Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Jan van Best: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Best, mr.dr. J.M. van (Jan), wethouder  
<big>'''Best, mr.dr. J.M. van (Jan), wethouder'''</big> <br />


Wethouder van Eindhoven vanaf 1920 tot
Wethouder van Eindhoven vanaf 1920 tot


Pastoor Sicking legde het volgende verhaal vast:<br />
Het nu volgende verhaal heeft Den Turk mij zelf verteld.<br />
Een keer zou de volgende dag een wissel vervallen en de smid had geen geld om deze te voldoen. Nou ja, zei hij tegen zijn vrouw, die zo zacht was als hij ruw, maar die altijd zacht door hem behandeld werd, we hebben het geld niet, maar laten we samen het rozenhoedje bidden en dan maar gaan slapen. Maar midden in de nacht werd hard op de deur geklopt en toen Den Turk uit bed sprong, stond er mr. dr. Jan van Best.<br />
“Toirkens, ge hebt nog geld van mij te goed. Ik wou dit nu afbetalen”. Den Turk was uit de brand, maar de volgende morgen hoorde hij, dat Jan van Best, de gloedvolle spreker en oud-Tweede Kamerlid, in moeilijkheid gekomen, met de noorderzon naar België was uitgeweken. Hij had de ambachtsman toch nog willen betalen.<br />
J.J.M. Sicking, pastoor<br />
in ’t Gruun Buukske 1974, dl 28-12<br />
[[categorie:Mensen]]
[[categorie:Middenstand]]
[[categorie:Smeden]]
[[categorie:Mensen]]
[[categorie:Mensen]]
[[categorie:Bestuur en politiek]]
[[categorie:Bestuur en politiek]]
[[categorie:Wethouders]]
[[categorie:Wethouders]]
[[categorie:Wethouders Groot-Eindhoven]]
[[categorie:Wethouders Groot-Eindhoven]]

Versie van 2 nov 2015 16:18

Best, mr.dr. J.M. van (Jan), wethouder

Wethouder van Eindhoven vanaf 1920 tot

Pastoor Sicking legde het volgende verhaal vast:

Het nu volgende verhaal heeft Den Turk mij zelf verteld.
Een keer zou de volgende dag een wissel vervallen en de smid had geen geld om deze te voldoen. Nou ja, zei hij tegen zijn vrouw, die zo zacht was als hij ruw, maar die altijd zacht door hem behandeld werd, we hebben het geld niet, maar laten we samen het rozenhoedje bidden en dan maar gaan slapen. Maar midden in de nacht werd hard op de deur geklopt en toen Den Turk uit bed sprong, stond er mr. dr. Jan van Best.
“Toirkens, ge hebt nog geld van mij te goed. Ik wou dit nu afbetalen”. Den Turk was uit de brand, maar de volgende morgen hoorde hij, dat Jan van Best, de gloedvolle spreker en oud-Tweede Kamerlid, in moeilijkheid gekomen, met de noorderzon naar België was uitgeweken. Hij had de ambachtsman toch nog willen betalen.

J.J.M. Sicking, pastoor
in ’t Gruun Buukske 1974, dl 28-12