Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Jan Spoorenberg: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
<big>'''Spoorenberg Johannes (Jan), handelsagent en archiefmedewerker'''</big>
<big>'''Spoorenberg Jan, handelsagent en archiefmedewerker'''</big><br>


* Eindhoven 4 oktober 1938 – woonachtig in Eindhoven
[[bestand: Jan Spoorenberg Foto P. Thoben.JPG|thumb|right|300px|(foto P. Thoben 2017)]]
* Eindhoven 4 oktober 1938 – woonachtig in Eindhoven<br>


Hij wordt geboren als zoon van de hoedenfabrikant Jo (Johannes Cornelis Maria) Spoorenberg (1903-1977) en verpleegkundige Mies (Maria Cornelia) Rutte (1906-1995). Na de lagere school behaalt hij zijn H.B.S. b begonnen aan het Sint-Joriscollege, aan de R.K. H.B.S. Valkenswaard, later omgedoopt tot Hertog Jan College<br />.
Hij wordt geboren als zoon van de hoedenfabrikant Jo (Johannes Cornelis Maria) Spoorenberg (1903-1977) en verpleegkundige Mies (Maria Cornelia) Rutte (1906-1995). Hij behaalt zijn H.B.S. b diploma, begonnen aan het Sint-Joriscollege, aan de R.K. H.B.S. Valkenswaard, omgedoopt tot Hertog Jan College. Voor zijn militaire dienstplicht komt hij op te Nijmegen bij de luchtmacht en is later gelegerd te Breda, Gilze-Rijen en Welschap. Vervolgens trekt hij door het land als vertegenwoordiger van herenhoeden, petten en andere herenmode-artikelen.<br>


Voor zijn militaire dienstplicht komt hij op te Nijmegen bij de luchtmacht en is later gelegerd te Breda, Gilze-Rijen en Welschap. Vervolgens trekt hij door het land als vertegenwoordiger van herenhoeden, petten en andere herenmode-artikelen. Omstreeks 1960 begint hij met genealogisch onderzoek en wordt in 1964 lid van de Nederlandse Genealogische Vereniging. Tevens start hij het onderzoek naar de geschiedenis van de (Nederlandse) hoedenindustrie. Omdat hij zijn vakanties op het archief doorbrengt, besluit hij van zijn hobby een beroep te maken als de zaken minder gaan.<br />
Omstreeks 1960 begint hij met genealogisch onderzoek en wordt in 1964 lid van de Nederlandse Genealogische Vereniging. Tevens start hij het onderzoek naar de geschiedenis van de (Nederlandse) hoedenindustrie. Omdat hij zijn vakanties op het archief doorbrengt, besluit hij van zijn hobby een beroep te maken als de zaken minder gaan.<br>
In 1975 begint hij de studie archiefambtenaar aan de Archiefschool te Utrecht en loopt stage bij Toon van Agt van het Eindhovens stadsarchief. Met zijn archiefdiploma op zak solliciteert hij te Maastricht, maar vanwege personeelsuitbreiding in verband met de geschiedschrijving van Eindhoven kan hij na een tijdelijk contract per 1 januari 1977 vast aangesteld worden op de studiezaal om studenten en bezoekers te ondersteunen c.q. wegwijs te maken. Hij wordt het gezicht en de vraagbaak van het archief en geniet door zijn vele lezingen voor allerlei gremia bekendheid. Daarnaast is hij bestuurslid van de Heemkundige Studiekring Kempenland (1973-2002) en is de drijvende kracht als redacteur achter het kwartaalblad ’t Gruun Buukske, waarin hij in iedere aflevering over uiteenlopende onderwerpen uit de Eindhovense historie publiceert, totdat hij in 1996 – na 23 jaar – er een punt achter zet, omdat er voortaan een Jaarboek gaat verschijnen.<br>
Verder is hij actief als bestuurslid van de afdeling Eindhoven van de Genealogische Vereniging (1974-2001), secretaris van Centrum voor de Studie van Land en Volk van de Kempen (1980-2009), bestuurslid van de Eindhovense Molenstichting (1975-heden), bestuurslid van Museum Kempenland Eindhoven (1983-1991), bestuurslid van de Vrienden van de Markt (1997-2001), deelnemer en tevens notulist van de Henri van Abbe Stichting ter behoud van het architectonisch erfgoed (1998-heden). Ter gelegenheid van zijn vervroegde pensionering in 1999 wordt hij lid in de Orde van Oranje Nassau en maakt hij zich verdienstelijk als vrijwilliger bij de paters Augustijnen als portier en als acoliet en koster.


In 1974 begint hij de studie archiefambtenaar aan de Archiefschool te Utrecht en loopt stage bij Toon van Agt van het Eindhovens stadsarchief. Met zijn archiefdiploma op zak solliciteert hij te Maastricht, maar vanwege personeelsuitbreiding in verband met de geschiedschrijving van Eindhoven kan hij per 1 januari 1976 aangesteld worden op de studiezaal om studenten en bezoekers te ondersteunen c.q. wegwijs te maken. Hij wordt het gezicht en de vraagbaak van het archief en geniet door zijn vele lezingen voor allerlei gremia bekendheid.<br />
Van zijn hand verschijnen de publicaties<br>''Eindhoven in oude ansichten deel 2'' (1975), ''Eindhoven door de eeuwen'' (1982, redactie met Harrie de Wit)<br> ''Eersel, Duizel, Steensel. Drie Zaligheden. Een bijdrage tot haar geschiedenis'' (1989, redactie met Ad Dams en Frans Huijbregts)<br> ''Gennep voor altijd. De geschiedenis van een boerenbuurtschap aan de rand van Eindhoven'' (2001, met Simon van Schooten en Paul Spapens)<br>''Eindhoven van boven bekeken 1923-1970'' (2003)<br>
Daarnaast is hij bestuurslid van de Heemkundige Studiekring Kempenland (1973-2002) en is de drijvende kracht als redacteur achter het kwartaalblad ’t Gruun Buukske, waarin hij in iedere aflevering over uiteenlopende onderwerpen uit de Eindhovense historie publiceert, totdat hij er in 1996 – na 23 jaar – een punt achter zet, omdat er voortaan een Jaarboek gaat verschijnen.<br />
In 2005 verschijnt de familiegenealogie ''De familie Spoorenberg uit Woensel,''<br>in de jaren 1986 tot 2000 publiceert hij regelmatig in de ''Kroniek van de Kempen,''<br>tussen 1993 en 1996 in de Eindhovense editie van ''Regio Eindhoven Info,''<br>in de jaren 2000 tot 2011 in ''Museumnieuws Museum Kempenland,''<br>vanaf 2002 over prentbriefkaartenuitgevers in het kwartaalblad ''VDP Bulletin. Documentatieblad van de Vereniging Documentatie Prentbriefkaarten,''<br>vanaf 2002 in ''De Blauwe Heraut.''<br>


Verder is hij actief als bestuurslid van de afdeling Eindhoven van de Genealogische Vereniging (1974-2001), secretaris van Centrum voor de Studie van Land en Volk van de Kempen (1980-2009), bestuurslid van de Eindhovense Molenstichting (1975-heden), bestuurslid van Museum Kempenland Eindhoven (1983-1991), bestuurslid van de Vrienden van de Markt (1997-2001), secretaris van de Henri van Abbe Stichting ter behoud van het architectonisch erfgoed (1998-heden).<br />
Peter Thoben<br>
gewijzigd mei 2018<br>


Ter gelegenheid van zijn vervroegde pensionering in 1999 wordt hij lid in de Orde van Oranje Nassau en maakt hij zich verdienstelijk als vrijwilliger bij de paters Augustijnen als portier en bij de Binnenstadsparochie als acoliet en koster.<br />


Van zijn hand verschijnen de publicaties:<br />
'''Literatuur:'''<br>
- Eindhoven in oude ansichten deel 2 (1975)<br />
- Eindhoven door de eeuwen, 1982, (redactie met Harrie de Wit)<br />
- Drie Zaligheden: Eersel, Duizel, Steensel: Een bijdrage tot haar geschiedenis, 1989, (redactie met Ad Dams en Frans Huijbregts) <br />
- Gennep voor altijd. De geschiedenis van een boerenbuurtschap aan de rand van Eindhoven (2001, met Simon van Schooten en Paul Spapens)<br />
- Eindhoven van boven bekeken 1923-1970 (2003)<br />
- Het Eindhovense [[Straatnamen]] overzicht.
In 2005 verschijnt de familiegenealogie De familie Spoorenberg uit Woensel en publiceert hij zeer regelmatig in de Kroniek van de Kempen en over prentbriefkaartenuitgevers in het kwartaalblad VDP Bulletin. Documentatieblad van de Vereniging Documentatie Prentbriefkaarten.<br />


Spoorenberg, Jan, De familie Spoorenberg uit Woensel, ’s-Hertogenbosch 2005, 257<br>


'''Bronnen:
- Spoorenberg, Jan, De familie Spoorenberg uit Woensel, ’s-Hertogenbosch 2005, 257


[[Categorie:Mensen]]
[[Categorie:Mensen]]

Huidige versie van 29 mei 2018 om 11:28

Spoorenberg Jan, handelsagent en archiefmedewerker

(foto P. Thoben 2017)
  • Eindhoven 4 oktober 1938 – woonachtig in Eindhoven

Hij wordt geboren als zoon van de hoedenfabrikant Jo (Johannes Cornelis Maria) Spoorenberg (1903-1977) en verpleegkundige Mies (Maria Cornelia) Rutte (1906-1995). Hij behaalt zijn H.B.S. b diploma, begonnen aan het Sint-Joriscollege, aan de R.K. H.B.S. Valkenswaard, omgedoopt tot Hertog Jan College. Voor zijn militaire dienstplicht komt hij op te Nijmegen bij de luchtmacht en is later gelegerd te Breda, Gilze-Rijen en Welschap. Vervolgens trekt hij door het land als vertegenwoordiger van herenhoeden, petten en andere herenmode-artikelen.

Omstreeks 1960 begint hij met genealogisch onderzoek en wordt in 1964 lid van de Nederlandse Genealogische Vereniging. Tevens start hij het onderzoek naar de geschiedenis van de (Nederlandse) hoedenindustrie. Omdat hij zijn vakanties op het archief doorbrengt, besluit hij van zijn hobby een beroep te maken als de zaken minder gaan.
In 1975 begint hij de studie archiefambtenaar aan de Archiefschool te Utrecht en loopt stage bij Toon van Agt van het Eindhovens stadsarchief. Met zijn archiefdiploma op zak solliciteert hij te Maastricht, maar vanwege personeelsuitbreiding in verband met de geschiedschrijving van Eindhoven kan hij na een tijdelijk contract per 1 januari 1977 vast aangesteld worden op de studiezaal om studenten en bezoekers te ondersteunen c.q. wegwijs te maken. Hij wordt het gezicht en de vraagbaak van het archief en geniet door zijn vele lezingen voor allerlei gremia bekendheid. Daarnaast is hij bestuurslid van de Heemkundige Studiekring Kempenland (1973-2002) en is de drijvende kracht als redacteur achter het kwartaalblad ’t Gruun Buukske, waarin hij in iedere aflevering over uiteenlopende onderwerpen uit de Eindhovense historie publiceert, totdat hij in 1996 – na 23 jaar – er een punt achter zet, omdat er voortaan een Jaarboek gaat verschijnen.
Verder is hij actief als bestuurslid van de afdeling Eindhoven van de Genealogische Vereniging (1974-2001), secretaris van Centrum voor de Studie van Land en Volk van de Kempen (1980-2009), bestuurslid van de Eindhovense Molenstichting (1975-heden), bestuurslid van Museum Kempenland Eindhoven (1983-1991), bestuurslid van de Vrienden van de Markt (1997-2001), deelnemer en tevens notulist van de Henri van Abbe Stichting ter behoud van het architectonisch erfgoed (1998-heden). Ter gelegenheid van zijn vervroegde pensionering in 1999 wordt hij lid in de Orde van Oranje Nassau en maakt hij zich verdienstelijk als vrijwilliger bij de paters Augustijnen als portier en als acoliet en koster.

Van zijn hand verschijnen de publicaties
Eindhoven in oude ansichten deel 2 (1975), Eindhoven door de eeuwen (1982, redactie met Harrie de Wit)
Eersel, Duizel, Steensel. Drie Zaligheden. Een bijdrage tot haar geschiedenis (1989, redactie met Ad Dams en Frans Huijbregts)
Gennep voor altijd. De geschiedenis van een boerenbuurtschap aan de rand van Eindhoven (2001, met Simon van Schooten en Paul Spapens)
Eindhoven van boven bekeken 1923-1970 (2003)
In 2005 verschijnt de familiegenealogie De familie Spoorenberg uit Woensel,
in de jaren 1986 tot 2000 publiceert hij regelmatig in de Kroniek van de Kempen,
tussen 1993 en 1996 in de Eindhovense editie van Regio Eindhoven Info,
in de jaren 2000 tot 2011 in Museumnieuws Museum Kempenland,
vanaf 2002 over prentbriefkaartenuitgevers in het kwartaalblad VDP Bulletin. Documentatieblad van de Vereniging Documentatie Prentbriefkaarten,
vanaf 2002 in De Blauwe Heraut.

Peter Thoben
gewijzigd mei 2018


Literatuur:

Spoorenberg, Jan, De familie Spoorenberg uit Woensel, ’s-Hertogenbosch 2005, 257