Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
De Negende
In 2010 heeft Stichting De Negende van Eindhoven een project over het fenomeen verzamelen in de Eindhovense context ondernomen in het kader van volkscultuur. Van nature zit verzamelen mensen in het bloed en het heeft in Nederland een flinke omvang aangenomen. Het lijkt bij de volksaard, bij de identiteit van de Nederlander te horen. In onze maatschappij neemt het verzamelen in culturele, sociale, economische en commerciële zin een grote plaats in.
Was verzamelen vroeger voorbehouden aan vorsten, koningen en kapitaalkrachtige families, in de 16de en 17de eeuw gaan rijke burgers ook aan het verzamelen om de wereld te ontdekken of zelf binnen handbereik te hebben. Hun kostbaarheden en curiosa brengen ze in speciale const- of rariteitenkabinetten onder. Verzamelaars stellen wetenschappelijke beschrijvingen van hun collectie op en in reisbeschrijvingen worden geïnteresseerden op verzamelaars gewezen. Naast collecties van naturalia (voorwerpen uit de natuur) zijn er collecties antiquiteiten (archeologische vondsten) en collecties munten, penningen en gesneden stenen, verder collecties van artificalia (door de mens kunstig vervaardigde objecten zoals schilderijen, prenten, pronkbekers etc). Motieven om te verzamelen kunnen zijn: het statusverhogende karakter van een collectie, een aantrekkelijke investering op termijn, een religieus oogmerk, een esthetisch genoegen of de prikkeling van de wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Met het opkomen van een burgerlijke cultuur in de 19de eeuw heeft de nieuwe bovenlaag van de bevolking de behoefte zich te manifesteren mede ter aankleding van hun huiselijke leefomgeving of vanuit de drijfveer om kennis te verwerven. Dat leidt niet alleen tot de oprichting van genootschappen van kunsten en wetenschappen maar ook tot verwoede verzamelaars van munten en penningen, van heraldische wapens, van historische of genealogische gegevens en natuurlijk worden er schilderijen, tekeningen en grafiek gecollectioneerd met een bijzondere aandacht voor topografie.
Tegen het eind van de 19de eeuw met de algemene toename van scholing/educatie raken grotere groepen mensen door het verzamelvirus gegrepen, wat ook blijkt uit de oprichting van thematisch gerichte verenigingen voor verzamelaars zoals van postzegels of munten en penningen. De trend die dan inzet, verspreidt zich als een olievlek steeds verder, waarbij de beeldende kunst – mede door de opkomst van kunst(nijverheid)opleidingen na 1880 – een belangrijk verzamelgebied vormt en al gauw prominente collectioneurs kent. De verzamelaars op hun beurt roepen gespecialiseerde handelaren en veilinghouders op, die de markt van belangstellenden gaat bedienen. Dit zijn allemaal stappen op de weg naar de popularisering van de verzamelcultuur, die steeds meer mensen in haar ban krijgt. Ook snelle, maatschappelijke veranderingen stimuleert de bewaarzucht wanneer daar door groei van de welvaart (financiële) mogelijkheden toe zijn. Dit wordt wel de musealisering van onze cultuur genoemd.
Na de tweede wereldoorlog met de toename van welvaart en vrije tijd wordt verzamelen een populaire, volkse bezigheid, waar velen al dan niet in verenigingsverband, uit liefhebberij en tijdverdrijf hun leven deels mee vullen. Wie gaat er niet op zoek naar antiek, naar spullen uit grootmoeders tijd, of verzameld hebbedingetjes van bedrijven? Het aantal publicaties over soorten verzamelingen is legio. Televisieprogramma’s zoals The Antiques Roadshow of Tussen kunst & kitsch hebben al jaren een groot kijkerspubliek, want wie wil niet de ‘vondst’ van zijn leven doen, welke ‘goud’ waard is? Verzamelen is populair en is een deel van ons dagelijks bestaan, van onze volkscultuur geworden.
Peter Thoben 2013