Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Engelbert van Horne
Engelbert van Horne
(tekst Hans Vogels)
In dit artikel heb ik steeds gesproken van de gebroeders Engelbert en Willem van Horne. In de literatuur wordt Willem steeds als oudste broer gezien.
Mijn afwijkende opvatting heeft te maken met een drietal overwegingen:
1. In de allereerste oorkondelijke vermelding van dit broederpaar staat Engelbert voorop. Het betreft de oorkonde van 1212 van hun oom!. Als naast familielid zal hij het toch wel hebben geweten.
2. Engelbert is als oudste zoon op gangbare wijze vernoemd naar zijn vermoedelijke grootvader Engelbert van Horne.
3. Zowel Engelbert als zijn broer Willem blijven zich gedurende hun leven heer van Horne noemen, "waaruit geconcludeerd kan worden dat elk van beiden na de dood van hun vader een deel van de Hornse goederen geërfd had".(24)
Om met het laatste te beginnen. Beiden hebben na de dood van hun oom Dirk van Altena diens bezit verdeeld en hebben waarschijnlijk later ook hun eigen vaderlijke erfgoederen herverdeeld.
Het bezit van Willem lijkt grotendeels leengoederen te bevatten, waardoor hij ook als leenman van deze of gene zo vaak als getuige aanwezig is. Het bezit van Engelbert lijkt grotendeels allodiaal zonder leenverplichtingen, dus met een grote mate van zelfstandigheid, en dat is wellicht de reden waarom er over de oudste generaties Van Cranendonk zo weinig bekend is. Het is niet terecht om een zoon zonder meer als oudste zoon te betitelen omdat hij of zijn erfgenamen in het bezit zijn van de naamgevende familiegoederen.
Zo was Godfried van Cuyk (+ ca.1158) de oudste zoon van Hendrik I van Cuyk en Alveradis van Hochstaden. Godfried huwde de erfdochter van graaf Frederik van Arnsberg en werd zo de stamvader van de graven van Arnsberg en van Rietberg. Godfrieds jongere broer Herman van Cuyk werd de stamvader van de heren van Cuyk.(25) Het is derhalve goed mogelijk dat Horne, het naamgevende familiebezit uiteindelijk toebedeeld is aan de jongere broer Willem.
Met betrekking tot de tweede overweging kan het volgende worden gezegd. Vernoeming vond allereerst plaats naar vaders vader (Engelbert), vervolgens naar moeders vader (Boudewijn), daarna werd vaak de vader zelf vernoemd (Willem) en voor de verdere zonen had men nog wel de keuze uit enkele voorouders of naaste verwanten die vernoemd konden worden.
Dit was eveneens van toepassing op de vrouwelijke vernoemingen. De eerste dochter werd naar vaders moeder vernoemd etc.(26) Uiteraard waren er talrijke uitzonderingen op deze vernoemingsregel, zoals de omkering van de oudste twee vernoemingen (de factor kindersterfte kan ook een vertekend beeld geven). Dit voorbeeld valt te constateren in het gezin van de in 1323 gehuwde Ermgard van Cranendonck en Thomas van Zevenborne.
Hun oudste zoon is vernoemd naar de vader van Ermgard. De tweede zoon is vernoemd naar de vader van Thomas. De oudste dochter is vernoemd naar vader's moeder terwijl de tweede dochter vernoemd is naar de moeder van Ermgard. De derde zoon en dochter zijn naar hun beiden vernoemd.(27) Door Ermgard en Thomas zijn dus vernoemingsregels gehanteerd. Dat kan een dikke anderhalve eeuw eerder ook zijn gebeurd. Maar het ontbreken van een Boudewijn van Horne bij de oudste twee kinderen van Willem sr. en (Margareta) kan ook te wijten zijn aan kindersterfte. Het is zelfs mogelijk dat de naam Boudewijn niet meer aan bod kwam door een voortijdig overlijden van vader Willem sr. Het is dus mogelijk dat zoon Willem postuum vernoemd is naar zijn overleden vader.
Uitgaande van een gezin waar vernoemingsregels werden gehanteerd, had hij in normale omstandigheden, slechts de derde zoon kunnen zijn. Helaas zijn wij onvoldoende op de hoogte over de precieze omstandigheden in die tijd. Wij kunnen slechts een poging doen om het een en ander op een zo logisch mogelijke wijze te verklaren.
Samenvatting
In het voorgaande is vast komen te staan dat Willem van Horne sr. de vader moet zijn van de gebroeders Engelbert en Willem van Horne. Hun moeder (Margareta) van Altena hertrouwde met de weduwnaar Otto II, heer van Wickerode, voor wie het ook zijn tweede huwelijk was. Clementia, echtgenote van Gerard van Malberg, is naar alle waarschijnlijkheid een Van Wickerode, en derhalve een halfzus van de voornoemde broers.
Bovendien is het zeer goed mogelijk dat Engelbert van Horne de oudste was van de twee gebroeders. Rutger van Merum was een verwant van enerzijds Willem van Horne sr. en anderzijds van de familie Van Altena. Deze verwantschap valt te verklaren doordat Rutger waarschijnlijk een zwager van Willem van Horne was, alsmede net als de Van Altena's afstamde van de graven van Duras.
Bovenstaande tekst is integraal overgenomen van de bijdrage door de heer P. Vogels
Noten:
24. Klaversma (1969), 13.
25. Dr. E J.A. Coldewelj, De Heren van Kuyc 1096-1400; Bijdragen tot de Geschiedenis van het zuiden van Nederland deel L (1981) 227.
26. H.J.J. Vermeulen, "Een heel domme fout van de klerken van de graaf van Holland?", Ons Voorgeslacht 42 (1987) 4.
27. Klaversma (1969) 16.
Bron:
't Gruun Buukske 1983 68 ev
JH 2021