in 1990 nam hij de leiding over.
De oude garage in de binnenstad bood in die tijd te weinig ruimte voor de nog steeds groeiende onderneming. De verkeerssituatie in de binnenstad en met name aan de Vestdijk vormde een tweede probleem. Toen Piet de mogelijkheid kreeg om van de DAF een royaal stuk grond met opstallen te verwerven aan de Hugo van der Goeslaan, greep hij zijn kans. De locatie lag op betrekkelijk korte afstand van collegadealer Obam aan de Aalsterweg en het lag daarom voor de hand dat bedrijf in de plannen te betrekken. Het contact leidde er toe, dat Van der Meulen- Ansems in 1996 de Obam overnam.
Een jaar later werden de twee Eindhovense garages gesloten en opende de onderneming een nieuwe garage annex showroom. Het bedrijf staat sinds de verhuizing bekend onder de nieuwe naam Ford Eindhoven. Op 6 februari 1998, de 75e verjaardag van Jan van der Meulen, vond de feestelijke opening plaats. In 2000 werd het garagebedrijf, het verhuur- en leasingbedrijf en Best Cars BV overgenomen door Nimox Beleggingsmaatschappij, die dit deel van de onderneming voortzette. De exploitatie van de zeven benzinestations werd door Piet van der Meulen voortgezet onder de naam Shell Mabem. Mabem staat voor Van der Meulen-Ansems Benzine Exploitatie Maatschappij.

Noten:
23 D. Foole, Allicht, een eeuw ondernemerschap in de regio Eindhoven 1900-2000, Eindhoven 1999, 28
24 Meierijsche Courant (MC) 14-8-1895
25 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe), Geldrop N205,nr. 175 augustus 1916
26 Eindhovens Dagblad (ED) 28-7-1916
27 ED 3-11-1919
28 MC 13-5-1919
29 RHCe, Eindhoven N970, nr. 602, 12-10-1921
30 Historisch Informatiecentrum Helmond (HICh) De Zuidwillemsvaart 22-11-1941
31 Jan van der Meulen sr. Flarden herinneringen (Eindhoven 2001)
32 ED 26-3-1924
33 MC 1-3-1924
34 HICh, 22-11-1941 en Jan van der Meulen, Flarden herinneringen
35 RHCe, knipselcollectie mevr. P.C. de Haas, "In gesprek met Janus van der Meulen, automobielveteraan", ongedateerd
36 Janus van der Meulen, Vijftig jaar Autogeschiedenis 1904-1954
37 Informatie van H. van der Meulen en J.J.M. van der Meulen en ED, 28-9-2004, Driessen Autogroep in 40 jaar uitgegroeid tot waar imperium
38 Jan van der Meulen sr. Flarden herinneringen

Jan Spoorenberg 2004

Bronnen:
Uit: Jaarboek Eindhoven 2003/2004 blz 41-59
DE VROEGSTE GESCHIEDENIS VAN DE AUTO IN EINDHOVEN