Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Filmvertoning in de 19e eeuw
Het begin van de Eindhovense filmhistorie
Op initiatief van Rob Smit en met medewerking van Kees Nijsen, Leo Nouwen en Ben Postema verscheen in 1985 de interessante en tegelijk ook heel informatieve "Filmhistorie in Eindhoven 1897-1985".
Het boekje laat de Nederlandse filmgeschiedenis beginnen met de kinetoscope van Edison, die vanaf 27 december 1894 in Amsterdam te zien was. Dank zij deze viewer konden met een filmstrook van 15 meter lengte ongeveer één minuut lang bewegende beelden worden getoond. Omdat aan het apparaat een fonograaf kon worden gekoppeld, de voorloper van de grammofoon, was de film al direct een geluidsfilm. De vinding van Edison zou niet lang daarna de Fransen Auguste en Louis Lumière inspireren tot de ontwikkeling van de cinématographe, waarmee langere films konden worden opgenomen en geprojecteerd. Van 12 maart tot 31 mei 1896 kon het Amsterdamse publiek met deze nieuwste ontwikkeling kennis maken.
Terug naar Eindhoven. Het boekje laat de geschiedenis hier beginnen met de filmvoorstellingen door een tweetal exploitanten tijdens de Eindhovense kermis van 1897. Door een gelukkig toeval ontdekte ik echter onlangs in de Meierijsche Courant van 23 mei 1896 een aankondiging die de Eindhovense filmgeschiedenis verder laat teruggaan tot Pinksteren 1896.
Volgens de advertentie vond toen een vertoning plaats met een Edison-kinetoscope die eigendom was van een zekere heer Beekman. De demonstratie werd gegeven in de nog bestaande zaal van het Eindhovens Mannenkoor aan het Stratumseind op zondag 23 en maandag 24 mei van 11.30 tot 23.00 uur. Overigens is dat laatste duidelijk fout; bedoeld zal zijn geweest zondag 24 en maandag 25 mei.
Tegen betaling van een dubbeltje per nummer konden de belangstellenden onder meer een evenwichtskunstenares in actie zien, een danseres over het scherm zien zwieren of kijken naar een spannend hanengevecht.
Opvallend is dat de voorstelling op maandagavond plaatsvond op de open plaats achter de zaal. Toch een voorstelling met projectie dus?
J. Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1995, 79