Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Het Stratumseind
Eindhovens binnenstad, daar gebeurt tenminste wat (in 1624)
Dagelijks ondervinden bezoekers van het centrum van Eindhoven - te voet of met welk vervoermiddel dan ook – niet alleen hinder van auto's, brommers en fietsen, maar ook van de bouwwerkzaamheden aan Eindhovens prestigieuze projecten die het imago van de stad wat moeten opkrikken. Veel potentiële bezoekers wijken dan ook uit naar de centra in de stadsdelen of daarbuiten. Ook in het verleden kwam het regelmatig voor dat grote werkzaamheden in de stad werden uitgevoerd. Toen waren er echter nog geen sub-centra! Wij nemen hier het jaar 1624 als voorbeeld. De kosten van de activiteiten vinden wij terug in de stadsrekeningen; de borgemeesters telden een week voor vijf werkdagen en betaalden de arbeiders 15 stuivers per dag.
Dijkdoorbraak en zware ijsgang
Op 4 januari 1624 brak door ijsgang de dijk tussen de Stratumse poort en de beemd van de erfgenamen van Frans Otten (Stratumseind tussen de bruggen). Direct werd getracht de breuk te herstellen, doch de werkzaamheden konden niet verhinderen dat het water op Driekoningen (6 januari) 's nachts over en door de dijk stroomde. Al voor dag en dauw kwam een grote groep inwoners naar de plaats van het onheil om hout te kappen en tot lange bussels te binden; daarmee werd het gat gedicht. Nog dezelfde dag kon er weer met wagens over de dijk worden gereden en kon er ook weer vee over worden gedreven. Maar pas op zondag 7 januari werd het werk afgemaakt. Er werden toen door een aantal mensen nog staken gekapt, die naast de 'draeyhaspels' op de dijk werden ingegraven. In de borgemeestersrekeningen staan de 29 potten zevenoordsbier verantwoord waarop de stad de arbeiders tijdens het hele werk had getracteerd.
Door de ijsgang was ook de stenen brug over de Gender 'aen de berch, bij het casteel' beschadigd. Baudewijn de metselaer herstelde de brug echter pas op 23 augustus. Een van zijn helpers raapten toen de stenen die bij de brug in het water lagen uit het riviertje en bracht die met een kar 'onder de linden' op het kerkhof.
Een hevige slagregen en een verstopt riool
Op 3 juli 1624 verstopte door 'eenen seer grooten slachregen' het riool of zoei tussen de Achterstraat en de Steenweg zo met zand dat het water niet meer kon wegstromen. Twee arbeiders werkten de hele dag om het euvel te verhelpen. Hiervoor werden vier staken van de oude Stratumse molen gebruikt. Wat men daarmee deed, werd niet genoteerd.
Bron: bijlage 69 bij de borgemeestersrekening boekjaar 1623/1624.
Jan Melssen
in: 't Gruun Buukske 1975, 13